The Quiet Girl

Zwijgen in alle talen

The Quiet Girl

Dit delicate verhaal over een verwaarloosd meisje dat voor het eerst in haar leven wat zorg en liefde krijgt, sleepte onverwacht een Oscar-nominatie binnen.

Hoewel de film vorige maand bij de uitreiking van de Oscars achter het net viste, was de nominatie voor The Quiet Girl (An cailín ciúin) in de categorie Beste Internationale Film op meerdere manieren een mijlpaal. Allereerst voor regisseur Colm Bairéad, die met zijn speelfilmdebuut direct op het hoogste podium meedong. Bovendien was The Quiet Girl de eerste Iers-Gaelisch gesproken productie die ooit werd genomineerd voor een Oscar.

Taal doet ertoe in deze verfilming van de novelle Foster van de Ierse auteur Claire Keegan (die overigens in het Engels werd geschreven). Juist omdat het verhaal, dat speelt op het Ierse platteland in 1981, bevolkt wordt door zwijgzame personages die geneigd zijn hun zielenroerselen diep weg te stoppen. Want Cáit (Catherine Clinch), de negenjarige hoofdpersoon naar wie de titel verwijst, is lang niet de enige stille in de film. Ergens in de film geeft een personage een lofzang op zwijgzaamheid (in slechts enkele woorden, uiteraard) en regisseur Bairéad staat duidelijk achter dat sentiment.

Cáits zwijgen is een overlevingsstrategie – hoe minder ze opvalt, of haar alcoholistische vader en uitgeputte moeder in de weg loopt in hun huis vol kinderen, hoe kleiner de kans dat ze doelwit wordt van hun toorn. Met opnieuw een baby op komst kunnen haar ouders al die monden niet voeden en Cáit wordt voor de zomer uitbesteed aan haar tante Eibhlín (Carrie Crowley) en oom Seán (Andrew Bennett).

Net als Cáits ouders zijn zij boeren, maar in alles is het huis waar het meisje terechtkomt het tegenovergestelde van de armzalige chaos van haar ouderlijk huis. Er zijn geen andere kinderen, de oogst wordt op tijd binnengehaald en de twee volwassenen tonen oprechte interesse in hun logé. In deze omgeving van rust, reinheid en regelmaat kruipt Cáit langzaam maar zeker uit haar schulp.

Door Cáits ogen leren we deze nieuwe wereld kennen, en de twee mensen die hem gevormd hebben. Stukje bij beetje ontdekken we de reden dat Eibhlín soms geëmotioneerd lijkt door het simpele verzorgen van Cáit en Seán in eerste instantie stug met haar omgaat.

Die reden laat zich makkelijk raden en Bairéad brengt het dan ook niet als een grote onthulling. Veel meer draait het om Cáits langzaam groeiende besef van wat er aan de hand is en om de grote emoties die de situatie voor alle drie de personages oproept. Emoties die zij zelf meestal wegdrukken, maar die voor de kijker desalniettemin scherp voelbaar zijn. Bairéad leunt daarbij op de even ingetogen als lyrische beelden van cameramens Kate McCullough. Een film die even breekbaar en delicaat aanvoelt als zijn zwijgzame hoofdpersoon.