Un beau matin

De filosofie van Mia Hansen-Løve

Mia Hansen-Løve

In een ogenschijnlijk simpele vorm onderzoekt de Franse filmmaker Mia Hansen-Løve wat het betekent om mens te zijn, in kleine films vol diepe inzichten in de menselijke conditie.

Un beau matin

De films van Mia Hansen-Løve lijken simpel. Ze bestaan grotendeels uit alledaagse taferelen. De personages wandelen door de stad of nemen de trein. Ze zitten in hun appartement te lezen. Ze slenteren door een museum of bezoeken een bioscoop en praten na over de film. Ze gaan naar hun werk.

Haar films kunnen omschreven worden als wat in het Engels zo mooi een slice of life heet, ‘een plakje leven’ – alsof het leven een cake of een worst is waar je zomaar een stuk van af kunt snijden om zonder context te bewonderen.

Critici van Hansen-Løve noemen haar films vaak doelloos of simplistisch. Zelfs in de meest positieve recensies van haar films leidt dat tot beschrijvingen als ‘vluchtig’ of ‘bescheiden’. En toch gaan haar films over de grootste persoonlijke crises in het leven: het einde van je eerste relatie, een scheiding, een affaire of – zoals in haar nieuwste film Un beau matin – de dood.

Filosofische inzichten
Hansen-Løve heeft dan ook de gave om filmmaken gemakkelijk te laten lijken. Haar filmstijl is ontdaan van alles wat opzichtig genoemd kan worden: geen extra-diëgetische muziek (dat wil zeggen: geen muziek die de personages niet zelf kunnen horen), geen complex camerawerk of montage, geen stunts of greenscreens of special effects. De camera richt zich op de hoofdpersoon en de scènes bestaan vaak uit momenten van rust en stilte.

Daarmee kan het inderdaad lijken alsof Hansen-Løve films maakt die niet meer zijn dan een soort opeenstapeling van dagelijkse momenten. Maar deze manier van filmmaken laat juist een kritisch begrip zien van wat het betekent om mens te zijn. De schijnbaar vluchtige, achteloze stijl weerspiegelt de levensvisie van de hoofdpersonen van de film en bekritiseert die tegelijkertijd ook.

Mia Hansen-Løve is de dochter van twee filosofieprofessoren. Haar eigen belangstelling voor de filosofie komt tot uiting in haar films: die citeren beroemde filosofen, gaan over filosofieprofessoren of de sets staan vol filosofische boeken. En hoewel haar films geen rigoureuze filosofische analyses zijn, bieden ze wel degelijk een filosofisch denkraam.

Hansen-Løve ontleent de vorm van haar films aan de literaire werken van de existentialistische filosofen die zij in haar films vaak citeert en waar haar personages over spreken, lezen of naar verwijzen. Denk aan de romans en korte verhalen van Albert Camus en Jean-Paul Sartre en de schrijfsels van de zogenaamde ‘esthetische’ pseudoniemen van Søren Kierkegaard. Stuk voor stuk teksten over problematische personages die geschreven zijn vanuit hun perspectief en die deze personages indirect bekritiseren door tegenstrijdigheden aan de lezer te laten doorschemeren.

Het is een vorm van argumenteren die nauwelijks argumentatie kan worden genoemd, en dat geldt ook voor de films van Hansen-Løve. In plaats daarvan is het een subtiele manier om het punt van de film aan de kijker te onthullen, om de kijker de ideeën van de film te laten ervaren en daarmee verinnerlijken.

Bergman Island

Betekenis
Hansen-Løve’s films gaan dus niet alleen over het menselijk leven, maar bieden ook inzichten in de menselijke aard, in het bijzonder in relatie tot vrijheid en verantwoordelijkheid. Ze gaan over personages die hun leven betekenis proberen te geven, maar daarin vaak falen. Haar hoofdpersonen zijn over het algemeen intellectuelen die het leven in hun hoofd leven: L’avenir (2016) gaat over een filosofiedocent, Bergman Island (2021) over een schrijver en Un beau matin (2022) over een vertaler.

Hun beroep is niet zomaar een baan, iets wat ze soms uitvoeren; het is hun identiteit, iets wat zij altijd zijn. Filosofiedocent Nathalie uit L’avenir geeft les over abstracte concepten en theorieën en blijkt ook alleen op een soortgelijke abstracte manier haar eigen leven te kunnen leiden.

Bergman Island gaat over een schrijver die het leven op een creatieve manier benadert. In de film vervagen de lijnen tussen fictie en werkelijkheid. Un beau matin gaat over een vertaler die zelfs in haar privéleven vastzit in haar rol van tolk, omdat ze het geraaskal van haar vader, die aan een hersenziekte lijdt, moet interpreteren en vertalen.

L’avenir

In het begin van L’avenir zien we hoe Nathalie (Isabelle Huppert) een groep protesterende studenten negeert en naar haar klaslokaal loopt om les te geven. Wanneer studenten haar even later in de les vragen waarom ze niet betrokken is bij het protest, antwoordt ze: “Ik heb geen mening over politiek.” Het echte leven, echte politiek, echte omstandigheden interesseren haar niet.

Ook mensen ziet ze als een concept. Haar echtgenoot is bijvoorbeeld simpelweg de man met wie ze getrouwd is. Als hij aankondigt van haar te willen scheiden, zegt ze: “Ik dacht dat je altijd van me zou houden.” Ze denkt niet aan hun eigenlijke relatie, maar alleen aan wat een huwelijk conceptueel gezien betekent. Haar echtgenoot zal van haar blijven houden, want dat is nou eenmaal wat het betekent om getrouwd te zijn.

Deze houding zorgt ervoor dat Nathalie zich nergens echt aan bindt. Ze is een docent, maar ze voelt geen verplichtingen tegenover haar studenten. Wanneer ze tijdens het lesgeven gebeld wordt door haar zieke moeder, verlaat ze de les halverwege. Ze is een dochter en dat betekent dat ze alles moet opgeven om voor haar moeder te zorgen. Maar ze raakt al snel geïrriteerd wanneer ze bij haar moeder is aangekomen en stuurt haar uiteindelijk naar een verzorgingstehuis.

Haar gebrek aan verbintenis wordt vooral duidelijk wanneer ze oud-student Fabien tegenkomt, die in een anarchistische commune woont. Anders dan zij, denkt hij dat woorden en daden overeen moeten komen. Als ze afreist naar zijn commune, ziet ze dat meer als een uitstapje naar zijn manier van leven dan als een toetreding tot zijn idealen: ze brengt het grootste deel van haar tijd alleen door, met haar neus in de boeken of haar armen om een kat.

Vrijheid
Aan het eind van de film heeft Nathalie geen echtgenoot meer, zijn haar kinderen het huis uit en is haar moeder overleden. “Ik heb nu totale vrijheid”, zegt ze. Maar Nathalie is niet vrij – niet echt tenminste. Vrijheid heeft namelijk ook een vorm van verbondenheid en verantwoordelijkheid nodig. Nathalie’s idee van vrijheid is een schijnvrijheid, één waarbij ze kan doen wat ze wil omdat ze als een soort geest door het leven gaat. De doelloosheid van L’avenir is daarmee een afspiegeling van Nathalie’s leven. Dat de film overkomt als een willekeurige verzameling dagelijkse taferelen, komt omdat Nathalie zelf zonder enige verbintenis door haar leven zweeft.

Op het eerste oog lijkt ook Un beau matin een simpele opeenstapeling van momenten uit het leven van tolk Sandra (Léa Seydoux). We volgen haar terwijl ze zich over haar zieke vader ontfermt, voor haar dochter zorgt en een affaire begint met een oude vriend. Maar het zijn juist de banden met het verleden die de hele film doorklinken. De dood van Sandra’s man, bijvoorbeeld, die vijf jaar voor het begin van de film plaatsvond en waaraan Sandra elke keer wordt herinnerd als ze haar jonge dochter ziet. En het verleden van haar vader, iets waar hij langzaam van losraakt door de progressieve hersenaandoening waaraan hij lijdt.

Grip verliezen
Zo worden deze banden in Un beau matin één voor één losgesneden. Sandra’s vader was ooit filosofieprofessor. Nu kan hij niet meer zien en ook niet meer goed nadenken. Hij woont nog in zijn oude appartement vol boeken, maar heeft zijn dochter nodig om in die ruimte zijn weg te vinden. Door zijn hersenziekte verdwijnt zijn identiteit langzaam, tot hij alleen van buiten nog lijkt op de man die hij ooit was: hij verliest zijn grip op de taal, op tijd, op locatie.

Sandra stuurt hem naar een verpleeghuis en doet de boeken weg die hij vroeger koesterde. Het zijn deze boeken, zegt ze, die maakten wie hij was. Hij leeft dan nog wel, maar ze heeft eigenlijk al afscheid van hem genomen. Tegen het eind van de film verstopt Sandra zich in de lift, terwijl hij verward door het verpleeghuis strompelt.

De steeds grotere afstand tot haar vader valt samen met de ontmoeting met haar oude vriend Clément, op wie ze al snel verliefd wordt. Maar Clément is getrouwd. Hoewel ze binnenshuis samen kunnen zijn, kunnen ze buiten niet samen gezien worden. Als ze samen naar een museum gaan, lopen ze gescheiden door de zalen. Net zoals Sandra, die zich als tolk altijd tussen twee werelden begeeft, verscheurd is tussen de vader die ze kende en de man die hij nu is, is Clément verscheurd tussen zijn gevoelens voor Sandra en zijn huwelijk.

Aan het einde van de film brengen ze samen een dag buiten door. Clément heeft zijn vrouw verlaten, maar we zien de negatieve gevolgen hiervan niet. In Un beau matin omarmt Sandra het gelukkige leven dat haar als een soort uitweg wordt aangeboden. Maar ze kan alleen gelukkig zijn door de banden met het verleden te verbreken: voor Sandra betekent dat het achterlaten van haar zieke vader in een verpleeghuis en voor Clément betekent dat het verlaten van zijn vrouw. Hun ‘mooie ochtend’ buiten lijkt zorgeloos, maar is getekend door dit verlies.

Un beau matin springt bijna lukraak van het ene moment naar het andere. Daarbij verbergt de film veel van de pijn en het verlies die Sandra voelt. We zien de ruzies tussen Clement en Sandra bijvoorbeeld niet in beeld gebeuren, maar alleen het begin of de gevolgen ervan. Daarmee vangt Hansen-Løve de levensvisie van Sandra in de vorm van de film. Want hoewel haar films een slice of life lijken, laten ze juist zien dat dat onmogelijk is: je kan niet zomaar een stukje van het leven afsnijden.