Actie! Op de set van Ik zal zien

V.l.n.r. assistent kleding Nikki van Aperen, regisseur Mercedes Stalenhoef, opnameleider Tony van der Veer, geluidsassistent Lykle Tuinstra, geluidsopname Floris Zwerver, duikinstructeur Rogier Visser en de acteurs Roman Derwig, Aiko Beemsterboer en Mikky Dijkstra. Foto: Bob Bronshoff

President Allendelaan 3, 1064 GW Amsterdam, 26 april 2023, 12.24 uur

“Nog even een geluidsopname en dan gaan we lunchen. Iedereen die nat is kan hier lunchen, dan hoeven de natte kleren niet uit”, roept opnameleider Tony van der Veer – zijn stem galmt door het vrijwel lege Sloterparkbad.

Het vijftigmeterbad van het Amsterdamse zwembad is afgehuurd voor opnamen van Ik zal zien van Mercedes Stalenhoef. Hoofdrolspelers Aiko Beemsterboer (Lot), Roman Derwig (Casper, het vriendje van Lot) en Mikky Dijkstra (Heleen, de beste vriendin van Lot) zitten op de rand van het bad.

Ik zal zien is Stalenhoefs eerste speelfilm, ze maakte naam als documentairemaker; Ik wil nooit beroemd worden werd in 2006 bekroond met het Gouden Kalf voor de Speciale Juryprijs, Mijn grote broer won in 2023 de Dutch Movies Matter Award op festival Movies that Matter.

Ik zal zien is fictie, maar gebaseerd op een waargebeurd verhaal, vertelt Stalenhoef later. “Een vriend van mij heeft een motorongeluk gehad, waarbij hij blind is geworden. Honderd procent blind. Toen hij ging revalideren, merkte hij hoe frustrerend het is dat je alles weer opnieuw moet leren. Je zicht verliezen is heel heftig; bij bijna alles heb je je zicht nodig. Als je niet kan zien, kunnen zo veel dingen niet.”

Het scenario schreef Stalenhoef samen met Britt Snel, die in 2016 afstudeerde aan de Filmacademie. Ik zal zien draait om de levenslustige Lot die door een ongeluk blind wordt, waardoor haar wereld abrupt tot stilstand komt. Haar plannen om met haar vriendje Casper te gaan reizen, studeren, duiken en samenwonen, lijken in te storten. “Duiken is Lots grote passie”, vertelt Stalenhoef. “Ze is bijna klaar met het gymnasium, daarna wil ze een opleiding gaan doen om maritiem archeoloog te worden, ofwel onderwaterarcheoloog. Als je dan je zicht verliest, verdampt je toekomst.”

Ze wijst op Aiko Beemsterboer (Vechtmeisje, 2018; Mijn beste vriendin Anne Frank, 2021), die nog op de rand van het zwembad zit. “Aiko had al haar duikbrevet, haar grootste passie is duiken. ‘Dat kan niet waar zijn’, zei ze toen ik haar het script liet lezen: ‘Dat ik voor de film mag duiken’.”

Stalenhoef heeft zelf ook een duikbrevet, ze heeft veel in Nederland gedoken. “Een van mijn eerste korte documentaires ging over een onderwateropgraving van een schip uit de zestiende eeuw.” Het is heel beangstigend als je onder water gedesoriënteerd bent, vervolgt ze. “Daar heb ik het over met Aiko als we zo’n scène opnemen. Tijdens Lots revalidatietraject gaat ze ook weer naar duiktraining. Daar merkt ze dat de dingen niet meer zo gaan als vroeger en dat is frustrerend, zeker als je zo jong bent – ze is zeventien in het verhaal. Als je niets ziet, kan je tegen iemand op zwemmen, of tegen de rand van het bad, en je kan water binnenkrijgen, waardoor je in paniek raakt.”

Ze heeft overwogen een documentaire te maken over het onderwerp. “Maar op het moment dat die vriend van mij aan het revalideren was, raakte hij verslaafd aan allerlei middelen – hij slikte zo ongeveer alles wat los en vast zat – om te ontsnappen aan de realiteit. Hij probeerde zo veel mogelijk te dromen, omdat hij dan weer kon zien. Toen dacht ik: dat is mooi; dat je al je wensen en je grootste passies in je dromen wél kunt realiseren. Ik voelde een wonderschone kracht om via zijn dromen mee te gaan in zijn rollercoaster. Maar die surrealistische dromen en poëtische verzinsels passen beter in een fictieverhaal, vond ik.”

Stalenhoef is lang bezig geweest met haar eerste speelfilm; het eerste plan dateert uit 2010. Ondertussen deed ze onder meer een scenario-masterclass en volgde ze een cursus ‘regisseren van acteurs’.

En ze deed, zoals ze gewend is voor haar documentaires, zeer grondige research. “We werken met veel acteurs die blind zijn of visueel beperkt: ze spelen min of meer zichzelf. Ik heb veel onderzoek gedaan naar wat het betekent als je niet meer kan zien. Dat is heel moeilijk te spelen als je wel kunt zien. Om het zo realistisch mogelijk te maken, draagt Aiko speciale lenzen, waardoor ze daadwerkelijk heel weinig ziet. Maar dan nog. Als ze, zoals in de vorige scène, iets krijgt aangereikt en ze pakt het meteen aan, dan wordt niet duidelijk dat ze niet ziet. Als Mikky het haar aanreikt, en je maakt subtiel duidelijk dat ze het had kunnen zien, maar het niet ziet, dán wordt het wel duidelijk dat ze niet ziet. Het gaat om kleine dingetjes, maar die maken het verhaal heel rijk.”


Ik zal zien Nederland, 2024 | Scenario Britt Snel, Mercedes Stalenhoef | Regie Mercedes Stalenhoef | Productie Rogier Kramer en Laura Bouwmeester (Labyrint Film) | In coproductie met NTR | Uitvoerend producent Marije Hondelink | Camera Mark van Aller | Montage Mieneke Kramer | Production design Rosie Stapel | Kleding Suzanne Eldering | Make-up Annelies Bastemeijer | Muziek Alex Simu | Met Aiko Mila Beemsterboer, Minne Koole, Roman Derwig, Hannah van Lunteren | Omroep NTR | Distributie September Film | Te zien in 2024