Evenementen – 5 juni 2014

  • Datum 05-06-2014
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Peeping Tom

Laatste beelden
Niet te lang wachten met een bezoek, want je weet maar nooit. We bedoelen het Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover, dat gevestigd is op begraafplaats De Nieuwe Ooster in Amsterdam. Naast tentoonstellingen in het museum presenteert Tot Zover onder de titel The last image een online-expositie met laatste foto’s van overledenen. Te zien zijn in een intieme sfeer gemaakte foto’s, maar ook gruwelijke geweld- en oorlogsfoto’s, zoals de foto van de in een rioolbuis doodgeschoten Libische leider Kadhaffi. De site attendeert ons er fijntjes op dat uiteindelijk "er van ons allemaal een laatste opname (zal) zijn, het beeld waarin de vergankelijkheid tot stilstand wordt gebracht." EYE presenteert naar aanleiding van The last image een filmprogramma waarin het laatste beeld van een stervende, of het laatste beeld dat een stervende ziet, centraal staat. Te zien zijn onder meer Peeping Tom (Michael Powell) en After Life (Hirokazu Kore-eda). Voorafgaand aan de vertoning van Peeping Tom presenteert Derek Ogborne zijn ‘Museum of Optography’-project, dat gaat over de laatste beelden op ons netvlies voor we sterven. Verder gaat op 1 mei EYE-programmeur Ronald Simons in het compilatieprogramma Geschoten Dood met filmfragmenten in op de verbeelding van de dood in films. Aan bod komen onder meer de romantische dood (Wuthering Heights van William Wyler), de verwarring bij nabestaanden (Birth van Jonathan Glazer), het zelf geregisseerde afscheid (Bye van Ed van der Elsken), de dood in (film)sprookjes (Het meisje met de zwavelstokjes), en de worsteling met de acceptatie van de dood (Het zevende zegel van Ingmar Bergman).

eyefilminstituut.nl | thelastimage.nl

Cinéma Arabe
Cinéma Arabe presenteert van 6 t/m 11 mei in Rialto in Amsterdam zo’n dertig speelfilms, documentaires en korte films. De openingsfilm is The Rooftops van de Algerijns-Franse filmveteraan Merzak Allouache, van wie vorig jaar in Nederland The Repentant te zien was, een aangrijpend drama over een tot inkeer gekomen jihadterrorist en zijn slachtoffers. Ook in The Rooftops richt Allouache de blik op de diepe tegenstellingen in de Algerijnse samenleving en hekelt de Algerijnse zwijgcultuur, die de verwerking van de gruwelijke burgeroorlog van de jaren negentig in de weg staat. Allouache: "De Algerijnen zijn een getroebleerd volk, ook al geven ze het zelf niet toe." Dat Cinéma Arabe tien jaar bestaat, wordt gevierd met oud en nieuw werk van drie filmmakers. Van de Palestijn Rashid Masharawi (aanwezig op het festival) staat Palestine Stereo, over twee Palestijnse broers die na Israëlisch geweld naar Canada willen emigreren, op het programma. Van hem is ook zijn vroegere festivalhit Laila’s Birthday (2008) te zien. Van de Marokkaan Jilali Ferhati is zijn grootste succes La plage des enfantes perdus (1991) te zien, evenals zijn nieuwe film Pillow Secrets. In laatstgenoemde film onthult een hoer na jarenlang zwijgen aan haar dochter de waarheid over haar verleden. Van de vorig jaar op 37-jarige leeftijd verongelukte Koerdisch-Iraanse filmmaker Taha Karimi zijn 1001 Apples (2013) en The Quandil Mountains (2010) te zien. Van de Nederlanders Rob Schröder en Gabrielle Provaas staat Plastic Harem op het programma, een portret van de Nederlands-Egyptische kunstenaar Tarik Sadouma. De in Groningen wonende Cengiz Özkök maakte met Cold Breezes een film over een troosteloos stel in Delfzijl, wiens leven een impuls krijgt door een Syrische vluchteling. Rialto Amsterdam is de thuislocatie van Cinéma Arabe, maar het festival doet van 8 t/m 11 mei ook LantarenVenster Rotterdam aan. Een selectie van het programma is te zien in Filmhuis Den Haag, Slieker Film in Leeuwarden, Lumière Cinema in Maastricht en de Verkadefabriek in Den Bosch. Filmkrantmedewerker Sasja Koetsier houdt op 8 en 9 mei in respectievelijk Rialto en LantarenVenster een Filmkrant.Live inleiding bij Rags and Tatters, waarin door de ogen van een outsider naar de Egyptische Revolutie wordt gekeken.

cinemaarabe.nl

The Rooftops

Ondertussen bij de buren
Zoals vaak bij buren houden ook Nederland en Vlaanderen afstand tot elkaar, zodat we elkaars filmcultuur slecht kennen. Jammer, vinden Jos Stelling van het Louis Hartlooper Complex in Utrecht en VPRO-directeur Lennart van der Meulen. Vooral omdat de Vlaamse filmcultuur de laatste jaren juweeltjes voortbrengt als The Broken Circle Breakdown. Hoog tijd dus voor een festival voor de Vlaamse cinema. Van 8 t/m 11 mei is het zover met de eerste editie van het Vlaamse Film Festival in het Louis Hartlooper Complex. Op het programma staan elf Vlaamse speelfilms, waarvan er overigens zeven, waaronder Aanrijding in Moscou, Hasta la vista! en Offline, eerder in Nederland te zien waren. Zo onbekend is de Vlaamse cinema hier dus ook weer niet. Resteren vier premières, waaronder de openingsfilm Violet, het debuut van Bas Devos, over het rouwproces van een tiener, die getuige is van de gewelddadige dood van een van de jongens met wie hij aan fietscrossen is. Winnaar van de jeugdfilmcompetitie Generation14Plus van het filmfestival in Berlijn. Naast de speelfilms staan ruim tien kortfilms op het programma, het genre waarin Vlamingen al jaren uitblinken. Te zien is onder meer Badpakje 46 van Wannes De Stoop, over de moeilijkheden van een twaalfjarig mollig meisje. Winnaar van de juryprijs voor beste kortfilm in Cannes. Ook te zien: de film noir The Bloody Olive van Vincent Bal (van Minoes en Nono, het zigzagkind). Een stel krijgt op Kerstavond bezoek van een collega van de man die hem beschuldigt van diefstal op de zaak. Het loopt niet goed af. Naast films zijn er afleveringen te zien van de tv-series Het goddelijke monster, dat gebaseerd is op Tom Lanoyes epos over de ondergang van een machtige familie, en Quiz me Quick, over vijf underdogs die meedoen aan een superprestigieuze quiz.

vlaamsefilmfestival.nl

Badpakje 46

Voedsel­­filmfestival
Goede timing! Drie jaar geleden ging in Studio K in Amsterdam het eerste Food Film Festival van start, dat met films alle aspecten van ons voedsel belicht. Het was meteen raak met meer dan drieduizend bezoekers. In de edities erna groeide het bezoek naar achtduizend vorig jaar. Teveel voor Studio K, zodat het festival dit jaar in de Westergasfabriek wordt gehouden. Aan de succesvolle formule is niets veranderd. Op het programma staan 35 foodfilms, 22 workshops, acht events en twee feesten. En uiteraard kan er uitstekend worden gegeten. Een bijzondere film is Hollandse Nieuwe, die ons uit de droom helpt dat Hollandse haring nog door Nederlandse vissers wordt gevangen. De documentaire volgt de laatste twee Hollandse haringvissersschepen. Van een andere orde is My Name Is Salt, over het harde leven van een Indiase zoutwinner in de woestijn. Over de fnuikende invloed van globalisering gaat het in A River Changes Course, een portret van kleine Cambodjaanse vissers en boeren in hun harde overlevingsstrijd. Wie niet met zijn ogen maar ook met zijn handen aan de slag wil, kan terecht bij de vele workshops. Van Chinese dumplings tot roti, van couscous tot de Scandinavische keuken: de hele culinaire wereld komt langs. Wie geïnteresseerd is in onze smaak, moet het seminar van ‘smaakprofessor’ Peter Klosse bezoeken. Verder zijn er debatten over kwesties als voedselzekerheid, verantwoorde visserij en behoud van biodiversiteit. Geen goed festival zonder feesten. Ook daarin voorziet het Food Film Festival met dj’s en bands.

foodfilmfestival.nl

A River Changes Course

Hommage animatie­maestro
De Japanse animatiemeester Hayao Miyazaki kondigde onlangs aan dat er na The Wind Rises geen nieuwe film van hem meer zal komen. De 73-jarige regisseur gaat het rustig aan doen. Wie wil zien wat voor geweldig talent met pensioen gaat kan t/m 4 juni terecht in de Melkweg voor onder meer de hoogtepunten uit zijn oeuvre. Als het woord hoogtepunten een belletje doet rinkelen, klopt dat, want vorige maand vertoonde EYE vier hoogtepunten uit Miyazaki’s werk. De Melkweg doet echter meer dan dat, want het vertoont ook andere films uit Studio Ghibli, de animatiestudio die Miyazaki’s films produceerde en waarvan hij het boegbeeld was. Miyazaki begon zijn loopbaan in de jaren zestig als animatiemedewerker van films en tv-series. Zijn fabuleuze tekentalent en filmideeën trokken meteen de aandacht. In 1979 maakt hij zijn eerste eigen film. Het succes van deze en volgende films leidde in 1984 tot de oprichting van Studio Ghibli. Miyazaki’s internationale doorbraak kwam met Princess Mononoke, die in 1997 in Japan met 150 miljoen dollar de succesvolste film ooit van eigen bodem was. Melkweg vertoont de film naast Miyazaki’s andere klassiekers Howl’s Moving Castle (2004), Spirited Away (2001), Ponyo (2003), My Neighbour Totoro (1998), Porco Rosso (1992). Ook is uiteraard The Wind Rises te zien. Wie Miyazaki’s werk wil vergelijken met dat van anderen kan terecht bij Tales from Earthsea (2006), een in de mythische wereld van magie en hekserij spelend sprookje van Miyazaki’s zoon Goro Miyazaki. Ook staat Arrietty (2010) van Hiromasa Yonebayashi op het programma. In de verfilming van een Engels fantasieboek leven kleine kinderen onder de vloer van een landhuis. Tenslotte kan er worden gekeken naar de eerste Ghibli-film, Nausicaä of the Valley of the Wind (1984), waarin een prinses twee strijdende landen tot vrede probeert te brengen. Dat valt niet mee.

melkweg.nl

Howl’s Moving Castle

4 en 5 mei anders
Wie op Bevrijdingsdag iets anders wil dan voor een buitenpodium naar muziek luisteren en waterig bier en zure wijn uit plastic bekertjes drinken, kan terecht in Kriterion. Het Amsterdamse filmtheater presenteert in samenwerking met het Nationaal Comité 4 en 5 mei een film- en verdiepingsprogramma. Het klinkt looiig, maar dat is het niet. Zeker op 5 mei niet, want dan gaat het over de verwerking van oorlogstrauma’s met behulp van humor. Te zien is de documentaire Comedy Warriors: Healing Through Humor (John Wager, 2013), die vijf gehandicapte Amerikaanse Afghanistan/Irak-veteranen portretteert, die als stand-up comedians een nieuw leven willen opbouwen. Na de film praten ‘humor en psychologie-deskundige’ Sibe Doosje en de voorzitter van Wounded Warriors Nederland Ed Brouwer over humor en trauma’s. Een dag eerder, 4 mei, gaat het over andere trauma’s. De documentaire Paragraph 175 (Rob Epstein en Jeffrey Friedman 2010) schetst een beeld van de homovervolging in Nazi-Duitsland. Er wordt nagepraat door Lonneke van den Hoonaard, directeur van het Internationaal Homo/Lesbisch Informatiecentrum en Archief, en Anna Tijsseling, die een proefschrift schreef over homoseksuele ‘delicten’ in de bezettingstijd. Ook is in de foyer van Kriterion t/m 11 mei de expositie ‘Wie kan ik nog vertrouwen? Homoseksueel in Nazi-Duitsland en bezet Nederland’ te zien.

kriterion.nl

Comedy Warriors: Healing Through Humor

Vrijheid en verzet
Naast Kriterion grijpt ook Het Ketelhuis 5 mei aan voor reflectie op vrijheid en verzet. In samenwerking met de VPRO zijn acht afleveringen van Tegenlicht in aanwezigheid van de makers te zien. In Q&A’s zullen zij hun werk toelichten. Het draait in de afleveringen niet om vrijheid en verzet in historische context, maar in onze tijd. Zoals in Bananenmaffia (Fedrik Gertten), dat laat zien hoe fruitfabrikant Dole Food in 2009 Gerttens film Bananas!, dat een weinig flatterend beeld van de multinational schetst, probeerde te laten verbieden. In Kolonisten (Esther Hartog) gaat het over vrijheid en verzet van 800 kolonisten versus die van 120 duizend Palestijnen in Hebron. De regenmakers: Het groene verzet in China (Floris Jan van Luyn) toont het verzet van vier Chinese burgeractivisten die opstaan tegen de teloorgang van het milieu. Naast de Tegenlicht-vertoningen is er een door Movies that Matter samengesteld programma. Het bevat vijf films, waaronder het in Saoedi-Arabië spelende Wadjda, waarin een meisje een fiets wil hebben, Miele, waarin een studente terminale patiënten aan een waardig levenseinde helpt, en The Act of Killing, de veelbekroonde documentaire over het Indonesische gruwelverleden van de jaren zestig.

ketelhuis.nl

De regenmakers: Het groene verzet in China

Litouwse tragedie
Als de Russische beer gromt, bibbert Litouwen. Het land dat zich na de val van de Sowjet Unie los worstelde van Rusland, maakt zich grote zorgen over de Koude Oorlog 2.0. Moet Litouwen, dat twee keer zo groot is als Nederland en 3,5 miljoen inwoners telt, net als Oekraïne bang zijn dat Rusland gaat stoken in het land? Gaat de Russische minderheid (6% van de bevolking) zich roeren? Dat Litouwen door de crisis in Oekraïne weer in de aandacht staat, komt goed uit voor Filmhuis Cavia, want dat presenteert een themamaand over het land. Het is niet te hopen dat in de toekomst een Litouwse filmmaker weer een documentaire als How We Played the Revolution zal moeten maken. De film, die in Cavia is te zien, gaat over de rol van muziek in de Litouwse bevrijding van Rusland in 1990. Halverwege de jaren tachtig leverde de door architecten opgerichte theatrale rockband Anti een stevige bijdrage aan de revolutionaire sfeer in het land. Niet met wapens en geweld, maar met vrolijk-ondermijnende satirische en rebellerende liedjes werden de communistische autoriteiten uitgedaagd. De Litouwse onafhankelijkheidsstrijd wordt dan ook wel de Zingende Revolutie genoemd. Dat na de revolutie het paradijs niet aanbrak, was in de jaren erna te zien in het werk van de Litouwse filmmaker Sharunas Bartas. Zijn debuutfilm Trys dienos (Drie dagen), waarin twee Litouwse jongens door de Russische havenstad Kaliningrad dolen, maakte in 1992 als schets van nationale lamlendigheid veel indruk. De film, die ook in Cavia is te zien, betekende de doorbraak voor de Russische actrice Yekaterina Golubeva, die met Bartas trouwde, van hem scheidde en later een stel vormde met Leos Carax. Drie jaar geleden pleegde de actrice in Frankrijk zelfmoord. Haar tragische dood lijkt symbool te staan voor de desillusie na een hoopvolle filmperiode. Bartas zette de Litouwse cinema met veel elan op de internationale kaart, maar het vuur lijkt gedoofd. Er wordt weer gebibberd voor Rusland.

filmhuiscavia.nl

How We Played the Revolution

Geschreven door