Fireball: Visitors from Darker Worlds

Mijmeren over meteorieten

Fireball: Visitors from Darker Worlds

Alleskunner Werner Herzog verklaart in Fireball: Visitors from Darker Worlds de liefde aan de meteoriet. Het kost hem in zijn nieuwste documentaire weinig moeite om de kijker deelgenoot te maken van zijn ongebreidelde fascinatie voor dit mythische fenomeen.

Fireball: Visitors from Darker Worlds opent met beelden van meteorietinslagen in Siberië, geregistreerd door dashboardcamera’s. Filmmaker Werner Herzog voorziet ze in de voice-over van beangstigende mijmeringen: “Wat ons uiteindelijk zal verwoesten zal er zo uitzien, als een vuurbal, alleen veel groter.” Waarop hij vervolgt: “Het voelt als sciencefiction.” Met deze unheimische observatie benadrukt Herzog dat meteorieten, onverklaarbare verschijnselen tot diep in de vorige eeuw, werden gezien als tekens van God. Tegelijkertijd toont hij in zijn nieuwste film dat de huidige wetenschap wel een goed maar vooralsnog onvolledig beeld van het ruimtepuin heeft, dat dagelijks neerdaalt op aarde.

Herzog laveert in Fireball voortdurend tussen de culturele en wetenschappelijke betekenis van meteorieten, in een documentaire die zich laat omschrijven als een intrigerende herontdekkingsreis langs kraters. Coregisseur en vulkanoloog Clive Oppenheimer vraagt een kleurrijk gezelschap naar hun visie op de donkere gesteenten uit het heelal. Dat levert mooie gesprekken op, zoals een ontmoeting met een van de oorspronkelijke bewoners van Australië die opgroeide bij de Wolfe Creeke-krater. Ze vertelt hoe haar voorouders geloofden dat het grote gat in de aarde is ontstaan doordat een goddelijke regenboogslang zich door de vallei heen wurmde.

Tijdens een bezoek aan Oslo stuit Oppenheimer op een Noorse muzikant die na veertig jaar besloot zich toe te leggen op micrometeorieten. Hij vertelt vol enthousiasme over de deeltjes die je met het blote oog nauwelijks kan zien: “Geen enkel mens heeft het ooit aangeraakt, het is alsof je de eeuwigheid in de ogen kijkt, de as van de vorige generaties van stervende sterren.”

Even verderop in de film merkt een wetenschapper op hoe we als mensen één zijn met het universum, omdat we allemaal “zijn gemaakt van sterrenstof”. Waarop Herzog interrumpeert: “Ik ben niet gemaakt van sterrenstof, ik ben een Beier.” Het is een ironisch grapje waarmee hij zijn eigen nietigheid onderschrijft: over een miljoen jaar is Beieren misschien wel van de aardbodem verdwenen. Herzogs existentiële benauwdheid weerklinkt ook in een interview met een priester en sterrenkundige in het ruimteobservatorium in het Vaticaan. Want wat zal de geestelijke doen als er grote vuurbal op de aarde af raast die niet meer te stoppen is door de wetenschap? “Dan zal ik bidden.”