Redactioneel – april 2025

Ruishonger

Nickel Boys

Documentairemaker Geertjan Lassche schreef onlangs op journalistensite Villa­media over “het werken aan een onderwerp waarvan iedereen als advies geeft om het links te laten liggen”.

Hij doelde op de ingewikkelde zaak van een vrouw die als kind was misbruikt en door niemand werd geloofd, waarover hij de documentaire Ik was een kind maakte. Ondanks de onwil van potentiële geldschieters. “Commerciële producenten beginnen er niet aan. NPO en omroepen kiezen steeds minder voor de ‘echte’ documentaire.” Maar de NPO, vindt Lassche, “zou juist moeten investeren in puur, in journalistiek en documentaire. Echt in plaats van nep.”

Dit is niks minder dan een strijd om beelden en het recht om gezien te worden. Op de ochtend dat ik dit schrijf – vrijdag 28 maart 2025 – worden sociale media overspoeld door plaatjes van een nieuw AI-dingetje dat foto’s bewerkt tot Ghibli-plaatjes. Het Witte Huis publiceerde meteen al een Ghibli-versie van een foto van de deportatie van een vrouw. Tegelijk is het bezig historisch materiaal over minderheden uit archieven te verwijderen. In de op een fastfoodverslaving lijkende ruishonger die we ontwikkelen, vechten betekenisloze beelden tegen betekenisvolle beelden in een strijd om onze aandacht.

Naar aanleiding van Nickel Boys schrijft Elise van Dam over het opeisen van het recht op verbeelding door zwarte filmmakers en fotografen. “Door verhalen over zwarte Amerikanen te laten dicteren door wreedheid en angst, door die verhalen aan de leiband van realisme te houden, wordt de verbeelding gesmoord, wat maakt dat de individuele, zintuiglijke ervaring van de wereld nauwelijks bestaat. Die ervaring is precies wat Ross in Nickel Boys radicaal centraal stelt.”

In Almodóvar, From Now to Then, een korte tekst op Criterion.com, schrijft de Amerikaanse auteur Colm Tóibín over hoe Pedro Almodóvar vanaf zijn eerste film voor nieuwe beelden, kleuren en verhalen koos om de grijs-zwarte monotonie en onderdrukking van het Franco-­tijdperk tegen te gaan. “Het was denkbaar dat Spaanse filmmakers in de decennia na de overgang van fascisme naar democratie enkel zouden zoeken naar beelden van de onderdrukking en de pijn van het verlies.” Almodóvar koos een radicaal andere koers. Hij liet zien wat eerder onzichtbaar was: excessen, de homocultuur, het bruisende uitgaansleven, autonome vrouwen, extravaganza en een explosie van kleur.

Dit zijn allemaal fronten in de strijd om zichtbaarheid. Een publieke omroep kan een sleutelrol vervullen in die strijd, maar dan moet het die missie wel volledig omarmen. Wat kunnen we zelf doen? Ik denk dat we veel secuurder moeten gaan kiezen hoeveel en welke beelden we tot ons gaan nemen. Noem het een dieet. Want vergis je niet: de strijd om beelden en zichtbaarheid zal worden uitgevochten. Met ons of zonder ons.