IFFR 2025: Mercedes Stalenhoef over Ik zal zien

‘Lotte is eigenlijk een voorbeeld’

Ik zal zien. Still: Jurre Rompa

In haar eerste fictiefilm duikt Mercedes Stalenhoef in de belevingswereld van een jongvolwassene die moet omgaan met het plotselinge verlies van haar zicht. “Al die dingen die ze mist komen terug in haar dromen.”

Na vijf documentaires – voor haar meest recente, Mijn grote broer over de impact van suïcide, won ze in 2023 een Gouden Kalf – maakt Mercedes Stalenhoef voor het eerst een speelfilm. In Ik zal zien speelt Aiko Beemsterboer (Vechtmeisje, 2018; Mijn beste vriendin Anne Frank, 2021) een zeventienjarige scholier die door een stom ongeluk van het ene op het andere moment blind wordt. Wat dat betekent, laat Stalenhoef zien in een film waarvan de vorm zich voegt naar Lotte’s nieuwe werkelijkheid.

Op IFFR, waar de film zondag in première ging, vertelt ze hoe het onderwerp ook haarzelf een nieuwe richting op zond. “Het idee voor Ik zal zien is gebaseerd op het verhaal van een vriend van mij, die rond zijn twintigste door een motorongeluk blind werd. Hij was totaal in paniek, zijn hele leven stortte in. Je wordt eigenlijk een soort stuurloos schip. Je moet zoveel dingen leren, want je kan ineens bijna niets meer zelf doen. Hij is naar Apeldoorn gegaan, daar zit een instituut waar blinden en slechtzienden intensief kunnen revalideren.”

“Wat ik daar zag toen ik hem opzocht vond ik zo indrukwekkend, hoe die mensen elkaar steunden. Ze hebben allemaal hetzelfde meegemaakt, voelen hetzelfde verdriet, dezelfde woede. Dat schept een band, ook tussen mensen die elkaar anders nooit zouden leren kennen. Doordat je daar 24/7 met elkaar zit, heb je de tijd om met elkaar te praten, terwijl je in het dagelijks leven vaak heel vluchtig contact hebt, zeker als je zo jong bent. Zo kreeg ik het idee om een documentaire te maken waarin ik die vriend zou volgen, hoe hij daar probeerde zijn veerkracht weer te vinden.”

Wat zorgde ervoor dat je besloot het in de vorm van een speelfilm te gieten? “Op een gegeven moment vertelde hij mij dat hij in zijn dromen nog kon zien, en dat hij dat graag wilde. Hij ging dus heel veel slapen. Hij nam ook medicijnen en drugs en dronk heel veel. Dat deed hij om uit de realiteit te zijn, zodat hij zijn pijn niet hoefde te voelen, maar ook omdat hij op die manier veel kon slapen en dus in zijn dromen kon zien – waar hij gewoon heel blij van werd. Wow, dacht ik, het zou gaaf zijn als ik van dit verhaal een speelfilm kon maken. Want in een documentaire dromen gaan uitbeelden, dat leek me niet zo’n goed idee.”

Hoe is het om als documentairemaker ineens te werken met acteurs en een script? “Ik heb me heel erg bijgeschoold. Ik heb masterclasses scenarioschrijven gedaan en verschillende workshops in acteursregie, onder meer met Mijke de Jong. Zij is zo inspirerend, ik vond het heel leerzaam te zien hoe zij met acteurs werkt. Ik heb daarnaast veel gepraat met andere makers en ben bij sommigen op setbezoek geweest.
“Ineke Houtman vroeg me of ik wilde komen figureren op de set van Het boek van alle dingen [2024], daar heb ik Aiko Beemsterboer ontmoet. Ik had eerder al dingen van haar gezien en ik vind haar een geweldige acteur. Ik denk dat we nog veel van haar gaan horen. Ook Minne Koole, die Mischa speelt, doet het fantastisch. Zijn personage is eigenlijk die vriend van mij: hij is ook door een motorongeluk blind geworden en gebruikt ook van alles om maar te dromen.
“Ik heb Aiko en Minne allebei gekoppeld aan twee mensen die blind zijn, zodat zij konden zien: hoe bewegen zij door een ruimte, hoe zetten zij koffie? Hoe kijken zij, hoe doen zij, hoe gebruiken zij die stok? Daar hebben ze veel aan gehad, ook doordat ze hen vragen konden stellen: hoe was het voor jou toen je een ongeluk kreeg en ineens niet meer kon zien?”

Door de manier waarop Lotte’s directe omgeving is gefilmd ervaar je als kijker ook een beetje hoe dat is. “Met cameraman Mark van Aller heb ik veel gepraat over hoe we blindheid invoelbaar kunnen maken. Hij had hele mooie ideeën. Hij heeft een soort ruitenwisser gemaakt die je voor de lens zet, waardoor het net is of je door haar ogen kijkt. Omdat het beweegt, is het heel zintuiglijk. Ook draaiden we veel close beelden van haar voelende handen. En we hebben veel energie gestopt in haar point of hearing. Taco Drijfhout heeft het geluid op de set gedaan op zo’n manier dat je meemaakt wat zij beleeft door geluid. Je ziet haar soms luisteren naar iets wat wij ook niet zien.
“We wilden zo weinig mogelijk dingen laten zien die zich echt buiten haar waarneming zouden bevinden. Daarom krijg je van de mensen die ze in het revalidatiecentrum leert kennen aanvankelijk geen volledig beeld. Daar zit wel een soort verloop in: naar het einde van de film, als Lotte hen heeft leren kennen, brengen we hen wel in beeld.”

Hoe belangrijk was het voor de film dat Lotte zo jong is? “Ze staat op het punt haar diploma te halen en ze wil de wereld in. Ik denk dat iedereen snapt hoe je je dan voelt, en hoeveel je dan ineens mist. Al die dingen die ze mist komen terug in haar dromen. Ik denk dat die dromen je helpen om mee te gaan in de rollercoaster van wat zij doormaakt. Je voelt bij haar ook verzet: ze wil eigenlijk helemaal niet bij de blinden horen. Maar op den duur sluit ze wel vriendschappen en uiteindelijk heeft ze heel goed contact met Mischa. Het is echt een rouwproces, ze moet afscheid nemen van heel veel dingen. Want haar vrienden en familie gaan door met hun leven en zij maakt een pas op de plaats. Ze moet zichzelf herdefiniëren.”

Grappig, je praat over Lotte bijna alsof ze een bestaand persoon is over wie je een documentaire hebt gemaakt. Komt dat doordat het script zo sterk is gevoed door de gesprekken met mensen die dit hebben meegemaakt? “Ja, ik heb tijdens de research natuurlijk veel gesproken met mensen die op het Loo Erf in Apeldoorn in een intensieve revalidatie zaten. Iets wat me daar opviel, is dat ze het naar buiten toe veel zonniger maken. ‘Het gaat goed, ik leer heel veel’. Het cynische is: je leert ontzettend langzaam, want braille leren, bijvoorbeeld, is heel moeilijk. Maar ze zeggen: het gaat allemaal goed. Net als mensen die naar het buitenland zijn gemigreerd en hun familie vertellen: ik heb een baan en allemaal nieuwe vrienden, mensen zijn zo aardig. Je wilt niet zeggen: ik voel me eenzaam en verdrietig.
“Daarnaast zit er ook veel van mezelf in Lotte’s personage. We maken natuurlijk allemaal ellendige dingen mee waardoor je het op een bepaald moment niet ziet zitten, en dan moet je de veerkracht vinden om weer verder te gaan en het leven weer als mooi te zien. Lotte is eigenlijk een voorbeeld. Ik denk dat er veel in haar personage zit wat universeel is, want het is ook gewoon een coming-of-age story. Je ziet dat ze door dit proces eigenlijk heel snel volwassen wordt. Ze groeit als mens.”


Ik zal zien is te zien op IFFR en draait vanaf 3 april in de bioscoop. Nederlandse audiodescriptie voor de film is beschikbaar via Earcatch.