Vriendinnen
De ideale vriendschap is een geheime wereld

Ocean’s 8
Female bonding is hot. Na een vrouwelijke Ghostbusters krijgen we deze zomer een ‘all-female’ Ocean’s 8 geserveerd. Wat is dat toch met vrouwenvriendschappen dat ze filmmakers zo blijven intrigeren?
1) De eerste die mijn hart brak, was mijn beste vriendin Nora. Ze was stoerder dan ik, onbevreesder. Ze holde door haar jeugd heen naar volwassenheid toe, ze was er al bijna. Toen we ieder naar een andere middelbare school gingen, zegde ze onze vriendschap op. Ik snapte er niets van.
2) Vrouwenvriendschappen zijn giftig. Ziekelijk, verknipt. Judith Eiselin schreef dit voorjaar naar aanleiding van drie recente romans een artikel in NRC Handelsblad over ongezond hechte meisjesvriendschappen. Eiselin typeert: ‘[Meisjes] zijn, tot ze seksueel ontwaken, vaak zo hecht en klef in hun vriendschappen dat het haast verliefdheid lijkt. De een kijkt tegen de ander op, ze verliezen zich in elkaar, ze klampen zich aan elkaar vast. Een breuk is op den duur onafwendbaar. (…) Het is een dankbaar onderwerp voor literatuur.’
Het is niet alleen een onderwerp voor boeken, ook in films klampen meisjes zich aan elkaar vast. Hun relatie is niet gelijk: de een is zwak, de ander sterk. De zwakke laat zich leiden, de sterke laat zich aanbidden. De vriendschap maakt ze overmoedig. Niet alleen een breuk is onafwendbaar, ook risicovol gedrag ligt op de loer. Althans, zo gaat het in films als Thirteen (Catherine Hardwicke, 2003) of My Summer of Love (Paweł Pawlikowski, 2004). In Girlhood (2014) van Céline Sciamma wordt de zestienjarige Marieme zelfs door een hele meisjesbende verleid. Deze vriendschappen zijn als een obsessie; ze maken bezitterig, wantrouwig, onzeker, obsessief. Of ze trekken je gewoon mee in de ellende.
3) In Single White Female (Barbet Schroeder, 1992) neemt Allie een huisgenote. De huisgenote manipuleert en imiteert haar. Ze neemt hetzelfde kapsel en doet zich als Allie voor. Dat de film een popcultuurfenomeen werd, heeft alles te maken met de herkenbaarheid van het akelige basisgegeven. We zijn allemaal Bridget Fonda; we hebben allemaal weleens een vriendin gehad die net iets te graag bij ons in de buurt wilde zijn. En we zijn allemaal Jennifer Jason Leigh; we voelen ons allemaal wel eens nietig in de buurt van een vrouw die mooier, zelfverzekerder en succesvoller is dan wij. Waarom spiegelen we ons toch zo graag aan elkaar? Waarom is de manier waarop we naar onszelf kijken zo verknoopt geraakt met hoe we andere vrouwen zien?
De film Ingrid Goes West (Matt Spicer, 2017), die in Nederland direct naar video ging, vertaalt het gegeven van Single White Female naar een komedie die stevig in het nu is geworteld, maar dan verteld vanuit het perspectief van de stalker. Ingrids meisjesverliefdheid op Taylor ontvlamt op Instagram, waar deze influencer een bestaan van vintage meubels, avocadotoast, zomerjurken en semi-intellectuele oneliners cultiveert. Ingrid gaat westwaarts, naar Los Angeles, met als enige doel: vrienden worden met Taylor. Of gewoon Taylor zijn. Door het vrouw-stalkt-vrouw-gegeven te koppelen aan de lege perfectie van Instagram maakt Spicer niet alleen een eigentijdse update van Single White Female, hij laat zien dat we, inderdaad, allemaal Jennifer Jason Leigh zijn. Ieder van ons verlangt er wel eens naar een ander te zijn. In de tijd van sociale media is die behoefte misschien wel sterker dan ooit.

4) Toen Madonna begin jaren tachtig iederééns meisjesverliefdheid was, castte regisseur Susan Seidelman haar in Desperately Seeking Susan (1985). Madonna speelt Susan, een ongenaakbare manic pixie dream girl in punkoutfits: sexy, stoer en niet te geloven zo cool. Roberta, huisvrouw in New Jersey, is door haar geïntrigeerd. Een plotingreep later leidt ze letterlijk Susans leven. Ze draagt haar naam en haar kleren. Ze heeft zelfs haar baantje als goochelaarsassistente. In Desperately Seeking Susan voert Seidelman Roberta niet op als stalker. Ze is niet sneu of obsessief. Haar nieuwsgierigheid naar Susans vrije bestaan zorgt ervoor dat Roberta eindelijk een knoop doorhakt in haar eigen leven. Je aan een ander spiegelen is niet per definitie problematisch. Het kan je een pad laten zien dat je zelf nog niet had ontdekt.
5) Nieuw-Zeeland, de jaren vijftig. Pauline en Juliet, tieners nog, worden vriendinnen. Pauline komt uit een arbeidersgezin, Juliets ouders zijn daarentegen rijk en werelds. Pauline, naïef als tieners kunnen zijn, doet haar eigen ouders af als ordinair en onwetend, terwijl ze Juliets ouders verheerlijkt. Samen fantaseren de vriendinnen een heel universum bij elkaar, vol verhaallijnen, personages en een volstrekt eigen logica.

Heavenly Creatures (Peter Jackson, 1994) schuurt dicht tegen het cliché van giftige meisjesvriendschappen aan. De vriendschap tussen Pauline en Juliet is ook ongezond. Het slot van de film is ook hartverscheurend, vooral als je weet dat Jackson zich op een bestaande moordzaak baseerde. Maar dat de conclusie van de film zo aangrijpt, komt doordat Jackson die vriendschap zo invoelbaar maakt. Mooi is de scène waarin Pauline en Juliet zingen op de fiets, onverwacht van de weg raken, door de bosjes een heuvel af denderen, aan de waterkant belanden, vervolgens hun kleren uittrekken en – nog steeds gierend van het lachen – het water induiken. Jackson begint zijn verhaal niet bij de negatieve invloed die de meisjes op elkaar hebben; hij begint bij de lol die ze samen hebben.
6) Vrouwenvriendschappen zijn sexy. Ik googelde ‘Girlfriends+film’ en kwam niet uit bij Claudia Weills gelijknamige film uit 1978, maar bij een eindeloze rits porno.
7) Vrouwenvriendschappen zijn nep. Ze zijn oppervlakkig, tijdelijk, voorwaardelijk. In Star Trek: Into Darkness (J.J. Abrams, 2013) is een mannenvriendschap het centrale punt in een wervelwind van actiescènes. Op Twitter vroeg ik me destijds af of het vrouwelijke equivalent van het witte doek was verdwenen. ‘Female bonding tussen vrouwen is negen van de tien keer toch niet oprecht’, reageerde ene @ShinobivsGast. ‘Die bromance tussen Kirk en Spock was nice.’
In hetzelfde jaar kwam Bert Wagendorps roman Ventoux uit, volgens De Wereld Draait Door een “oerboek over vriendschap.” Maar Wagendorp had het in zijn boek niet zozeer over vriendschap als wel over mánnenvriendschap. Die is namelijk, zo schreef hij in een essay in de Volkskrant, anders dan vrouwenvriendschap. Hij legde uit: op school werd er vroeger alleen door de jongens gekleid. Daarbij “werd niet veel gesproken, er werd iets gedaan.” Vrouwen mogen kletsen wat ze willen, suggereert hij, maar het wederzijdse begrip tussen mannen is – letterlijk – vanzelfsprekend. Het soort mannenvriendschap dat Wagendorp schetst – onsentimenteel en onvoorwaardelijk – is het soort dat constant wordt gecultiveerd en geromantiseerd, in zowel boeken als films. Mannenvriendschap, stelt hij, is “mogelijk zelfs diepgaander” dan de vriendschap tussen vrouwen.
8) Voeden we meisjes anders op dan jongens? Onderzoekers ontdekten dat autismespectrumstoornissen – waaronder klassiek autisme, maar bijvoorbeeld ook ADHD en ADD vallen – niet per se minder voorkomen bij meisjes; de symptomen manifesteren zich gewoonweg anders. Ze gaan verstopt onder lagen van sociaal gewenst gedrag. Van meisjes verwachten we dat ze ‘leuk samen spelen.’ Onbewust dirigeren opvoeders ze richting groepjes, terwijl ze jongens in hun eentje laten spelen.
Maken we van meisjes sociale wezens? Met alle frustratie die hoort bij afgedwongen sociaal gedrag? Maken we van jongens einzelgängers? Met alle machteloosheid die hoort bij eenzaam worstelen? Nora en ik speelden dat we volwassen waren, ieder van ons nam steeds een andere rol op zich. Ik kan me voorstellen dat meisjes, getraind om zich in groepjes te bewegen, samen oefenen op vrouw-zijn, terwijl jongens de puzzel van man-zijn in hun eentje in elkaar passen.

9) Een jaar later zag ik Nora weer, op ons oude schoolplein. Zij had een vriendje, een veel oudere jongen. Ik had een nieuwe beste vriendin, Vanessa. Mijn vriendschap met Vanessa – stabiel, gelijkwaardig, vertrouwd – legde het fundament waarop ik al mijn latere relaties zou bouwen. We speelden niet dat we volwassen waren, we werden samen volwassen. Toen alles op losse schroeven stond, was zij het enige dat zeker was.
In Frances Ha (Noah Baumbach, 2012) mijmert het titelpersonage over de ideale vriendschap. Jullie zijn op een feestje, schetst ze, allebei in gesprek met iemand anders. Dan vinden jullie elkaars blik. Die blik is niet bezitterig of seksueel geladen, die blik betekent dat jullie bij elkaar horen. “And it’s funny and sad”, zegt Frances, “but only because this life will end.” De ideale vriendschap is als een geheime wereld, waar niemand iets van afweet.

10) Vijf jaar na mijn tweet over Star Trek is female bonding hot en in het bijzonder die tussen hele groepen vrouwen. Na een vrouwelijke Ghostbusters (2016) krijgen we deze zomer een ‘all-female’ Ocean’s 8 voorgeschoteld, om nog maar te zwijgen over alle vrouwenkomedies die de bromances en romcoms van het scherm hebben verdrongen: een roadtrip naar New Orleans in Girls Trip (2017), een mislukt vrijgezellenfeestje in Rough Night (2017), feestende moeders in Bad Moms (2016) en de club zingende buitenbeentjes in de Pitch Perfect-reeks. De hype werd ongetwijfeld aangezwengeld door de huidige feministische golf, maar dan eerder het sexy feminisme van Beyoncé en de girl squad van Taylor Swift dan de politiek geladen women’s marches en #MeToo.
Ben ik te cynisch? Mag ik niet klagen nu Hollywood eindelijk weer eens scoort op de bechdeltest? Of wordt de vriendinnenclub, bestaande uit louter succesvolle en goedgeklede vrouwen, in deze films opgevoerd als het nieuwste item op de checklist van een volmaakt leven? Er wordt tegenwoordig met veel genoegen gehaat op Sex and the City. De serie die in de jaren negentig een fenomeen werd, zou oppervlakkig en al te glamoureus zijn. Een verheerlijking van het kapitalisme en ongeloofwaardig bovendien. Maar de aantrekkingskracht van Sex and the City zat nooit in de kleding en de spullen – die kreeg je er gewoon als cadeautje bij. Wat de serie zo sterk maakte, was de vriendschap tussen de vier hoofdpersonages, die zo verschillend waren en toch altijd elkaar steunden. Wat de serie onovertroffen maakte, was dat de makers oprecht geïnteresseerd waren in de manier waarop die vriendschap, die tegelijkertijd complex en doodeenvoudig was, in elkaar stak. En dat is precies wat de nieuwe hausse aan vriendinnenfilms ontbeert.

11) Jacques Rivette bouwt Céline et Julie vont en bateau (1974) heel langzaam op. De vrouwen uit de titel, kinderen van hun tijd in een bohémien Parijs, cirkelen om elkaar heen. Ze zijn geïntrigeerd, maar kijken de kat nog uit de boom. Ze trekken bij elkaar in en nemen, bijna als vanzelf, elkaars leven over, om uiteindelijk in een heel nieuw verhaal te belanden. Hoe krankzinnig en inventief het pad ook is dat Rivette uiteindelijk inslaat, wat vooral bijblijft is het enorme plezier dat Céline en Julie samen hebben.
Ik kreeg de dvd van Céline et Julie jaren geleden van een vriend. Toen hij het me cadeau gaf, zei hij wat hij ook ooit over Heavenly Creatures had gezegd: “Ik zou deze film zo graag zien als vrouw.”