Jane Campion over The Piano

'Vrouwen kunnen nu eenmaal beter gedachten lezen'

The Piano

Jane Campion verliet Cannes dit jaar voordat het festival was afgelopen. Haar verregaande staat van zwangerschap maakte, gezien de richtlijnen van de luchtvaartmaatschappij, een latere terugkeer naar Nieuw-Zeeland onmogelijk. Zo kon zij de gedeelde Gouden Palm voor The piano niet zelf in ontvangst nemen en moest hoofdrolspeelster Holly Hunter haar vervangen. In Cannes kon Campion slechts weinig journalisten te woord staan. Kort voor het festival sprak de Vlaamse filmjournalist Patrick Duynslaegher met haar in Parijs.

Met Peel won ze tien jaar geleden de prijs voor de beste korte film in Cannes. Haar speelfilmdebuut Sweetie bevestigde op het festival van 1989 haar originele talent, maar dit verhaal over een excentriek, gestoord meisje bracht ook een deel van het festivalpubliek van streek. Met An Angel at My Table, het hartverwarmende portret van een rossig meisje dat als schizofreen werd gediagnosticeerd voordat ze als schrijfster erkenning vond, triomfeerde ze een jaar later op in Venetië. Met haar derde lange film, The Piano, een coproductie tussen Frankrijk, Nieuw-Zeeland en Australië, bevestigt Jane Campion haar status als een van de interessantste filmmakers van dit moment.

Overeenkomst
De inwoners van Nieuw-Zeeland zijn overwegend immigranten uit Groot-Brittannië, Australië en Nederland. Dit vormt de historische achtergrond van The Piano, die zich afspeelt in de negentiende eeuw. Ada (Holly Hunter) arriveert met de boot uit Schotland in Nieuw-Zeeland, bij de man aan wie ze werd uitgehuwelijkt (Sam Neill). Met haar arriveren ook haar negenjarige dochtertje en haar piano. De kersverse echtgenoot weigert om de piano te vervoeren van het strand naar de woning. Ada is stom en het pianospel is haar passie en enige vorm van communicatie. Ze sluit een bijzondere overeenkomst met Baines (Harvey Keitel), een ongeletterde en getatoeëerde buurman.

Baines krijgt het achtergelaten instrument in zijn bezit. Ze kan de piano terugwinnen, op voorwaarde dat ze hem pianolessen geeft en ze bij elke privé-les in zijn hut een van zijn erotisch getinte eisen inwilligt. Voor Campion is dit slechts het vertrekpunt voor een vaak verrassende en heel indringende studie over seksuele passie, frustratie en eenzaamheid.

Waar komt het idee van The Piano vandaan? “Het is al zo lang geleden dat ik het me nog nauwelijks herinner. Het enige wat ik zeker weet is dat de eerste impuls een praktische overweging was. In 1985 was ik afgestudeerd aan de filmschool, ik had al enkele korte films gemaakt, het maken van een lange speelfilm was de logische volgende stap. Ik had zin om iets te schrijven, gesitueerd in de negentiende eeuw omdat ik in archieven een reeks mooie foto’s gezien had van huwelijken van Europeanen met Nieuw-Zeelanders. Voor ’t eerst voelde je toen de invloed van de Europese cultuur op ons land. Omgekeerd was er ook mijn fascinatie voor de invloed van de primitieve, overweldigend grote landschappen in dit verafgelegen land op de Europeanen. Natuur versus mens. Vrij snel werd de piano een centraal motief in mijn verhaal. Het begon met het vrij arrogante, enigszins kunstzinnige idee om door middel van een object het hele verhaal te vertellen. In de eerste scenario-versie was de piano veel meer een metafoor dan in de uiteindelijke versie. Via de pianolessen kon ik van dichtbij bestuderen hoe twee naïeve mensen met weinig seksuele ervaring naar elkaar toegroeien.
“Dankzij de gimmick van de pianolessen kon ik hun verhouding stap voor stap laten zien. Bij elke les krijgt de man iets meer van de vrouw gedaan, wat natuurlijk een filmisch idee is want in werkelijkheid gaat het er veel verwarrender aan toe. Ada is zich niet goed bewust van wat er met haar gebeurt; ze denkt alleen maar aan de piano die ze terug in haar bezit wil krijgen en merkt zelf niet dat haar sluimerende erotische verlangens wakker worden.
“Ik was een beetje huiverig om dit als mijn eerste film te kiezen omdat ik voelde dat ik de ideeën die in mijn eerste korte films zaten nog niet ten volle onderzocht had. De film die ik toen eerst maakte, Sweetie, is veel provocerender en agressiever, stemt meer overeen met hoe ik me toen voelde. Om The Piano te kunnen maken moest ik zelf rijper worden en ook het métier beter beheersen. Het was goed dat er enkele jaren overheen gingen, en ik afstand kon nemen van het onderwerp. Toen ik het eerste scenario schreef vond ik het moeilijk om alle, zowel spirituele als fysieke, aspecten van de liefde ten volle te exploreren. Terwijl dit toch deel uitmaakt van ons dagelijks leven. We willen allemaal bevredigd worden in de liefde. De meesten onder ons verlangen sterke, intense relaties, die zelfs een religieuze dimensie kunnen krijgen.”

De liefdesscènes in uw film zijn erg verschillend van wat we gewoonlijk zien: zeer fysiek, niet voyeuristisch. “Ik vrees dat je altijd een beetje jezelf bloot geeft als je seks of romantiek in beeld zet. Je probeert er zo weinig mogelijk aan te denken maar toch wil je ook precies weten wat je met zo’n scène wil meedelen. De eerste erotische scène, als Baines voor ’t eerst Ada’s huid aanraakt door het gaatje in haar kousen, stond nauwkeurig beschreven. Het idee dat erachter zit is dat je uit een klein beetje heel veel kunt halen. Dat stemt ook overeen met hoe ik erotiek aanvoel, met name dat het gaat om iets dat zich vooral in onze fantasie afspeelt. Wat de andere liefdesscènes betreft, heb ik gewoon proberen te tonen wat goed aanvoelt. Liefde is in essentie een kwestie van je tegelijkertijd laten gaan met je partner en je concentreren op je eigen gevoelens. Daarom hing zoveel af van de acteurs, in hoeverre ze bereid waren naar elkaar te luisteren. Als Holly en Harvey het eindelijk samen doen is het teder en langzaam.
“Dat vrouwen vooral brutale, atletische seks op prijs stellen is een typisch mannelijke fantasie. Met hardhandige seks raak je in de war, je weet niet meer wat je voelt. Voor veel vrouwen is het veel erotischer als het lief en zacht is. Mannen voelen zich vaak verplicht om viriel uit de hoek te komen. Ik denk niet dat ik een boodschap heb betreffende seks, maar als de heren er toch één in willen ontdekken: doe het wat langzamer aan (lacht). Het meest verleidelijke is als een man zo veel mogelijk aandacht aan zijn partner schenkt en vice versa. Liefde is met je hele hart je volle aandacht aan iemand geven. Dat is wat Harvey Keitel wil. Hij wil dat ze zijn liefde beantwoordt, maar zonder haar te forceren. Hij blijft doorzetten. Dat vinden vrouwen erg aantrekkelijk. En als hij het opgeeft is het uit idealisme, niet uit gebrek aan interesse.”

Hun liefde is gebaseerd op het onderhandelen? “Ze moeten die transactie overstijgen om hun liefde op een ander niveau te tillen. Misschien zit er impliciet in elke verhouding een onderhandeling ingebouwd. Uit ervaring weet ik dat je, om een verhouding levend te houden, telkens opnieuw over de condities moet onderhandelen.”

De fysieke kracht van de film schuilt ook in de relatie tussen de natuurlijke omgeving en de personages? “Van meet af aan wilde ik een verhaal vertellen in het gotisch romantische genre. Een van de essentiële kwaliteiten van de romantiek is het oproepen of creëren van de natuur als een overweldigende kracht. De gemakkelijkste manier om dit te verbeelden is via een landschap. Alle romantische schilders borstelen hun protagonisten tijdens verwoestende stormen. De macht van de natuur die de mens nederig maakt, waar ons kleine willetje niet tegenop kan. De romantici zeggen dat je dit moet leren aanvaarden. Zoniet, dan ga je er aan ten onder. Het begrip romantiek is de laatste tijd erg verflauwd: nu gaat het kennelijk alleen nog om een jongen en meisje die van elkaar houden en elkaar bloemen en pralines sturen. Terwijl de pure romantiek steunt op de tegenstelling met het classicisme: classicisme staat voor evenwicht, romantiek voor het vinden van je plaats in een dramatische confrontatie met de natuurelementen.
“Ik groeide op in dit type landschap. Niet dat ik in een hutje in de wildernis woonde, maar voor Nieuw-Zeelanders is de mythologie van de bush even fors als die van de bergen voor de Zwitsers of de hooglanden voor de Brontë-zusters. Nieuw-Zeelanders proberen hun natuur en landschappen te beschermen en de nieuwkomers moeten een relatie opbouwen met hun omgeving tot die ook voor hen een persoonlijke betekenis krijgt. Het vinden van die landschappen was niet zo moeilijk. De Black Sand Beach uit de ontscheping in het begin van de film ligt op veertig minuten rijden van Auckland. Moeilijker was hoe ik die landschappen voor de lens zou brengen. Soms vreesde ik dat het teveel op een David Lean epos zou lijken, terwijl ik een meer vrouwelijke, intieme kijk op het landschap nastreefde. Om dat effect te verkrijgen heb ik moeten vechten: de werking van een landschap kan ook verdwijnen als je het vastlegt op film, omdat je alle gevoel van afmetingen verliest. Ik was gewend om in kleine slaapkamertjes te filmen en was tamelijk onder de indruk van de omgeving. Voor de scènes in de bush hebben we een fantastische locatie gevonden. Ik wilde een bush die sprookjesachtig en exotisch was, behaard, met veel mos. Mijn locatiescout begreep perfect wat ik zocht.”

In uw films identificeert u zich met onaangepasten, alsof u zichzelf niet goed voelde in uw huid tijdens uw jeugd in Nieuw-Zeeland? “Eigenaardig genoeg voelde ik me vooral als een freak toen ik het meest conventioneel was. Toen ik net afgestudeerd was, probeerde ik eruit te zien als iedereen maar van binnen voelde ik me heel raar. Ik vroeg me af wie ik was en wat er met me gebeurde. Nu voel ik me goed in mijn vel, en aanvaard ik iedereen zoals hij of zij is.”

Uw eerste film gaat over een jonge vrouw die mentaal wankelmoedig is, uw tweede over een meisje dat op zeker ogenblik als geestesziek wordt behandeld, nu vertelt u het verhaal van een vrouw die niet spreekt. Uw drie hoofdpersonen zijn door psychische of lichamelijke defecten outsiders. Puur toeval? “Ik zou zelf graag een verband zien. Ik weet alleen dat ik van wilskrachtige personages hou die iets ongetemds hebben. Dat ze allen met waanzin en normaliteit worstelen zal wel niet toevallig zijn, maar ik probeer zelf niet te veel verbanden te zoeken. Ik bekijk ze liever als afzonderlijke films. Het is zoals met symbolen. Er werd me op gewezen dat in mijn drie films engelen voorkomen. So what? Als je ten volle je eigen symboliek begrijpt, verliest die ook zijn magie en kun je je er niet langer op beroepen.”

Soms lijkt het alsof Ada haar lot kan voorspellen. “Ada heeft een bijna mystieke relatie tot de waarheid. Wat ook verband houdt met de vrouwelijke intuïtie. Vrouwen kunnen nu eenmaal beter gedachten lezen, omdat ze die gave in de loop van de geschiedenis hebben leren ontwikkelen. Omdat zij historisch niet degenen zijn die beslissingen nemen, hebben ze dit moeten compenseren. Jullie mannen hebben minder behoefte aan intuïtie. Jullie zijn immers in het traditionele rollenspel de acteurs. Ik merk het in mijn eigen familie: mijn moeder is ontzettend intuïtief, ze weet alles wat er omgaat, je kan niets voor haar verborgen houden.”

De historische achtergrond van dit verhaal is dat de meeste Europeanen die naar Nieuw-Zeeland voeren, outcasts waren. “Mag ik er toch uw aandacht op vestigen dat er een aanzienlijk verschil was tussen Nieuw-Zeeland en Australië. Australië was een strafkolonie, waar de ongewenste exemplaren van de menselijke natuur heen gestuurd werden om zich van hun misdaden te zuiveren. Het uitwijken naar Nieuw-Zeeland was daarentegen vaak ideologisch gemotiveerd. De mensen die Engeland verlieten, zochten naar een nieuwe samenlevingsvorm waar het klassensysteem afgeschaft was. Gelijkheid voor iedereen is een van de hoekstenen van de filosofie in Nieuw-Zeeland. Het goede daaraan is dat iedereen kans heeft op een goede opvoeding: wie eenentwintig is kan gratis naar de universiteit, zonder dat daarvoor enig diploma vereist is. Dat zijn zeer gezonde principes. Het nadeel was dan weer dat vrouwen zeer schaars waren in die samenleving. Wie geen bruid had meegebracht vond er moeilijk een ter plekke, vandaar dat heel veel mensen adverteerden om een bruid uit Groot-Britannië te laten overkomen. Voor Ada zat er niet veel anders op dan op het voorstel van Stewart in te gaan: door haar gebrek werd ze toch als een curiositeit beschouwd, bovendien had ze ook nog een onwettig kind. Uitwijken naar Nieuw-Zeeland en dit huwelijk aangaan, was de beste manier om voor haar kind een positie in de samenleving te veroveren. In de Schotse samenleving van toen had ze geen schijn van kans. Ze moest wegvluchten naar een ver land, waar niemand op de hoogte was van haar achtergrond en waar ze met een schone lei kon beginnen. Dat geldt nu nog altijd in Nieuw-Zeeland, het is een plek waar je opnieuw kan beginnen, waar je geen verleden hebt.”

Zijn er voor u elementen in een film die beter een mysterie blijven? “Het mysterie is een belangrijke kwaliteit. Een andere reden waarom ik die film wou maken is mijn onuitwisbare herinnering aan een schilderij van Rousseau dat bij mijn moeder aan de muur hing. Er staat een ‘Edwardian’ vrouw op afgebeeld die er in het woud een beetje geschrokken bij zit. Als kind was ik in de ban maar ook tegelijk gefrustreerd door dit mysterie: het bracht me in de war. Nu hou ik van die kwaliteit dat het mysterie onopgelost blijft, dat maakt het sterker. Vaak gaat het om grote levensvragen die poëtisch geformuleerd worden. Er zijn inderdaad veel details in mijn film die ik zelf niet kan verklaren.”

Wanneer besefte u dat u films zou regisseren? “Ik dacht nooit van mezelf dat ik een regisseur kon worden. Ik was niet voldoende ambitieus. Ik had alleen die kleine verhaaltjes die ik wilde vertellen, en langzaam is dit gegroeid. Pas nu kan ik voor mezelf toegeven dat ik een regisseur ben zonder dat dit me teveel angst inboezemt. Aanvankelijk vond ik het allemaal veel te gecompliceerd: je moet technisch onderlegd zijn, met de crew omgaan, met de acteurs kunnen praten.”

Kijk u nu anders aan tegen het Cannes-festival dan toen u enkele jaren geleden met Sweetie naar de Croisette kwam? “Ik ben vast minder naïef. Toen merkte ik niets van de positieve respons: ik zag alleen de agressieve en vijandige reacties van de journalisten die geschokt waren. Ik had er geen idee van dat de film dermate provocerend was. Cannes was zeer goed voor mij en voor mijn carrière. Het is een reusachtig PR-platform, maar wat sfeer betreft zijn er zeker betere festivals. Ik keerde destijds terug naar huis in de overtuiging dat dit al te pijnlijk was, dat ik niet deugde voor dit vak. Aangezien ik al bezig was aan mijn televisiefilm An Angel at My Table besloot ik er maar mee voort te gaan. Intussen heb ik geleerd dat de vrienden en geliefden die je omringen belangrijker zijn dan professioneel succes. Eerlijk gezegd is de reactie van het publiek of de pers niet iets wat me persoonlijk raakt. Je moet die twee zaken strikt gescheiden houden. Zoniet, dan ben je veel te kwetsbaar.”

Er is een goede kans dat u met deze film een Gouden Palm wint. “Dat zou natuurlijk aardig zijn, maar ik denk daar niet echt aan. Prijzen zijn zo onvoorspelbaar en veranderen uiteindelijk niets aan de kwaliteit van de film.”