Ratcatcher

Dromen over een leven zonder vuilniszakken

Ratcatcher

In Engeland waren de filmcritici dolenthousiast over Lynne Ramsay’s Ratcatcher. Eindelijk weer hoop voor de Britse cinema, schreef The Guardian. Ratcatcher bewijst het lyrisch talent van deze 29-jarige Schotse regisseur, die in haar debuutfilm een sobere Schotse jeugd tussen ratten en vuilniszakken geheimzinnigheid en poëzie verleent.

Het veelbelovende debuut van Lynne Ramsay doet nog het meest denken aan het debuut van de Franse filmmaker Sandrine Veysset in 1996. Beide regisseurs schaar je op het eerste gezicht onder het realisme (in de ouderwetse opvatting van realisme weliswaar: films die gaan over de onderkant van de samenleving), want zowel Ratcatcher als Y aura-t-il de la neige à Noël? gaan over een door armoede getekende kindertijd in de jaren zeventig, de eerste in Schotland, de laatste in Frankrijk.

Beide regisseurs onttrekken zich echter aan de gebruikelijke sociaal-realistische filmstijl (à la Ken Loach en Mike Leigh), omdat zij hun verhalen vertellen met evocatieve, beladen beelden die eerder suggestief zijn dan concreet. Ramsay gaat daarin verder dan Veysset, die in vergelijking met haar Schotse collega soberder en directer is en minder gebruikmaakt van complexe symboliek.

Bij Ramsay krijgt de realistische inhoud een bijna surrealistisch aanzien. Zo opent de film met de slowmotion-montage van een jongen die zich, draaiend om zijn as, als een mummie inwikkelt in een wit gordijn. Het is een onheilspellende, suggestieve proloog, waarbij de toeschouwer direct op het verkeerde been wordt gezet.

In de volgende scène verdrinkt de jongen, Ryan Quinn genaamd, in het Glasgowse kanaal tijdens een vechtpartij met zijn vriendje James Gillespie (gespeeld door nieuwkomer William Eadie). Niet deze Ryan Quinn — met wie we ons dan al verbonden voelen — is de hoofdpersoon van Ratcatcher, maar de schuwe, schriele twaalfjarige James, die onbedoeld een hand heeft in Ryans dood. De tragische gebeurtenis werpt zijn schaduw vooruit op het leven van deze eenzame James.

Kanaal
In een interview met de Dagkrant van het filmfestival van Rotterdam omschreef regisseur Lynne Ramsay zichzelf als een autodidact. Ze studeerde fotografie aan het Napier College in Edinburgh, en koos pas voor film toen zij Meshes in the Afternoon (1943) zag, de beroemdste film van de Amerikaanse avant-garderegisseuse Maya Deren. Deren maakte in de jaren veertig en vijftig korte poëtische films die wel meer mensen tot navolging hebben bewogen — bijvoorbeeld Madonna in haar videoclip Frozen.

Dat Ramsay geïnspireerd werd door deze experimentele, psychoanalytisch georiënteerde filmmaker, is te merken aan Ratcatcher. De dromerige film zit net als Derens films vol veelzeggende, soms meerduidige beelden: Ryans bril die in het vieze kanaal wegzinkt, de wijde shots van James die eenzaam door de korenvelden zwerft, James’ vader en moeder die zich tijdens een wanhopige dans aan elkaar vastklampen, de witte muis van James’ vriendje die met zijn staart aan een ballon gebonden door de lucht zweeft.

Terwijl in Derens films de lyrische beelden samen een surrealistische, niet-chronologische film vormen die meer droom is dan werkelijkheid, vertelt Ramsays film een realistisch verhaal over een jongen die in een isolement raakt omdat zijn ouders het te druk hebben met overleven en hij bij vriendjes niet terecht kan.

Ligbad
Het is een bekend verhaal: over armoede, een alcoholistische vader en afgetobde moeder, onverschillige zusjes, een lief vriendinnetje en een jongensdroom over een gelukkig leven ergens anders waar geen vuilniszakken en ratten zijn maar een ligbad en toilet. Toch zorgt Ramsay’s eigenzinnige, poëtische verteltrant er niet voor dat deze weinig oorspronkelijke inhoud aan kracht wint (iets waar Sandrine Veysset wel in slaagde bij haar debuutfilm). In Ratcatcher overschaduwt de beeldlyriek de realistische inhoud en blijf je als toeschouwer toch wat onbevredigd achter. De mooie, beheerste beeldtaal bouwt uiteindelijk maar een dun verhaaltje op.

Misschien ligt de oorzaak van die indruk van oppervlakkigheid wel in Ramsay’s uitgangspunt. Haar film is niet bedoeld als een (kritische) reflectie op Schotse armoede; Ramsay wilde via de armoede de belevingswereld van een kind tonen. De armoede werd ingezet als middel tot het scheppen van een aansprekende symboliek. Het lijkt erop dat de ratten en vuilniszakken dus niet zijn ingezet als sociale aanklacht, maar louter omdat dat fraaie beelden oplevert. Hopelijk slaagt Ramsay er bij een volgende film beter in om haar beheerste visuele stijl ook te funderen in een stevige narratieve bodem.