Vertigo

Een herstelde obsessie

Vertigo

Twee jaar lang is gewerkt aan de restauratie van Alfred Hitchcocks Vertigo. Bij uitbreng in 1958 flopte de door de pers lauw ontvangen film, later volgde eerherstel en tegenwoordig spreekt men over een meesterwerk. De vraag is alleen om welke Vertigo het gaat, want de restaurateurs verklaren trots een film te hebben gemaakt die zelfs Hitchcock nooit gezien heeft.

Allereerst is er natuurlijk de Vertigo van Alfred Hitchcock, een film die ook nu nog bewondering en bovenal verbazing afdwingt. Bewondering, omdat de film een regisseur toont die het medium tot in de finesses beheerst.

Hitchcock bevond zich anno 1958 niet alleen op het toppunt van zijn roem, niet in het minst door het succes van de drie jaar eerder gestarte tv-serie Alfred Hitchcock Presents en het tijdschrift Alfred Hitchcock Mystery Magazine, de regisseur had in Hollywood een dusdanige status bereikt dat hem bij de uitvoering van zijn ideeën geen strobreed in de weg gelegd werd. Technisch gezien is Vertigo dan ook een ijzersterke film vol fraaie en soms zeer innovatieve vondsten. De meest opmerkelijke daarvan betreft Hitchcocks geslaagde verbeelding van het begrip uit de titel, dat ‘duizeling’ betekent.

Al bij de opnamen van het in 1940 gemaakte Rebecca, Hitchcocks eerste Amerikaanse film, wilde de regisseur een beroerte van actrice Joan Fontaine subjectief weergeven, maar de regisseur en cameraman George Barnes slaagden er niet in een passende cameratruc te vinden. Achttien jaar later bedacht hij met cameraman Robert Burks een oplossing voor het probleem: door de camera achterwaarts te verplaatsen en gelijktijdig in te zoomen kreeg het beeld van een trapgat een overtuigend zuigende werking, waardoor het de kijker net zo duizelt als de aan hoogtevrees lijdende detective Scottie Ferguson, de hoofdpersoon uit Vertigo. Sinds de introductie van de vondst maakte menig navolger er dankbaar gebruik van. De truc figureert prominent in het oeuvre van Hitchcock-adept Brian De Palma, wiens in 1976 gemaakte Obsession gerust een remake van Vertigo genoemd mag worden, duikt regelmatig op in de films van horrorspecialist Wes Craven en is ook te zien in de vorig jaar op video verschenen thriller Mute Witness.

Keurslijf
Zo bewonderenswaardig als de technische aspecten van de film zijn, zo verbazingwekkend is ook nu nog de inhoud. Aanvankelijk lijkt Vertigo een conventionele detectivefilm met een mogelijk bovennatuurlijke draai te zijn: de door James Stewart sterk vertolkte Ferguson schaduwt in opdracht van een oude vriend diens echtgenote Madeleine, gespeeld door een hoogblonde Kim Novak. De vrouw is geobsedeerd of misschien zelfs bezeten door een dode voorouder die zichzelf van het leven beroofde. Wanneer de geschiedenis zich herhaalt, valt Ferguson ten prooi aan een vergelijkbare obsessie. Hij ontmoet een vrouw die sterk doet denken aan de overleden echtgenote, dit keer een donkerharige Kim Novak, en dwingt haar vervolgens op een uitermate perverse manier in het keurslijf van de dode Madeleine.

In François Truffauts beroemde en nog altijd essentiële interviewboek uit 1967 stelde Hitchcock met zijn bekende, droge gevoel voor humor dat Ferguson eigenlijk naar bed wil met een dode vrouw en dus toegeeft aan necrofiele neigingen. Sinds Hitchcocks dood in 1980 wordt Fergusons gedrag door filmanalytici echter vooral herleid naar dat van de regisseur zelf. Steeds opnieuw was hij op zoek naar de juiste heldin en als zijn ijzige blondines niet aan zijn streven naar perfectie beantwoordden boden kleding, make-up en een kappersbeurt uitkomst. Bij Vertigo leidde Hitchcocks eigen obsessieve voorkeur aanvankelijk tot flinke aanvaringen met Kim Novak, maar eenmaal overstag werd ze een van zijn meest gedenkwaardige blondines.

Puristen
Met een ongewoon verhaal, dat via voyeurisme in een allesoverheersende seksuele obsessie uitmondt en dat op een ongekend brute en abrupte manier eindigt, was Vertigo zijn tijd ver vooruit. Het is dan ook passend dat uitgerekend deze Hitchcock-film nu in een gerestaureerde versie verschijnt. Volgens restaurateurs James Katz en Robert Harris, eerder verantwoordelijk voor het herstel van Lawrence of Arabia (1962), Spartacus (1960) en My Fair Lady (1964), was de klus niet eenvoudig. De negatieven waren gedeeltelijk gekrompen en onvolledig, de kleuren volkomen vervaagd en de band waarop de geluidseffecten stonden was geheel verdwenen. Wel intact waren de oorspronkelijke opnamen van Bernard Herrmanns prachtige muziek, die nu is omgezet naar een zeskanaals digitale geluidsmix en waarschijnlijk mooier klinkt dan hij ooit geklonken kan hebben.

Deze aanpak geeft al aan dat het de restaurateurs er niet om te doen was de film in zijn oorspronkelijke staat terug te brengen, ze wilden een Vertigo maken die de concurrentie met hedendaagse films aankan. Voor het herstel van de kleuren gebruikten ze nog zo veel mogelijk de beter geconserveerde originele kostuums als leidraad, maar het geluidsdecor is geheel van deze tijd. Vandaar dat een aantal Amerikaanse puristen de aanpak veroordeelden. Niet alleen zou het geluid niet deugen, ook de beeldresolutie en de verhouding tussen licht en donker werden bekritiseerd. Bij gebrek aan een tijdmachine is niet meer na te gaan hoe groot de verschillen tussen de oorspronkelijke en de gerestaureerde versie zijn, maar afgaande op de kennelijk onherstelbare schade aan een hotelscène, waarin Kim Novak een cruciale flashback heeft, mogen we Katz, Harris en de geldschieters van de Universal-studio dankbaar zijn voor het feit dat erger letsel is voorkomen. Voor ondergetekende markeert de nieuwe versie niet de eerste kennismaking met Vertigo, maar wel de meest indrukwekkende. Kim Novak, San Francisco en Vertigo hebben er in tijden niet zo goed uitgezien.