Andrea Arnold over Red Road

'Het was een uitdaging alle personages erin te krijgen'

Andrea Arnold

Lars von Trier verzon het experimentele project Advance Party, met Red Road, Juryprijs-winnaar in Cannes, als eerste resultaat. Regisseur Andrea Arnold: “Het was nuttig om mijn eerste film te maken met opgelegde restricties.”

Drie films gemaakt door drie verschillende regisseurs. Maar wel telkens met dezelfde, vooraf vastgelegde karakters en acteurs.

Het uitgangspunt voor het Advance Party-project is verzonnen door Lars von Trier. Een nieuw creatief masterplan van de Deense tovenaar? Of toch vooral een commercieel handigheidje voor de producenten?

Red Road is de eerste van de drie die klaar is en de eerste lange speelfilm van de Britse schrijfster Andrea Arnold.

Hoe knellend waren de regels van het project? “Eerst dacht ik: geweldig. Het project gaf mij de mogelijkheid met een groep filmmakers te werken. Samen discussiëren, elkaar helpen en ondersteunen. Dat stond me wel aan.”

En later? “Tijdens het schrijven kreeg ik wel bedenkingen. Ik vroeg me af of ik wel een film zou kunnen maken die van mij was.”

Red Road

Alle karakters waren vooraf vastgelegd. Op de persconferentie hier in Cannes vertelde je dat je problemen had met het personage van Avery. Heb je erover gedacht om hem eruit te gooien? “Ik vond het een uitdaging om alle personages in de film te krijgen. Daar heb ik echt mijn best voor gedaan. Maar het heeft lang geduurd voordat Avery in het script zat. Ineens bedacht ik me dat [hoofdpersoon] Jackie een affaire had met iemand die ze om de twee weken ziet. Dat moest Avery dan maar zijn. Maar hoe leuk die scènes ook waren, ik heb me er altijd wat ongemakkelijk bij gevoeld. Ik heb er flink in gesneden.”

Had je ze niet liever helemaal geschrapt? “Dat mocht niet. Maar ook Alfred, de schoonvader in mijn verhaal, was een probleem. Hij was omschreven als een bommenpiloot die veel loog. Daar kon ik weinig mee. Aan het einde laat ik hem zeggen: ‘Ik was een bommenpiloot.’ Ik geef toe dat dat misschien wat makkelijk is.”

Hoe vaak heb je met de anderen samengewerkt? “Anders Thomas Jensen heb ik gisteravond voor het eerst ontmoet. Lars von Trier en Lone Scherfig heb ik één keer bij Zentropa gezien.”

En de andere regisseurs, Mikkel Nørgaars en Morag McKinnon? “We hebben elkaar een paar keer ontmoet, veel gepraat en elkaars werk gezien.”

Hebben ze invloed gehad op deze film? (Na een lange stilte) “Ze hebben feedback gegeven. Ze hebben hun commentaar gegeven op het script en op de eerste ruwe versie. Maar zoals met alle feedback, ik luister ernaar en pik eruit wat ik kan gebruiken.”

Je bent de eerste van de drie. “Ik heb me vrijwillig aangemeld. Ik wilde deze film maken, er vanaf zijn om weer verder te kunnen gaan met andere projecten die ik wil doen.”

Had je meer vrijheid omdat je als eerste aan de slag ging? “Ja, maar ik denk dat er toch genoeg vrijheid in de regels zit. Ook de andere twee zullen hun eigen weg wel vinden. Daar zijn ze veel te eigenwijs voor. En daar zijn hun scripts ook te goed voor.”

Wat gebeurde er als jullie van mening verschilden? “We hebben afgesproken dat degene die een bepaald karakter als hoofdpersoon zou hebben, het meest te zeggen zou hebben bij de casting. Alfred speelt de hoofdrol in een andere film. Bij mij is hij niet meer dan een bijrolletje. Dus was het logisch dat Morag McKinnon daar meer over te zeggen had. Maar Avery was echt een probleem. Morag wilde een bepaalde acteur hebben, die voor mij niet goed zou zijn. In haar film had hij een veel grotere rol. Maar ik zag haar acteur niet met Jackie op de voorbank zitten. Ik heb geprobeerd hem te herschrijven. Ik heb geprobeerd er een andere Avery van te maken. Maar dat werkte niet. Uiteindelijk ben ik toch teruggevallen op mijn oude Avery en heeft Morag de rol van haar Avery kleiner gemaakt.”

Het heeft dus zo zijn voordelen om als eerste te beginnen? “Ach, misschien wel. Het is gebeurd.”

Hebben die beperkingen waarmee je hebt moeten werken nog iets opgeleverd? “Het is een nieuwe vorm van ‘creatieve beperkingen’. Ook Dogma is begonnen als een samenwerking tussen verschillende filmmakers, die zich realiseerden dat het zinvol is om te beginnen met een reeks beperkingen, in plaats van met een blanco pagina. Dat is wat ze me verteld hebben. Ik denk dat de twee producenten die bij het project betrokken zijn, Zentropa en Sigma Films, een lowbudget programma wilden starten met een interessant concept. En dus hebben ze Lars von Trier benaderd.”

Maar hebben die regels jou iets gebracht, behalve de kans je eerste film te maken? “Film maken is restrictief van nature. Je kan bijvoorbeeld niet alle locaties gebruiken die je zou willen. Film maken gaat altijd over het overwinnen van obstakels. Hoe kun je die omzeilen of in je voordeel omzetten?”

Maar nu ben je vooraf begonnen met een aantal obstakels extra. “Ik vond het inspirerend om niet te beginnen met een blanco pagina. Niet dat ik verlegen zit om onderwerpen. Ik ben niet iemand die zich afvraagt: waar zal ik nu weer eens over schrijven? Maar het idee sprak me aan, ik vond het een uitdaging. Het was voor mij nuttig om mijn eerste film te maken met deze restricties. Ik heb er veel van geleerd.”

Wat heb je er dan van geleerd? “Gewoon de manier van werken. De dagelijkse routine van het maken van een film. Dat je veel stamina nodig hebt om het allemaal voor elkaar te krijgen. Ik heb ook aan veel mensen gevraagd: wat voor advies kun je geven over het maken van een eerste film? En telkens kreeg ik als antwoord: hard werken, heel heel hard werken.”

Ken je het werk van Belvaux? Die heeft een vergelijkbare trilogie gemaakt, maar dan in zijn eentje. “Wie?”

Lucas Belvaux. Die is hier toevallig ook in Cannes in competitie met een nieuwe film. “Nee. Zo zie je maar, ik leer elke dag. Elke dag hoor ik weer over nieuwe films die ik nog moet zien. Vanaf mijn achttiende heb ik geschreven. Korte verhalen, poëzie. Maar ik ben me er altijd van bewust geweest hoe krachtig het beeld is. Nu ik een film gemaakt heb, wil ik er nog één maken. En om dat te financieren is het fantastisch dat ik hier in competitie zit.”

Heeft Lars von Trier de film al gezien? “Ik weet het niet, ik weet het echt niet.”