Heavenly Creatures
De verbeelding aan de macht
Voor zijn vierde film Heavenly Creatures ontving regisseur Peter Jackson vorig jaar de Zilveren Leeuw op het filmfestival van Venetië. Met zijn portret van twee vriendinnen die in de jaren vijftig de beruchtste moordzaak uit de geschiedenis van Nieuw-Zeeland op hun naam schreven bewijst Jackson een voortreffelijk filmmaker te zijn, die ook zonder het gebruik van hectoliters bloed veel indruk maakt.
Voor horrorfilmliefhebbers is Peter Jackson geen onbekende. Na vier jaar zwoegen leverde hij in 1988 met zijn debuutfilm Bad Taste een spectaculair visitekaartje af. Overduidelijk geïnspireerd door de anarchistische humor van Monty Python verhaalde de film van de strijd van een groepje sukkels tegen een invasie van buitenaardse menseneters. Jackson speelde zeer verdienstelijk de hoofdrol en deed daarbij de titel van de film alle eer aan door voortdurend zijn uit een hoofdwond puilende hersens terug te duwen. Zijn bizarre gevoel voor humor nam al even extreme vormen aan in de helaas in Nederland nooit uitgebrachte poppenfilm Meet the Feebles, waarin hij op een hilarisch vulgaire manier de Muppetshow op de hak nam. Met de zombiefilm Braindead bereikte hij vervolgens het summum op het gebied van humoristische horror en vestigde hij terloops het wereldrecord bloedvergieten.
Een gevoelig en aandoenlijk portret van twee vijftienjarige meisjes die aan de beklemmende sfeer van de jaren vijftig ontsnappen in een droomwereld lijkt mijlenver verwijderd van de hysterische bloederigheid van Braindead. Jacksons voorlaatste film bevatte voor de opzienbarende climax echter al een aantal elementen die in Heavenly Creatures tot volle wasdom zijn gekomen. Ook Braindead was in de benepen jaren vijftig gesitueerd en de regisseur nam uitgebreid de tijd om het overdreven moralisme en de strikte etiquette van die tijd aan de kaak te stellen.
Rijke fantasie
Jackson opent zijn nieuwe film met een oud bioscoopjournaal over de stad Christchurch, waarbij de indruk ontstaat dat Nieuwzeelanders destijds Engelser waren dan de Engelsen. De stedelijke idylle van keurig onderhouden bloemperkjes en schilderachtige Tudor-architectuur maakt echter snel plaats voor een aanzienlijk minder vrolijk beeld. Twee bebloede meisjes rennen hysterisch schreeuwend een berg op. Het zijn de Engelse Juliet Hulme en de Nieuw-Zeelandse Pauline Parker.
Twee jaar eerder leren de meisjes elkaar kennen op school. Pauline is een buitenbeentje, ietwat corpulent en met een permanente frons op haar gezicht, Juliet een nieuwe leerling die al tijdens haar eerste lesuur furore maakt door de lerares te overtroeven met haar kennis van de Franse taal. De twee meisjes delen een passie voor de Italiaanse tenor Mario Lanza en een tragisch verleden dat overschaduwd werd door een langdurig verblijf in het ziekenhuis. Ze bezitten beiden een rijke fantasie en dromen over een romantisch leven in ‘de vierde wereld’, het koninkrijk Borovnia waarover zij de scepter zwaaien als man en vrouw en waarin James Mason en Mario Lanza als goden rondlopen.
Naarmate Pauline en Juliet zich steeds meer onttrekken aan de buitenwereld groeit bij hun ouders het besef dat hun band misschien wel ongezond kan zijn. In een tragikomische scène legt een dokter aan Pauline’s moeder uit dat haar kind mogelijk ho… homoseksueel is. Hij kan het gevreesde woord nauwelijks over zijn lippen krijgen en spreekt de hoop uit dat de medische wetenschap snel een geneesmiddel voor de afwijking zal vinden. Wanneer de twee hartsvriendinnen van elkaar gescheiden dreigen te worden richt Pauline’s woede zich tegen haar moeder en sleept ze Juliet mee in een wanhoopsdaad.
Authentiek
In zijn streven naar een getrouwe weergave van de feiten is Peter Jackson verder gegaan dan menig ander misdaadverfilmer. Hij interviewde op de twee meisjes na bijna alle betrokkenen, hanteert in een voice-over fragmenten uit Pauline Parker’s dagboeken en filmde bijna uitsluitend op de authentieke locaties. Daarnaast liet hij zich bij de keuze voor de acteurs zoveel mogelijk leiden door hun gelijkenis met de oorspronkelijke betrokkenen. Dat pakt wonderwel erg goed uit, niet alleen in de bijrollen maar vooral in de prestaties van debutanten Melanie Lynskey en Kate Winslet. De vijftienjarige Lynskey speelt vol overtuiging de getroebleerde Pauline Parker, terwijl de zeventienjarige Winslet op vier jaar toneel- en televisie-ervaring kan bogen bij haar sterke vertolking van de charismatische Juliet Hulme.
Ofschoon Jackson het tragische aspect van de verdoemde vriendschap nergens onder stoelen of banken steekt bevat Heavenly Creatures een groot aantal geslaagde humoristische momenten. Daarbij leeft hij zich heerlijk uit in de vormgeving van de droomwereld van de twee hemelse schepsels, die regelmatig uitstapjes maken naar hun koninkrijk dat bevolkt wordt door uit klei opgetrokken versies van hun romantische helden. Zelfs hun kwelgeest Orson Welles maakt zijn opwachting in een ode aan Carol Reeds klassieker The Third Man.
Het enige minpunt van de film is dat Jacksons streven naar authenticiteit een glasheldere interpretatie van het motief voor de uiteindelijke wanhoopsdaad in de weg staat. Maar dat is altijd nog te verkiezen boven de verregaande dichterlijke vrijheid die de meeste Amerikaanse misdaadfilmers hanteren, wanneer zij hun films voorzien van het predikaat ‘waargebeurd’. Jackson is er in ieder geval volledig in geslaagd een prachtig monument neer te zetten voor twee dromers die door hun omgeving niet begrepen werden. Daarbij kan hij zich met gemak meten met landgenote Jane Campion en overstijgt hij het label ‘getalenteerde horrorfilmer’ definitief. Hopelijk staat Jacksons huidige samenwerking met Robert Zemeckis (Forrest Gump) en Michael J. Fox voor zijn nieuwe film The Frighteners meer prachtfilms als Heavenly Creatures niet in de weg.