Freeze Frame #21
De klap uit Fish Tank

Fish Tank. Illustratie: Lae Schäfer
Regisseur Shady El-Hamus (De libi, Forever Rich) brengt maandelijks een ode aan een bijzondere filmscène. Deze keer: Fish Tank.
In het tweede jaar van de Filmacademie zag ik een artistieke en humane film die tegelijkertijd verrassend meeslepende scenariokeuzes durfde te maken. In die tijd schreef ik kleine en subtiele verhalen, want dat voelde veilig. Ik wilde eigenlijk ook meer humane en meeslepende films maken maar wist niet of, en hoe, ik die twee samen kon brengen. Fish Tank opende mij de ogen.
Mia is vijftien. Haar moeder ziet haar niet staan. Haar zusje is een paar jaar jonger en een blok aan haar been. Het gezin, zonder vader, woont in een Britse wijk vol grijze flats. Een wijk waar weinig ruimte is voor liefde en waar elk kind leert om hard te zijn. Als iemand Mia te lang aankijkt, deelt ze zonder aarzeling een kopstoot uit, maar ze heeft tegelijkertijd een zachte, dromerige, kant. Zo heeft ze oog voor een vastgeketend paard in een veld verderop, gevangen gehouden door een groepje jongens, en danst ze in een verlaten flat waar ze alleen kan zijn met haar muziek. In die momenten voel je haar drang naar een ander leven, naar vrijheid.
Conor is de nieuwe vriend van Mia’s moeder. Een charmante man met een jeugdige energie. Hij weet tot haar door te dringen, iets wat niemand lukt. Al snel begint er een fascinerende driehoeksrelatie waarbij Conor en Mia elkaar steeds meer zien, flirten, maar Conor uiteindelijk ’s avonds gewoon bij haar moeder in bed kruipt. Mia hoort ze aan de andere kant van de dunne muur en wordt gek van jaloezie.
De situatie kookt over. In een dronken bui verleidt Conor haar en in de extreem ongemakkelijke scène die volgt, slapen ze met elkaar. Mia is in eerste instantie dolgelukkig, tot blijkt dat Conor de volgende ochtend met de noorderzon is vertrokken. Mia gaat achter hem aan en komt een stapel geheimen tegen. Conor blijkt een tweede leven te hebben, een vrouw en zelfs een kind. Een primitieve, dierlijke energie maakt zich van Mia meester. De man die ze vertrouwde blijkt de zoveelste teleurstelling in haar nog jonge leven.
Mia breekt in in Conors huis, urineert op het tapijt en kidnapt zelfs zijn jonge dochter. Zo probeert ze tevergeefs een plek in zijn leven op te eisen. Conor is woedend als hij haar ziet en gaat achter haar aan. Het is donker. Mia vlucht, rent de bosjes in, maar Conor is sneller. In volle sprint rennen ze over een verlaten knollenveld. Hij haalt haar in en grijpt haar vast. Half vallend komen ze tot stilstand en dan, voor ze er erg in heeft, slaat hij haar keihard in haar gezicht. Even is het stil. Alleen gehijg. Dan loopt Conor weg. Mia blijft alleen achter. Ze zullen elkaar nooit meer zien.
Het is een actiescène in een arthousefilm. De dramatische climax van een verhaal waarin het drama tussen de twee hoofdpersonages op de spits wordt gedreven. Fish Tank leerde me iets over lef. Ik heb zoveel respect voor het script – telkens als ik dacht dat ik de film kon bijhouden, herinner ik me, werd er een nieuwe versnelling ingezet en moest ik er weer achteraan. Ik leerde hoe interessant het is om door te blijven vertellen, stilstaand drama te vermijden en te zorgen dat je het conflict tussen je personages constant blijft vergroten, alsof je het vuur onder een pan steeds hoger draait tot de boel overkookt. Opeens, of eindelijk, snapte ik iets wat ik al vaak op school gehoord en gelezen, maar nooit helemaal begrepen had – drama beweegt vooruit. Zo raakte de klap die Conor aan Mia gaf mij ook keihard in het gezicht. Ik was wakker en wist welke kant ik op wilde.