The Last Showgirl
Dromen in stras en veren

The Last Showgirl
Net als de dansrevue die in de film centraal staat, is The Last Showgirl nogal oppervlakkig. Is dat een probleem? Niet als Pamela Anderson de showgirl uit de titel speelt.
Shelly staat op het podium met een spot op zich gericht. Ze probeert te zien wie tegen haar spreekt, maar het licht is te fel. Dat ze zo zenuwachtig is, zegt ze. Het is lang geleden dat ze voor het laatst auditie deed. Hoe oud ze is? Eind dertig. Nee, liegt ze, toch in de veertig. Meer dan drie decennia stond ze in Le Razzle Dazzle, een dansrevue in Las Vegas geïnspireerd op de chique burlesquevoorstellingen die vanaf de jaren veertig te zien waren in variététheater Lido in Parijs.
Net als in het Lido draait het in Le Razzle Dazzle niet zozeer om dans als wel om pracht en praal. Dames die voldoen aan het schoonheidsideaal – jong, slank, wit – bewegen zich synchroon over het podium, getooid met stras en veren, halfnaakt en met stralende lach – precies het soort showballet dat niet meer past in de tijd. En dus staat Shelly op haar 57ste weer auditie te doen, niet als showgirl maar als echte danser. Zo opent Gia Coppola’s The Last Showgirl: met een flashforward die een rechttoe rechtaan verhaaltje doet vermoeden. Is dat erg? Niet als Pamela Anderson de rol van Shelly speelt.
Net als de showgirl die ze speelt, was Anderson nooit zozeer beroemd vanwege haar talent als acteur als wel vanwege het stereotype dat ze leek te vertegenwoordigen: de fun loving bimbo die niet veel aanmoediging nodig heeft om haar kleren uit te trekken – een Marilyn Monroe voor de nineties en noughts. Dat Anderson wel degelijk kan acteren en in staat is een film te dragen, net als Monroe trouwens, laat ze zien in The Last Showgirl.
Van Shelly maakt ze een warme en geestige vrouw van wie je niet alleen direct gelooft dat ze werkelijk bestaat, maar die je ook beter wil leren kennen – met wie je afhaalchinees zou willen eten in haar knusse huis. Shelly is naïef en nuchter tegelijk, een vrouw die valt en opstaat omdat ze altijd heeft moeten overleven, die het eerst uitschreeuwt van frustratie omdat alles in het honderd loopt en vervolgens schouderophalend stelt: “C’est la vie.”
Rond de sprankelende Shelly ontvouwt zich een flinterdunne plot. We komen meer te weten over haar verleden, maken kennis met haar collega’s. Naar betekenis hoeven we niet te graven, die wordt ons aangeboden op een presenteerblaadje. Dat Shelly en haar collega’s eenlingen zijn die samen een alternatief gezin vormen, wordt letterlijk gemaakt als een jonge danser Shelly en producer Eddie aanwijst als haar would be-ouders, zoals ook Shelly’s beste vriendin Annette, die ooit danste maar nu kelner is in een casino, ons woordelijk vertelt dat je er in Las Vegas uit ligt als je – als vrouw – oud bent.
En toch valt er wat te zeggen voor Coppola’s vederlichte aanpak. Sentimentele momenten worden gepareerd met lichtvoetige; stijve, uitleggerige dialogen worden afgewisseld met oneliners die precies droog genoeg zijn. Soms zoekt Coppola het groteske op en op andere momenten houdt ze het ingetogen. En of het nu zo bedoeld is of niet: dat The Last Showgirl neigt naar oppervlakkigheid sluit naadloos aan bij de thematiek.
Ongemakkelijk offer
Shelly draait pirouettes tegen de backdrop van Las Vegas, in verwassen denim en met ouderwetse koptelefoon op. Zoals zij droomt van een toekomst als danser, zo droomt Annette van haar jeugd als ze danst op Bonnie Tylers ‘Total Eclipse of the Heart’. We zien veren, glitters, lichtjes. We zien de theatermake-up in de kieren van een gerimpeld gezicht. Dat Las Vegas fake is, een decor van glamour met daarachter niets dan leegte, is natuurlijk een cliché van jewelste. Maar door dat cliché nadrukkelijk aan andere thema’s te koppelen, geeft Coppola er toch een frisse draai aan.
Want Shelly droomt niet alleen van een glamoureus leven, van het cachet dat ze altijd heeft geassocieerd met het Lido in Parijs, ze droomt ook van een andere tijd. In de huidige tijd, en in haar huidige leeftijd, lijkt ze niet te passen. En ook de male gaze, het bestaansrecht van een show als Le Razzle Dazzle, zou je kunnen zien als een droom. Het is de droom van het publiek, dat kijkt met een ’mannelijke’ blik, maar ook de droom van de dansers, die in die blik worden verheven. The Last Showgirl laat zien wat Shelly heeft opgegeven om in die blik te leven. Wat ze heeft geofferd voor haar droom. Het is een ongemakkelijk offer en toch wil The Last Showgirl dat we het haar vergeven. De film staat aan de kant van de dromers.