Colm Bairéad over The Quiet Girl

'Ierland heeft een stille revolutie meegemaakt'

Colm Bairéad

In het in 1981 in Ierland spelende The Quiet Girl sturen ouders een dochter naar familie op het platteland; dat scheelt een mond om te voeden. Regisseur Colm Bairéad weet waarom de film velen raakt: “Hij is cultureel specifiek, maar het geraamte is universeel.”

The Quiet Girl

Zoals honden karakterologisch soms op hun bazen lijken en andersom, zo lijken films op hun makers. Natuurlijk gaat dat niet altijd op, maar het verbaast niet dat Colm Bairéad (Dublin, 1981) geen man is van sweeping statements. De zachtmoedige filmmaker maakte eind vorig jaar op het Leiden International Film Festival een even ingetogen indruk als zijn speelfilmdebuut. Net als The Quiet Girl slingert hij tijdens het gesprek geen absolute waarheden de wereld in, maar zoekt hij tastend naar de kern van de film.

Het in 1981 spelende, subtiele drama moet het niet van de plot hebben, stelt Bairéad. Dat mag zo zijn, maar toch maar even het verhaal. Daarin draait het om Cáit, de negenjarige dochter in een kinderrijk plattelandsgezin. Haar vader gokt en drinkt liever dan dat hij werkt, zodat alles in het gezin op de moeder aankomt. Als zij zwanger is van hun zoveelste, stuurt ze om de druk op het gezin te verminderen Cáit een zomer naar familie, een kinderloos ouder stel.

Het meisje wordt door hen liefdevol opgevangen, maar de kijker voelt al snel ook ongemak: er is duidelijk iets aan de hand met deze vriendelijke mensen. De film had makkelijk kunnen ontaarden in vet melodrama, maar Bairéad houdt niet van gierende emoties. Een kwestie van filmintelligentie, want daardoor komt The Quiet Girl des te harder binnen bij de kijker.

Kalf
Bairéad bedacht The Quiet Girl niet zelf; het door hem geschreven scenario is een adaptatie van de novelle Foster van de Ierse schrijver Claire Keegan. Het schrijven kostte Bairéad weinig moeite. “De roman is erg visueel. Ik schreef tien pagina’s per dag, terwijl scriptboeken vijf pagina’s per dag al heel wat vinden.”

Bairéad bleef trouw aan de roman, maar voegde wel een paar dingen toe. “Het boek begint als Cáit door haar vader wordt weggebracht naar het kinderloze stel, maar ik wilde eerst de sfeer in het gezin schetsen. Het is belangrijk dat de kijker een beeld krijgt van het milieu waarin ze opgroeit.”

Hij voegde ook subtiele zaken toe. Zoals een opmerking tussen neus en lippen door, dat Cáits zwangere moeder op dezelfde dag is uitgerekend als hun drachtige koe. “Het laat zien hoe deze plattelanders denken”, zegt Bairéad. “Er worden baby’s geboren en er wordt vee geboren. Men ziet het als één organisch proces. Maar er zit nog iets onder deze opmerking. Kalveren worden gescheiden van hun moeder en dat gebeurt ook met Cáit. Zij is op een rare manier ook een soort kalf, dat wordt weggehaald bij haar moeder. Ik hou van zulke kleine resonanties.”

Kreupel
Bairéad veranderde ook de taal van de in het Engels geschreven roman, want in de film wordt vrijwel uitsluitend Iers gesproken. Bairéad vindt het belangrijk dat het Iers een levende taal blijft. Dat kreeg hij van huis uit mee. “Mijn vader, die Duitse les gaf op een school in Dublin, sprak thuis altijd Iers. Hij vond het voortbestaan van het Iers zo belangrijk dat hij een Gaelscoil [Ierstalige school; JvdB] heeft opgezet. Ik heb op die school gezeten en ben tweetalig opgevoed: thuis en op school sprak ik Iers en daarbuiten Engels.”

Bairéad bespeurt de laatste jaren tot zijn tevredenheid een opleving in de interesse voor de Ierse taal en cultuur. “Vooral jonge mensen staan er meer voor open.” Als voorbeeld verwijst hij naar de Gaelscoils. “Die worden steeds populairder. Ook omdat statistisch bewezen is dat de schoolprestaties er beter zijn dan op de reguliere scholen.”

De groeiende interesse blijkt ook uit het feit dat er meer Iers gesproken films worden gemaakt. Dat ze succesvol zijn, bewijst dat ze een snaar raken. The Quiet Girl is het hoogtepunt in die ontwikkeling: de film bracht in Ierland een miljoen euro en erbuiten ruim twee miljoen euro op. Het maakt hem tot de succesvolste Iers gesproken film aller tijden. Nostalgie speelt een rol in het succes, maar is zeker niet de enige verklaring, meent Bairéad, die vooral blij is dat de film in Ierland aanslaat. “Hij wordt overal omhelsd, maar voor mij is het belangrijkste dat Ieren hem in hun hart hebben gesloten. Het is een film over ons Ieren, over hoe we emotioneel met elkaar omgaan en daarin nogal eens falen.”

Vacuüm
Wie zeker faalt in The Quiet Girl is Cáits vader, die als gokker en alcoholist geen steun maar een last is voor zijn gezin. Toch ziet Bairéad hem niet als de grote boosdoener. “Voor mij is hij het meest tragische personage, omdat hij emotioneel kreupel is. Hij weet niet hoe hij verbinding moet maken met zijn vrouw en kinderen. Als een vorm van zelfkastijding vlucht hij in gokken en drank. Voor mij is hij de belichaming van intergenerationeel trauma, want hij is ook slachtoffer van zijn opvoeding. We zijn allemaal het product van onze kindertijd.”

Bairéad benadrukt dat het Ierland van ruim veertig jaar geleden niet meer te vergelijken valt met het land nu. “The Quiet Girl had niet in het heden kunnen spelen, want Ierland is onherkenbaar veranderd, van een religieus in een seculier land. In de tijd waarin de film speelt, besliste de katholieke kerk alles. Mensen hadden geen toegang tot voorbehoedsmiddelen. Pas vanaf 1979 kon je die via de huisarts krijgen, maar alleen als je getrouwd was. Grote gezinnen waren de norm, met daarin een wankele positie voor kinderen.”

De veranderingen in Ierland in die relatief korte periode fascineren Bairéad. “In mijn leven heb ik echtscheiding, abortus en het homohuwelijk toegestaan zien worden. Ik ben me erg bewust van die veranderingen. Ierland heeft een stille revolutie meegemaakt. Maar ik ben ook gevormd door het oude Ierland. Mijn vader had een vreemde mengeling van progressieve en ouderwetse opvattingen. Hij hield zich aan de voorschriften van de kerk. Aan tafel thuis waren we altijd aan het discussiëren.”

Bairéad juicht het toe dat de allesbepalende invloed van de katholieke kerk is verdwenen, maar ziet dat het een vacuüm heeft achtergelaten. “De secularisatie ging gepaard met het verlies van gemeenschapsgevoel. Een volk kan zich niet van de ene op de andere dag losmaken van alles wat zo lang allesbepalend was. Er is geen rechte lijn van het een naar het ander. Hoe definiëren we ons nu als Ieren? Kunnen we wel zo makkelijk switchen?”

Gevoeligheid
Terug naar The Quiet Girl, dat uitdrukkelijk Iers is, hoewel je geen Ier hoeft te zijn om mee te kunnen leven met de personages, met name met Cáit. De film vertelt een lokaal verhaal, maar is universeel aansprekend. In de woorden van Bairéad: “Hij is cultureel specifiek, maar het geraamte is universeel. Dit verhaal kan zich overal in de wereld afspelen. In Ierland, maar evenzogoed in de outback van Australië.”

Dat de kijker alle gebeurtenissen vanuit het perspectief van Cáit ziet, nam Bairéad graag over uit de roman. “Ik hou van films met een vertelling in de eerste persoon. De formele, bijna rigide vorm van het ik-perspectief spreekt mij erg aan. Maar het moet wel werken. Als de kijker in Cáits schoenen staat, moet die zich kunnen overgeven aan alles wat indruk maakt op een kind, maar niet per se op een volwassene.”

Als inspiratiebronnen noemt Bairéad Ratcatcher (1999) van Lynne Ramsay en de films van Céline Sciamma. In eerdere interviews prees hij ook Kelly Reichardt (Certain Women, 2016; First Cow, 2019). Waarom hij inspiratie vindt in het werk van vooral vrouwelijke filmmakers, weet Bairéad niet precies. “Misschien speelt mee dat je als vrouw ijzersterk moet zijn om het als filmmaker te maken. Alleen de allerbesten lukt dat, met als resultaat bijzondere films. Maar misschien komt het ook doordat ik hou van een bepaalde gevoeligheid in films, die je eerder aantreft in het werk van vrouwelijke makers. Het is moeilijk te definiëren, maar het heeft te maken met een manier van naar de wereld kijken en een wijze van uitdrukken, waarmee ik verwantschap voel.”

Even later vat hij zijn (film)visie nog eens kernachtig samen: “Ik hou niet van zwart-wit denken, er moet ruimte zijn voor vraagtekens.”