Filmbeleving met een visuele beperking
Het innerlijke oog

Blue
De komst van de Nederlandse audiodescriptie-app Earcatch in 2015 betekende een aardverschuiving voor mensen met een visuele beperking. Ook wie blind of slechtziend is kan zich nu een beeld vormen van een verhaal, locaties en personages. Vijf filmliefhebbers vertellen over hun ervaringen. “Dit is écht film kijken.”
Marjolein van den Broek (1980) werd in 2014, na een bestaan waarin ze slechts licht, donker, kleuren en vlekken zag, volledig blind. “Vroeger kroop ik zowat in de tv om toch iets te zien.” Ze is een echte filmliefhebber. Toen ze in 2015 met haar moeder werd uitgenodigd voor de lancering van Earcatch, had ze nul verwachtingen. “Maar tijdens de film zat ik er gelijk helemaal in. Mijn moeder keek niet meer naar de film, maar naar mij, omdat ik zat te stralen. Ik huilde van geluk.”
Ook voor die tijd bezocht ze al regelmatig met haar gezin en blindengeleidehond de bioscoop. Medebezoekers keken daar vaak van op. “Een blinde in de bioscoop!? Maar ik las me van tevoren goed in en wist wat voor film ik kon verwachten.” Vervolgens ging ze, net als andere geïnterviewden in dit verhaal, dicht op het scherm zitten. Zo kreeg ze nog iets van kleur of beweging mee.
Sinds de komst van audiodescriptie (AD) is de filmbeleving van Van den Broek extreem verbeterd. “Ondanks mijn slechte zicht ben ik altijd heel visueel ingesteld geweest. Dus als er een omschrijving is van een ruimte – een roze bank, een groene lamp – dan is het alsof ik deze werkelijk zie. In het begin bezocht ik alle films die met audiodescriptie uitkwamen, maar inmiddels hebben we de luxe dat we kunnen kiezen.”
Ze kijkt regelmatig films terug met AD die ze ooit zonder bezocht. “Grappig genoeg heb ik altijd gedacht dat ik redelijk veel van een film meekreeg. Maar toen ik bijvoorbeeld Gooische vrouwen 2 met Earcatch opnieuw bekeek, realiseerde ik me dat ik de film nu écht zag, door de ogen van degene die de audiodescriptie had ingesproken. En ja, dat ervaar ik echt als zien. Het mooiste moment was toen ik voor het eerst tegelijk met mijn kinderen en de rest van de zaal lachte om iets grappigs op het scherm. Dat voelde als een wonder. Dit is écht film kijken.”
Fotograaf Hannes Wallrafen (1951) werd op z’n 52ste gediagnosticeerd met een oogziekte die hem in rap tempo zijn zicht ontnam. Hij maakt nu audio- en voelmaquettes, voor onder meer het Rijksmuseum en de Tweede Kamer. Door zijn werk en filmervaring kan hij putten uit een uitgebreid beeldarchief. Als een filmverhaal zich in New York afspeelt, visualiseert hij direct de kenmerkende rode bakstenen muren en brandtrappen. “Soms zit ik er helemaal naast, maar er ontstaat bij mij hoe dan ook beeld. Dat noem ik het innerlijk oog, met allemaal lijntjes naar het verleden. Maar zelfs als je altijd blind bent geweest, kan je door tactiliteit en auditief vermogen een ruimte creëren, denk ik. Je kunt een tafel voelen, het materiaal, de hoogte en diepte; daardoor krijg je ook ruimtelijkheid.”
Hoewel ook Wallrafen een fervent gebruiker van AD is, gaat hij soms naar een film zonder. Laatst nog, naar Studio/K, waar A Complete Unknown draaide. “Het is wel een voorwaarde dat ze een goede geluidsinstallatie en versterking hebben.” Het biografische verhaal over Bob Dylan kon hij ook zonder de beelden volgen. “Het werd vrij lineair verteld en aan de hand van Dylans liedjes. Bij elke song kon ik horen waar hij zich in zijn leven bevond. Het viel me bij deze film op hoe goed de contactgeluiden waren. Je hoort iemand door een kamer lopen, van dichtbij naar verder weg. Zo krijg je een idee van een ruimte. In andere films hoor ik regelmatig dat een geluid uit een audiobibliotheek is geplukt – voetstappen of vogelgeluiden – en dat er na twintig seconden een loop wordt ingezet. Zoiets valt mij direct op.”
Hoewel Bianca Stokkingreef (1975) nooit zicht heeft gehad – ze werd als vroeggeborene blind in de couveuse na een zuurstofoverschot – kan ook zij zich een ruimte voorstellen. “Zelfs als je een leven lang blind bent, kun je je een inbeelding maken van plekken of personages. Als er beschreven wordt hoe lucht eruitziet en de omgeving van een specifieke locatie, kan je een film echt beleven.” Vroeger, als ze met klasgenoten naar de bioscoop ging, zorgde ze ervoor dat iemand naast haar vertelde wat er te zien was. “Dat hoeft nu niet meer. Er is met audiodescriptie geen sprake van de vertraging die er nu eenmaal is als iemand naast je informatie doorgeeft.” Ze vindt Earcatch ook voor haar inmiddels achtjarige dochter een uitkomst: nu hoeft zij niet meer aan haar moeder te vertellen wat ze ziet.
Bij de in Bosnië geboren Amina Ikanovic (1991) werd in Nederland al vroeg een oogafwijking ontdekt. Ze zou langzaam minder gaan zien. Als kind keek ze vaak samen met haar vader naar films en series, waarbij hij vertelde wat er op het scherm gebeurde. Als ze dicht op de beeldbuis zat kon ze de ondertiteling lezen van het Jeugdjournaal. Vanaf haar tienertijd kon zelfs dat niet meer. Toch bleef ze films kijken, ook in de bioscoop. “Ik vind romantische komedies zoals die bij Ladies Night-avonden leuk, ook al hebben ze vaak nog geen AD. Ik vind het gewoon een gezellig sfeertje. Ik regel dat we helemaal vooraan kunnen zitten en dan zie ik wel wat ik ervan meekrijg.”
Toen AD net beschikbaar werd, stond Ikanovic er sceptisch tegenover. Waarom zou ze het gebruiken als ze altijd al zonder keek? “Maar toen ik het eenmaal leerde kennen, begreep ik ineens waarom mensen op bepaalde momenten moesten lachen. Nu kan ik ook meedoen.” Ze noemt als voorbeeld de Bon Bini-filmreeks van Jandino Asporaat die ze met AD heel geslaagd vindt: “Er komen veel actiescènes in voor, maar ik kon het verhaal dankzij audiodescriptie toch goed volgen. Toen hij werd omschreven met z’n mantelpakje en roze lippenstift ging ik echt helemaal stuk.”
Debby Buis (1981) is door netvliesloslatingen sinds tien jaar nagenoeg blind. Voorheen zag ze ongeveer twee procent met haar rechteroog. Nu ziet ze alleen nog het verschil tussen licht en donker. Ook zij zat in haar jeugd vlak voor de tv en kreeg via anderen live audiodescriptie mee. “Zo heb ik E.T. the Extra-Terrestrial thuis gezien terwijl mijn moeder de ondertiteling voorlas en vertelde wat er op het scherm gebeurde. Dat was heel intensief voor haar.”
Alleen kijken betekende dat ze veel misliep. “Bijvoorbeeld als een personage iets in stilte doet – zoals de uitslag van een zwangerschapstest bekijken.” Disneyfilms waren in die periode het beste te volgen, legt Buis uit. “Zo’n sprookje is best voorspelbaar, zelfs al gebeurt er veel.”
Ook voor haar bleek AD een uitkomst. “Ik was vroeger al fan van hoorspelen. En naar film of televisie kijken is met audiodescriptie in feite een uitgebreid hoorspel.” Het belangrijkste element? “De omschrijving van handelingen: als er iets in iemands drankje wordt gegooid, moet je dat weten om de film te kunnen volgen.”
Sinds de komst van AD is Buis met terugwerkende kracht films en series gaan bekijken, zoals Grease en Dirty Dancing. “Ook Charmed was zo’n serie die destijds door schoolgenoten bekeken werd, maar
die ik niet kon volgen – dus kon ik niet meepraten.” Ze hoopt dat iconische Nederlandse films als Amsterdamned, De lift en Turks fruit ook nog eens met audiodescriptie verschijnen.
Bijna allemaal prefereren ze Nederlandstalige of Engelstalige producties. Als je de oorspronkelijke taal van een film niet spreekt, raak je door alle geluidslagen de draad kwijt. Ga maar na: je hoort omgevingsgeluiden, een muziekscore, dialogen, de vertaling van de dialogen en de audiodescriptie van het beeld. Ondanks dat ze de mimiek of het fysieke spel van een acteur niet of nauwelijks zien, merken ze allemaal of iemand z’n vak verstaat. Buis: “Ik hoor direct of iemand de tekst op staat te dreunen of vanuit z’n hart iets zegt.” Wallrafen: “Ik let op overtuiging. Sommige acteurs hoeven maar een halve zin te zeggen en die tekst krijgt gelijk lading.”
Stokkingreef vindt de stem en intonatie van een acteur belangrijk, maar ook die van de audiodescriptie zelf: “Het is goed dat AD door mensen wordt ingesproken en niet, zoals bij veel krantenartikelen, door een computerstem. De acteurs leggen er hun ziel en zaligheid in, dus je mag verwachten dat de audiodescriptie ook menselijk is. Die stem is heel bepalend, net als bij een luisterboek: als die niet goed is, lees ik het boek niet uit.”