Yella

Rode blouse

Veel van de personages in de films van de Neue Berliner Schule zijn voortdurend onderweg. Naar hun werk, op vakantie, of zomaar on the road. Vaak in het achterland tussen Berlijn en de Poolse grens. Het nieuwe niemandsland als decor voor ontheemding.

Het schillen van een sinaasappel wordt een mysterieuze handeling in Yella, Christian Petzolds minimalistische drama, of beter gezegd: alledaagse horror. Petzold bewijst dat je een spannende film kunt maken over hele gewone dingen, zoals het ruisen van de bomen en het krassen van een kraai. Dit derde deel uit Petzolds Gespenster-trilogie, over de spoken van alledag die vooral de mensen treffen die het goed voor elkaar lijken te hebben, is ook een aanrader voor liefhebbers van lege-parkeerplaatsen-films als L’emploi du temps, in retrospectief een nog baanbrekender film dan bij zijn uitbreng.

Yella, genoemd naar zijn ondoorgrondelijke protagoniste, speelt zich af in de ultrasaaie wereld van de boekhouders en investeerders, maar ook aan die wereld zit een vreemd kantje. Want waarom draagt Yella bijvoorbeeld de hele film door dezelfde rode blouse? Na het faillissement van Yella’s vorige werkgever, met de geweldig vage naam Alpha Wings, gaat ze aan de slag als partner van een investeerder die een slaatje wil slaan uit noodlijdende bedrijven. Yella is als koele, onpeilbare vrouw geknipt voor de rol van kritische boekhoudster die elk gesjoemel op de balans onmiddellijk opmerkt. Terwijl er keihard wordt onderhandeld, verschuift de aandacht van de film zich naar kleine aberraties in de wereld van Yella, zoals een televisie met alleen maar ruis of een glas water dat op de grond valt. En dan wordt het plots ook toepasselijk dat de schimmige Yella in een anoniem hotel woont. Maar het doet er niet toe hoe de vork in de steel steekt. Yella is een ongrijpbare film, net als zijn in het kantoorpark verdwaalde hoofdpersonages.