Red Road

Peeping Jackie

Red Road

Andrea Arnold kwam met haar fascinerende film Red Road in Cannes terecht, in competitie, en kreeg van de jury onder leiding van Wong Kar-wai de juryprijs. Een debutantendroom.

Een fascinerende film. Het staat zelfs in ’t Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal. Als voorbeeld van iets wat fascinerend kan zijn, wordt ‘een fascinerende film’ genoemd. Er staat niet fascinerend toneelstuk of concert of schilderij, nee, er staat fascinerende film.

Misschien ligt het aan die twee F-en van Fascinerende Film. Dat klinkt lekker, zoals de twee A’s van Andrea Arnold en de twee R-en van Red Road ook lekker allitereren.

Toch wil ik ook graag geloven dat er voor ‘film’ is gekozen, als iets dat ons in het bijzonder kan ‘fascineren’ of zo je wilt: boeien, betoveren, vervoeren, veroveren, meeslepen, ja zelfs beheersen.

Andrea Arnold krijgt het aardig voor elkaar met Red Road. De film gijzelt niet alleen je blik, maar gaat ook over blikken. Jackie is namelijk een beveiligingsbeambte, een Peeping Tom in de beste Britse traditie. Ze kijkt naar monitoren en wij kijken met haar mee. Hoe het gewone leven voorbij trekt, en hoe zij en wij geen echte deelnemers zijn, maar toeschouwers, gluurders, loerders, totdat Jackie, rouwende Jackie, iets ziet waardoor ze weer gaat meedoen aan haar leven en waardoor ze zich dus ook weer blootstelt aan gevaar.

Jackie daalt neer uit haar veilige toren om de door haar bespiede omgeving van Red Road te onderzoeken. Red Road is de naam van een gigantisch, onheilspellend en soms futuristisch aandoend flatgebouw in Glasgow dat vol ex-gevangenen lijkt te zitten.

Dogma-op-locatie
Red Road is ook de eerste film die gemaakt werd naar een idee van Lars von Trier, om drie filmmakers een typisch Deens verhaal in Schotland op te laten nemen en te kijken wat daarvan komt. De Deense scenarist Anders Thomas Jensen (huisschrijver van Susanne Bier) en de Deense regisseuse Lone Scherfig ontwierpen de personages die door de Britse debutante Andrea Arnold verder werden uitgewerkt. Het is nog even wachten op de twee andere films, maar met Dogma-op-locatie in Schotland heeft die duivelse Von Trier nu al doel getroffen.

Helemaal vlekkeloos is het allemaal niet. Er gebeuren in Red Road soms wel erg toevallige dingen, maar die neem je graag voor lief, omdat Andrea Arnold zo’n spannende, spookachtige sfeer weet op te roepen. Ik moest zelfs af en toe denken aan mooie, strenge ‘kijkfilms’ als Antonioni’s Blow-Up (1966) en Haneke’s Caché (2005).

Behalve in het beeld zit de dreiging ook in het geluid. Het is net alsof je continu in een tunnel zit, zo’n hele lange tunnel waar geen eind aan lijkt te komen. Op het moment dat je de lucht weer ziet, slaak je even een zucht van verlichting. Het is precies zoals je uit Red Road komt. Je merkt dat je stokstijf hebt zitten kijken, aan het doek gekleefd, ‘gefascineerd’ door een buurt met net iets te veel honden, net iets te veel rondslingerend afval en een vrouw die daar net iets te gretig in rond wil waren.