Nonchalante verbeelding van psychische problematiek
Mentale problemen graag voor u houden a.u.b.
De nieuwe bespreekbaarheid van mentale gezondheid zorgt voor een nonchalantere representatie van psychische problematiek in cinema. Zoals in de recent Nederlandse film Meskina, waarin hoofdpersonage Leyla zogenaamd aan pleinvrees lijdt. Achter deze verbeelding schuilt een problematische verhouding met mentale gezondheid die kenmerkend is voor de filmgeschiedenis.
Er is iets merkwaardigs aan Meskina, het speelfilmdebuut van Daria Bukvić, waarin hoofdpersonage Leyla zichzelf introduceert als geestesziek. Ze heeft agorafobie, pleinvrees, vertelt ze ons in voice-over; als haar zus er niet was geweest, zou ze überhaupt niet meer buiten komen. Het is op de eerste plaats merkwaardig dat het hoofdpersonage van een genre waarin de hoofdpersoon vaak de heersende norm vertegenwoordigt, wordt voorgesteld als geestesziek. Maar wat nog merkwaardiger is, is dat haar pleinvrees na de opening zonder verklaring volledig uit het verhaal verdwijnt: Leyla verlaat keer op keer haar huis, zelfs zonder hulp van haar zus.
Het is de moeite waard om te onderzoeken wat hier aan de hand is. Je zou het slechts als een slordigheid in het scenario kunnen zien maar het is meer dan dat: deze nonchalante omgang met psychische problematiek is een symptoom van een nieuwe manier van omgaan met mentale gezondheid, het resultaat van een normalisatiebeweging die zich vooral voltrekt op sociale media.
Gevaar
Cinema heeft een gecompliceerde verhouding tot psychische problematiek. In de filmgeschiedenis zijn personages die lijden aan psychische stoornissen vaak verpersoonlijkingen van het kwaad. Een klassiek voorbeeld is Jack – “Here’s Johnny” – Torrance (Jack Nicholson) in Stanley Kubricks The Shining (1980), wiens mentale inzinking direct correleert met het gevaar dat hij vormt voor zijn omgeving. Dit soort personages zijn vaak in meer of mindere mate verminkt om hun ‘gevaarlijke’ afwijking van de norm aan te geven – denk Freddy Krueger met zijn verbrande huid in Nightmare on Elm Street (1984), The Joker met zijn uitgescheurde mond in de Batmanfilms en Joker (2019) of Cruella De Vil met haar tweekleurig haar in 101 Dalmatians (1996) en Cruella (2021).
Hoewel het belang van zichtbaarheid en de verantwoordelijkheid van filmische representatie bekender is geworden, zijn deze tendensen nog steeds zichtbaar in eigentijdse films. In het recente Berlin Alexanderplatz (2020) wordt de waanzin van de antagonist Reinhold (Albrecht Schuch) – zijn obsessiviteit en zijn neiging tot geweld – gesignaleerd door zijn lichamelijke misvorming: zijn voorovergebogen houding, zijn verdraaide arm, zijn frêle lichaam. In Zola (2020) wordt het gevaar van de pooier (Colman Domingo) aangeduid met een aanhoudend shot van zijn opengesperde heterochromische ogen. Een bewuste keuze: Domingo heeft bruine ogen en droeg voor de film dus één blauwe contactlens.
In die zin lijkt Meskina verfrissend. Leyla wordt geïntroduceerd als iemand die lijdt aan een psychische stoornis, maar ze draagt haar problemen niet op haar huid. Haar zogenaamde gekte wordt niet gebruikt om haar als kwaadaardig neer te zetten, als iets waar het publiek voor moet vrezen, maar om haar herkenbaar te maken, iets waar het publiek zich in kan verplaatsen. Dat wil niet zeggen dat zij perfect is. Integendeel, Leyla, die door haar familie geringschattend Meskina, ‘zieligerd’, wordt genoemd, wordt geïntroduceerd als een mislukking en gecontrastreerd met haar succesvollere nicht Malika, die meermaals als veel mooier wordt aangeduid. Een onderscheid dat trouwens niet meteen duidelijk is voor de kijker.
Anders dan in de horrorfilms wordt Leyla’s agorafobie niet gebruikt om haar als gevaarlijk te markeren, maar juist om haar herkenbaar te maken. Tegelijkertijd mag zij niet echt lijden – op haar mentale problemen worden wel gezinspeeld, maar ze krijgen niet de ruimte op het scherm. Het benoemen van haar mentale problematiek maakt haar dus relatable: Leyla is anders dan de succesvolle vrouwen in haar omgeving, maar zij is niet gek – niet echt, tenminste. Meskina maakt dus gebruik van de connotaties van mentale problematiek, zonder daarbij de harde realiteit van een geestesziekte te verbeelden.
‘Quirky’
We kennen de nonchalantere houding tegenover mentale problematiek uit vooral Engelstalige, eigenzinnige cinema. Personages in ‘quirky’ series als Girls (2012-2017) en Please Like Me (2013-2016), vaak grootstedelijke twintigers, gebruiken woorden als ‘angst’ en ‘trauma’ om hun gevoelens te beschrijven. Ze zijn herkenbaar, juist doordat ze zich onderscheiden van de norm. Dit zijn personages met gebreken die goed op de hoogte zijn van het psychiatrische jargon en daarom hun innerlijke onrust vaardig kunnen beschrijven.
En toch mogen ze nooit helemaal krankzinnig worden. Ze verliezen nooit volledig het contact met de realiteit. Ze hebben bijna nooit een therapeut. Hun mentale problemen zijn draaglijk en begrijpelijk, zelfs als ze onderbelichte facetten van mentale problematiek behandelen. In een aflevering in het tweede seizoen van Girls zien we bijvoorbeeld hoe Lena Dunhams personage Hannah met een wattenstokje tot bloedens toe haar oor schoonmaakt – het resultaat van haar obsessief-compulsieve stoornis die al het hele seizoen opbouwt. En hoewel de aflevering werd geprezen om de rauwe verbeelding van mentale problematiek, was het herkenbaar voor een breed publiek op een heel andere manier. “Als jou bang maken om wattenstaafjes in je oor te gebruiken het enige is wat ik heb gedaan op aarde, zal ik sterven als een gelukkige en doelgerichte vrouw”, twitterde Lena Dunham over de aflevering, waarbij ze zich meer richtte op het gevaar van slechte oorreinigingspraktijken dan op de verbeelding van mentale problematiek.
Zelfs als de mensen in hun omgeving bezwijken onder hun problemen, wordt hun lijden altijd op een luchthartige manier getoond. Zoals in Please Like Me, waarin het vriendje en de moeder van hoofdpersonage Josh (Josh Thomas) in dezelfde kliniek verblijven, wat vooral voor veel grappen zorgt. Hun problemen zijn zowel iets wat zij gewoonweg hebben, zoals iemand een bepaalde kleur ogen heeft, als iets waar zij zich zomaar overheen moeten zetten.
Zulke nonchalante representatie maakt psychische problematiek weliswaar even zichtbaar, maar wist die vervolgens uit. Als de voorstelling van psychische problematiek immers altijd netjes is, binnen de lijntjes gekleurd, dan wordt ons begrip en dus onze tolerantie van meer ontwrichtende mentale problemen aangetast. En dat kan net zo kwalijk zijn als de beangstigende verbeelding van psychische stoornissen die we zo goed kennen uit horrorfilms.
Lichtzinnig
In Meskina bestaat Leyla’s mislukking, net zoals haar agorafobie, eigenlijk alleen oppervlakkig. Ja, ze scheidt van haar man en ja, dit leidt ertoe dat ze haar baan verliest en gedwongen wordt in haar jeugdslaapkamer te slapen. Maar ze wordt ook gekenmerkt als begeerlijk – meerdere mannen werpen zich aan haar voeten – en als goed in haar werk – ze redt een belangrijke vergadering die haar een promotie oplevert en haar de productie van een awardshow bezorgt. Ze heeft vrienden, een goede band met haar familie en is over het algemeen geliefd.
Leyla kan dus wel over haar mislukkingen praten, net zoals ze haar agorafobie kan aankondigen, maar mag die niet tonen. Dit is hoe het bespreekbaar maken van mentale gezondheid eruitziet in het tijdperk van sociale media: onder een aantrekkelijke foto van jezelf klaag je in het bijschrift nog even over je depressie.
Het heeft iets hypocriets. Perfectie is namelijk allang niet meer herkenbaar, dat weten makers ook wel. Een hoofdpersonage waarbij alles voor de wind gaat, staat te ver van het publiek af. Leyla mag dus zeggen dat ze lelijk, onsuccesvol en een beetje gek is. Maar ze mag het niet laten zien. Dat schrikt, net zoals in de horrorfilms uit de jaren tachtig, nog steeds af. Er is dus een spoor van de oude connotaties van mentale problematiek zichtbaar in dit soort nieuwe representaties van mentale problemen.
De normalisatie van psychische problematiek lijkt misschien te suggereren dat mentale problemen niet meer taboe zijn: geestesziekten zijn niet meer voorbehouden aan personages in de marges van de samenleving, de schurken en de boeven. Maar door lichtzinnig om te springen met de verbeelding van mentale problematiek en dus niet de realiteit van een geestesziekte te laten zien, marginaliseert deze zichtbaarheid nog steeds de mensen die eronder lijden.