Barbara
Besmet door het systeem
Wat is belangrijker? Je roeping of je zucht naar vrijheid? En kan het een zonder het ander? De uitgebeende Stasi-thriller Barbara toont een samenleving waarin iedereen door het systeem besmet lijkt. Is ontsnappen mogelijk?
Het duurt even voordat je in de gaten hebt dat Barbara zich in het 1980 van voor de val van de Berlijnse Muur afspeelt. In het Oost-Duitse Stasi-land dat filmisch voorgoed gladgestreken leek door Oscarwinnaar Das Leben der Anderen (2006). En als je het dan ziet, dan zie je het niet aan een clichéparade van Trabantjes en grijze mannetjes in terlenka pakken, maar aan zoiets terloops als een kapsel of een stopcontact. Je bespeurt dat er iets vreemds en iets anders is aan het plattelandsziekenhuis waarnaar arts Barbara Wolff verbannen is. Maar net als de thrillerstructuur van de film, is het aan de toeschouwer om te ontdekken wat en hoe. Barbara is ‘unheimlich’ in de beste zin des woords.
Het is een atmosfeer die niet vreemd is aan het werk van de Duitse regisseur Christian Petzold (1960), wiens eerdere films Gespenster, Yella en Jerichow ook al deden denken aan uitgebeende Hitchcock-variaties. Hij sleurt je de film binnen met een mysterie, vaak aan de hand van een raadselachtige blondine — ook nu weer speelt zijn muze Nina Hoss de hoofdrol — en de hint van een psychologisch conflict. Maar dan gaat hij verder en onderzoekt maatschappelijke en morele vragen. Zoals in dit geval: is Barbara’s roeping belangrijker dan haar zucht naar vrijheid? En wat als er complicerende factoren in het spel zijn, zoals de liefde en een ziek systeem dat iedereen besmet die ermee te maken heeft? Dat wil zeggen: iedereen. Het verspreidt zich onderhuids, met een fluistering en het gevoel dat je niemand kunt vertrouwen. Is ontsnappen mogelijk?
Het is niet voor niets dat Barbara op het Filmfestival Berlijn bekroond werd met een Zilveren Beer voor Beste Regie en later bij de uitreiking van de Duitse filmprijzen zijn vele nominaties met een Beste Film-prijs verzilverd zag. Het web dat Petzold spint, omvat niet alleen zijn personages, maar ook de toeschouwer. Die kan enerzijds betekenislagen blijven ontdekken, en ontsnapt anderzijds maar ternauwernood aan de claustrofobische sfeer van de film, die even romantisch als gevaarlijk is. Hier is geen ruimte voor sentiment of nostalgie. Hier is het wantrouwen van het Oost-Duitsland van 1980 geen decor, maar het dna van een film die daardoor des te meer over onze eigen verziekte systemen gaat.