Christian Petzold over Undine

'Water is een reservoir van onderbewuste woelingen'

Christian Petzold. Foto: Marco Krüger

In zijn nieuwe film Undine vertelt Christian Petzold het klassieke verhaal over de liefde tussen een sterveling en een waternimf die zich van haar noodlot wil bevrijden. “Natuurlijk zegt de man: ‘Ik zal je nooit verlaten’, net zoals hij tegen zijn sekspop zegt: ‘Ik zal je niet terugsturen’. Het is het klassieke verhaal van mannelijke projectie, van mannelijke angst.”

“Als je me verlaat, zal ik je moeten doden”, zegt het vrouwelijke hoofdpersonage aan het begin van Christian Petzolds nieuwe film tegen haar geliefde. Het is dan al geen geheim meer dat haar naam Undine is, ook de titel van de film, en daarin klinken de echo’s van duizenden mythen, sprookjes en gedichten over een tragische romance tussen een waternimf en een menselijke sterveling. Een liefde die alleen kan bestaan tegen de prijs van absolute trouw.

Met Undine heeft Petzold een nieuwe naam gegeven aan het vrouwelijke archetype dat hij in bijna al zijn films ten tonele voert, of ze nu Yella heet (2007), of Barbara (2012), of Nelly zoals in Phoenix (2014) of Marie zoals in zijn vorige film Transit (2018). Je zou haar ook een omgekeerde Madeleine/Judy kunnen noemen, zoals het personage van Kim Novak in Alfred Hitchcocks Vertigo (1958).

Dat die film van onschatbare waarde is geweest voor zijn filmmakerschap geeft Petzold meteen toe als we hem spreken tijdens het filmfestival van Berlijn, waar Undine afgelopen februari zijn wereldpremière beleefde. “In al mijn films probeer ik in meer of mindere mate het perspectief van Vertigo om te draaien: wat als je dat verhaal van romantische obsessie vertelt vanuit de blik van de vrouw, vanuit de muze. In mijn Tweede Wereldoorlog-film Phoenix heb ik dat heel expliciet gedaan. Met de figuur van de undine, die trouw tot en door de dood afdwingt, heb ik daar weer een nieuwe variant op gevonden. Maar je zou kunnen zeggen dat de undine ook al als een spoor door mijn eerdere films loopt: de gewelddadigheid van de liefde, het water als groot reservoir van onderbewuste emotionele woelingen.”

Afgunst
In Undine geeft Petzold nog een draai aan de mythe: “Ik laat zien hoe de man door de liefde van Undine ook de afgunst van anderen opwekt. Hij is rijk, geslaagd in het leven, en de liefde die van hem afstraalt wekt ook weer de interesse van zijn ex. En dan verlaat hij Undine voor het wereldse, veilige, materiële leven dat hij kent en begint de ellende. Ik ben niet de enige filmmaker die zich hierdoor heeft laten inspireren. Fatal Attraction [Adrian Lyne, 1987] met Michael Douglas en Glenn Close is ook een undine-verhaal. Het gaat om seksuele aantrekkingskracht, om (een tijdelijke) verstandsverbijstering, en natuurlijk zegt de man: ‘Ik zal je nooit verlaten’, net zoals hij tegen zijn sekspop zegt: ‘Ik zal je niet terugsturen’. Het is het klassieke verhaal van mannelijke projectie, van mannelijke angst. Maar dat is niet het verhaal waarin ik geïnteresseerd ben.”

Het verhaal waarin hij wél geïnteresseerd is, vond Petzold toen hij het korte verhaal Undine geht (1961) van Ingeborg Bachmann las. “Dat wordt verteld vanuit Undine’s perspectief, die zegt: ‘Ik wil dat door mannen voorgeschreven patroon helemaal niet volgen, ik wil me daarvan emanciperen, ik wil aan mijn noodlot ontsnappen.’ Toen wist ik dat ik een film had.”

Een andere inspiratiebron voor Undine was de roman Moby-Dick (1851) van Herman Melville. “Dat is een van mijn favoriete boeken, ik heb het waarschijnlijk wel 25 keer gelezen. Aan het begin van het boek verhaalt Ishmael, de verteller, over de aantrekkingskracht van de zee. Schilders, schrijvers, iedereen kent die mysterieuze verlokking van het water. We zijn als mensen uit het water gekropen, we worden geboren in een plas van vruchtwater. Die terugkeer naar het water is ook een zoektocht naar onze oorsprong.”

Cinefiel als hij is noemt Petzold nog twee andere inspiraties: “Twee van mijn lievelingsfilms zijn 20,000 Leagues Under the Sea [1954] van Richard Fleischer en Creature From the Black Lagoon [1954] van Jack Arnold. Mensen hebben onder water een andere fysieke aanwezigheid, daar zit een grote schoonheid in, iets dansants. Sciencefictionfilms zijn ook een soort onderwaterfilms, in de ruimte bewegen mensen zich ook alsof ze zwemmen. Onderwater-scènes filmen is altijd een soort kinderdroom van me geweest. Maar ja, ik kan geen films maken om mijn kinderdromen te realiseren, dat is het soort cinema waar ik niet zo van hou. Ik hou van films die me iets laten ontdekken, en Undine was zo’n soort ontdekking die me in staat stelde om die betovering zichtbaar te maken.”

Moeras
“Weinig mensen realiseren zich dat de stad Berlijn ook op water is gebouwd”, vertelt Petzold. “Er is een gigantische waterinfrastructuur met twee rivieren en diverse kanalen. Onder de stad ligt een enorm drooggelegd moeras. Toen na de val van de Muur de Potsdamer Platz werd herbouwd, en in het bijzonder het Berlinale Palast, waar we nu zitten, moesten er industriële duikwerkzaamheden aan te pas komen om de fundamenten te leggen.”

Dat raakt aan een ander belangrijk thema in de film: het feit dat Undine’s nieuwe geliefde duiker is, én dat zij als gids in het Märkisches Museum werkt, waar zij bij gigantische maquettes rondleidingen geeft over de ontwikkeling van de stad. “Je zou in overdrachtelijke zin kunnen zeggen dat als je het water, de levensader, onder een stad geheel wegpompt, je ook de voedingsbodem voor de mythe drooglegt”, filosofeert Petzold. “Als je de mythes verliest, verlies je de geschiedenis. En als er geen verhalen meer zijn, dan is het enige wat je nog kunt vertellen een geschiedenis van vernietiging. Dat zegt dan iets over de stad waarin je leeft.”

Hij memoreert dat de Duitse undine-mythe stamt uit het begin van de Romantiek. “Die periode ontstond als tegenreactie op de beginnende industrialisering, op de onttovering van de wereld. Dat is een grote paradox. De Romantiek heeft zonder de industrialisatie geen betekenis, net zoals de undine-figuur zonder het mannelijke begeren geen bestaansrecht heeft. De tragiek van Undine in het verhaal van Bachmann is dat ze zich realiseert dat ze alleen bestaat dankzij dat verlangen. Mijn idee was om uit die impasse te ontsnappen door een man verliefd op haar te laten worden die niet primair met haar naar bed wil, die niet op haar tieten valt of haar kont, maar die argeloos en onschuldig van haar houdt omdat ze de wereld aan hem kan verklaren. Daar ligt de ontsnapping uit die cyclus. Er is geen weg terug in de nostalgie. Dát is de politieke dimensie van de film.”