Aanrijding in Moscou
Belgische hit straalt inspiratie uit

In de steek gelaten huisvrouw vindt nieuw geluk met lekker jong ding. Aanrijding in Moscou is een broodnuchtere komedie waar de vonken van afspatten.
Voor alle duidelijkheid: het Moscou uit de titel van deze Belgische bioscoophit van televisieregisseur Christophe Van Rompaey verwijst niet naar de Russische hoofdstad maar naar een volkswijk in Gent. Ook de aanrijding is veel minder spectaculair dan we doorgaans in films krijgen voorgeschoteld. Niet meer dan een lullig bumperdeukje, veroorzaakt door een onhandige manoeuvre op het parkeerterrein van een supermarkt. Maar de ruzie die vervolgens ontstaat tussen de door zenuwslopend winkelen toch al danig geïrriteerde alleenstaande moeder Matty (Barbara Sarafian) en vrachtwagenchauffeur Johnny (Jurgen Delnaet), wiens truck ze een tikje heeft gegeven, is meer dan smakelijk. En allemaal in dat verrukkelijke, sappige Vlaams dat je plotseling het gevoel geeft dat alle problemen van de Nederlandse film opgelost zouden kunnen worden door over te stappen op dialect.
Niet dat de kwaliteit van deze in Cannes voor de Semaine de la Critique geselecteerde volkskomedie alleen een kwestie van tongval is, maar het is wel een zeer plezierige bijkomstigheid in een film die toch al uitblinkt door aanstekelijke dialogen. Ook de acteurs hebben er zin in en zetten hun personages nuchter doch met verve neer zonder zich tot gemakzuchtige lolligheid te laten verleiden. Alledaagse hilariteit met een sprankelend randje en emoties waarin je kan geloven.
Stoorzender
In deze romance die tegen wil en dank opbloeit tussen de vermoeide en al bijna gescheiden 41-jarige Matty en haar opvliegende, gevoelige en maar liefst twaalf jaar jongere chauffeur worden de clichés doeltreffend geneutraliseerd. Omdat Christophe Van Rompaey zijn personages regisseert als mensen van vlees en bloed wil je ook best aannemen dat na zo’n impulsieve one night stand in de vrachtwagencabine de vonken ondanks het leeftijdsverschil blijven overspringen. Wie het toch nog wat ongeloofwaardig mag vinden, wordt over de drempel geholpen door het voortreffelijke spel van Barbara Sarafian. Wanneer Matty zich laat verleiden tot een lach breekt op dat grauwe, vermoeide gezicht de zon door.
Belangrijkste stoorzender is Matty’s overspelige echtgenoot Werner (Johan Heldenbergh), een toch wel aandoenlijke slapjanus die niet definitief voor z’n nieuwe jonge vriendin durft te kiezen en Matty weer aan het twijfelen brengt. Van harte kunnen we ook meeleven met de onverdraaglijke gêne die tienerdochter Vera bevangt als ze haar moeder zo ‘schamelijk’ bezig ziet. Om nog maar te zwijgen van het moment waarop Johnny zijn liefde openbaart door het zingen van ‘Mona Lisa’ in een karaokebar. Kostelijke terzijdes op het postkantoor fungeren als terugkerend commentaar en de realistische lowbudgetstijl versterkt het echtheidsgehalte van de emotionele verwarring.
Alleen de afwikkeling lijdt een beetje aan een overmaat aan voorspelbaarheid. Het gemak waarmee de in dit genre verplichte tegenslag (Johnny blijkt een verleden met drank en losse handen te hebben) wordt overwonnen is niet het sterkste deel van dit onbevangen, geïnspireerde script. Juist omdat in deze komedie alles mogelijk lijkt vermoed je nog even dat de schrijvers een laatste originele vondst uit de hoge hoed zullen toveren, maar dat zit er helaas niet in.