Werner Herzog over Encounters at the End of the World

'Avontuur is een belachelijk circus'

Geen regisseur heeft zo vaak de wildernis opgezocht als Werner Herzog. En geen regisseur filmde er zulke krankzinnige taferelen. Herzog: “Mijn zoektocht heeft weinig met feiten te maken.”

De Duitse veteraan Werner Herzog liet zijn acteurs middenin de Braziliaanse jungle een boot over een berg slepen (Fitzcarraldo), volgde een Britse ontwerper van luchtvaartschepen in zijn pogingen met een zeppelin over het regenwoud te zweven (The White Diamond) en wist de hand te leggen op home video’s van de in Alaska residerende berenactivist Timothy Treadwell, die voordat een uitgehongerde grizzlybeer hem oppeuzelt fulmineert tegen het dierenleed in de wereld (Grizzly Man).

Voor Encounters at the End of the World boekte Herzog een retourtje naar het meest zuidelijk gelegen continent op aarde. Het doel van de reis was het afzichtelijke McMurdo, een van de vele onderzoeksstations op Antartica, bevolkt door excentrieke eenzaten. Maar wie de zoveelste pinguïndocumentaire verwacht, komt bedrogen uit.

De eerste pinguïn waggelt pas ver over de helft het beeld binnen en zorgt voor een even hilarisch als tragisch moment. “Ik wilde eigenlijk helemaal geen pinguïns in de film hebben. Maar toen ontmoette ik een man die al vijfentwintig jaar pinguïns observeert en zijn interesse in mensen volledig is kwijtgeraakt. Ik legde hem de ongewone vraag voor of er zoiets bestaat als waanzin onder pinguïns. En ja hoor. Soms raakt zo’n beestje gedesoriënteerd en verliest de groep uit het oog. Dan zet hij koers richting het binnenste van het continent, een zekere dood tegemoet. Een vreemde, pakkende tragedie, die ik letterlijk probeerde vast te leggen toen ik zo’n gehersenspoelde pinguïn voor de camera kreeg. Het is natuurlijk helemaal niet in lijn met March of the Penguins. Die documentaire vertelt de Walt Disney-variant van het pinguïnbestaan.”

U heeft een hekel aan het romantiseren van Moeder Natuur, maar legt haar wel vast als het paradijs op aarde. “Antartica heeft een vreemde, allesdoordringende schoonheid. Het is onmogelijk om daaraan te ontsnappen. Waar je de camera ook heenslingert, ze is er gewoon. Ik esthetiseer niets. Het landschap heeft zijn eigen inherente esthetiek. Dat kan heel goed samengaan met het in beeld brengen van de wreedheden van de natuur.”

Het zijn zonderlinge figuren die u in McMurdo ontmoet. Typische Herzog-karakters. Waarom blijft u naar zulke mensen terugkeren? “Het klinkt misschien vreemd, maar ik ben niet naar hen op zoek. Ze lopen mij tegen het lijf. Ze klimmen door het raam, kruipen onder de voordeur door, dalen af door de schoorsteen. Het zijn onuitgenodigde gasten die ineens mijn huis bevolken.”

U heeft dus niet helemaal onder controle wie er in uw documentaires belanden. “Wel, ik bepaal wie ik eruit gooi, en door welk raam.”

Zoeken de dolende zielen in McMurdo, zoals veel van uw personages, op een absurde manier naar hun grenzen, om te eindigen op het randje van de gekte? “Nee, daar gaat het niet om. Ze worden hoogstens gedreven door het verlangen de grenzen van de wetenschap te verleggen. En bepalen daarmee de toekomst van het menselijk ras op deze planeet. De inwoners van McMurdo zijn wel oprecht op zoek naar avontuur. Daarin zijn ze de laatste der Mohikanen. Avontuur behoort tot een andere eeuw. Het ging verloren nadat onze wanhopige pogingen om de Noord- en Zuidpool te bereiken slaagden. Vandaag de dag is avontuur een belachelijk circus. Je kunt het kant en klaar kopen bij een toeristenbureau in Amsterdam, en bewapend met videocamera ervaren in een groep opgejaagde toeristen.”

U zegt zelf vaak op zoek te zijn naar een extatische waarheid in uw documentaires. Waar zien we die terug in Encounters at the End of the World? “Ik hoop haar de hele tijd voelbaar te maken. Soms kom ik er misschien dichtbij, soms misschien helemaal niet. Heel dichtbij ben ik volgens mij in de eindeloze tunnels, die met zeventig graden onder nul onder het poolijs liggen. Aan het eind van één van de tunnels staat een heiligdom. Het was dodelijk saai geweest als ik had verteld hoe het op die vervreemdende plaats terecht was gekomen. Dus maak ik er een sciencefiction-achtige fantasie van. Ik stel mezelf voor dat er aliens op onze planeet landen die het heiligdom als laatste overblijfsel van het menselijk ras vinden. Dat geeft de scène een verlichtende en ook verhelderende kwaliteit.
“Mijn zoektocht heeft weinig met feiten te maken. Het gaat me niet om de waarheid van de accountant. Het telefoonboek van Manhattan is miljoenen keren correct, maar het verheldert niets, verlicht je niet. Ik geloof dat waarheid schuilt in poëzie, muziek, film. Je voelt het onmiddelijk als je een gedicht leest. Het is een vervoering in iets wat buiten je ligt, wat voorbij je gaat. Dat is mijn definitie van het bestaan, dat je de waarheid ontdekt als je buiten jezelf durft te stappen.”

Zit het idee van extatische werkelijkheid ook in de haast transcendentale muziek die u gebruikt? “In veel films heeft de muziek geen invloed op de beelden. In mijn films zorgt de muziek er juist voor dat je dingen waarneemt die zonder muziek niet waarneembaar zouden zijn. Bij de onderwaterscènes monteerde ik liederen van Russisch-orthodoxe kerkkoren. Die moeten de kijker vervoeren in een sfeer van sacraliteit. Alsof je in je dromen een kathedraal binnenstapt.”

Het maakt de grens tussen werkelijkheid en fictie in uw werk nog dunner. “Waarschijnlijk ja. De grens is niet dun, soms maak ik hem gewoon non-existent. Maar ik beschouw mezelf als een verhalenverteller. Die mag stileren. En wat mij betreft ook ensceneren. Een documentairemaker moet verder gaan dan het opnemen en het presenteren. Met voorstanders van de cinema vérité heb ik om die reden altijd veel moeite gehad. Hun films missen stilistische intensiteit. En dan de pretentie dat een gefilmd feit hetzelfde is als de waarheid. Mijn films functioneren op een dieper niveau. Ik wil het publiek plotselinge momenten van verlichting laten ervaren.”