Sweetie

Zusterliefde – zusterhaat

Sweetie

Sweetie, het speelfilmdebuut van de Nieuwzeelandse Jane Campion, is een film vol beginners. Niet alleen is de regisseuse nieuw op het terrein van de speelfilm, ook alle acteurs zijn nooit eerder verschenen in een lange film. Bovendien is Sally Bongers de eerste vrouwelijke cameraman die een Australische speelfilm ‘lenst’. Alle reden om met de nodige nieuwsgierigheid uit te kijken naar dit opmerkelijke debuut, dat voorafgegaan wordt door een welhaast nog opmerkelijker voorfilm: Kitchen Sink.

Kay (Karen Colston) is bang. Bang voor het leven, bang voor de dood, bang voor de liefde en haat, bang voor de eenzaamheid en gezelschap, bang voor bomen, bang kortom.

Al jaren leeft ze in zichzelf gekeerd, haar geld verdienend in een of andere fabriek. Niet geliefd door haar collega’s, ook niet gehaat. Tot ze van een waarzegster te horen krijgt dat een man met een vraagteken op zijn hoofd haar grote liefde zal zijn. Laat dat nu de jongen zijn met wie een van haar collega’s net een uur verloofd is…

Kay weet hem echter doortastend te veroveren en voor een tijdje lijkt haar leven een gelukkige wending te hebben genomen. Louis, want zo heet ‘ie, blijkt een rustige, serieuze jongen. Hij mediteert en heeft een filosofische inslag. Hij is romantisch op zijn manier. Zo plant hij een boom op de dag dat hij en Kay een jaar bij elkaar zijn. Dat valt niet in goede aarde. Kay ziet in haar gedachten de boom met zijn wortels het huis ondermijnen, denkt dat de boom ziek is. De gedachten aan de boom in de tuin van haar ouderlijk huis, met de lichtjes erin maakt het ondragelijk. Haar oudere zus, ‘de prinses’ zoals haar vader haar noemde, zat steeds in dat paleis in de boom, waar Kay nooit in mocht. Op een nacht houdt ze het niet meer uit en rukt de liefdesboom van Louis uit de grond. Alsof ze daarmee hun lot heeft gekeerd, drijven Louis en Kay uit elkaar. Ze vrijen niet meer met elkaar, slapen niet meer bij elkaar, zijn niet gelukkig.

Op een dag is daar opeens Sweetie in hun huis. “Een vriendin”, zegt Kay. “Morgen is ze weer weg.” Maar ze blijft, deze luidruchtige, dikke, kinderlijke dame, die Kay’s zus blijkt te zijn. Kay probeert Louis tegen haar op te zetten, “Het is een boze geest”, zegt ze. Maar Louis vindt dit wellustige schepsel wel amusant. Jaloezie, onmacht, haat en nijd zijn vanaf Sweetie’s belegering van Kay’s huis aan de orde van de dag.

Intrigante
“De familie valt uit elkaar als een natte papieren zak.” Met deze woorden valt Gordon, de vader van de zusjes, Kay’s huis binnen. Om te blijven, net als Sweetie. Zijn vrouw en hij zijn uit elkaar.

Veel van de dramatische gebeurtenissen in de familie zijn herleidbaar naar het onbetwiste middelpunt dat Sweetie daarin vormt. Sweetie terroriseert de familie, ze is een intrigante, eist alle aandacht op. Tegelijkertijd is ze ook het zorgenkind, het lievelingetje van haar vader, de beschermelinge van de familie. Maar de anderen komen er langzaamaan achter dat ze door Sweetie geen eigen leven hebben. Ze maakt alle verhoudingen buiten haar om kapot. De familieleden moeten iets doen en verzinnen een list. Met achterlating van Sweetie, weten de andere drie de moeder op te sporen. Snel is het ouderpaar verzoend. Nu Sweetie nog. Ze zit grommend als een hond totaal verwaarloosd aan de keukentafel. Bijt iedereen die dichter bij komt. “Als Sweetie een hond wil zijn, mij best”, zegt de moeder gelaten. Dan al weet ze dat de vader zijn oogappel nooit los zal kunnen laten.

De ouders nemen Sweetie mee, maar zonder haar de zelfstandigheid te geven waar ze hun verzoening mee bezegeld hadden. Sweetie klimt in haar droompaleis in de boom. Naakt, vloekend en beestachtig smerig weet ze vanaf daar niet alleen haar familie, maar ook de nette buurt rondom haar ouderlijk huis te terroriseren. Dat kan alleen maar tragisch aflopen.

Sweetie is een eigenzinnige film over mensen die op een bepaalde manier krankzinnig zijn zonder uitzondering, maar ook zo doodnormaal, zo herkenbaar. Iedereen die een zus of broer heeft zal de liefde en haat herkennen. Zal het onmogelijke, tegenstrijdige gevoel herkennen wanneer het treiteren toeslaat binnen de familie. In die herkenning schuilt de grootste kracht van Jane Campions debuut. Toch, ondanks de herkenbare karakters van Kay en Sweetie, hun ouders en Louis, blijven de personages plat. Karikaturen, alsof ze afkomstig zijn uit een stripverhaal.

Daarnaast is de film fraai vormgegeven, rustig van tempo (zelfs hier en daar een zwart beeld), melancholisch van stijl en sfeer. Soms raakt Jane Campion de draad even kwijt en vertraagt de film, wordt wat chaotisch. Door Sweetie zo ‘gewoon’ te houden, zonder poespas, krijgt de film iets onwerkelijks, iets surrealistisch, alsof het allemaal boven het dagelijkse leven uitstijgt, terwijl het juist weinig meer dan die dagelijkse werkelijkheid laat zien. Door het spotten met de dagelijkse beslommeringen van de personages, het groteske van hun emoties, krijgt de film ook iets onweerstaanbaar grappigs. En in wezen lach je om jezelf, je eigen familie en de doodgewone krankzinnige manier van met elkaar omgaan.

Voorafgaand aan Sweetie is de merkwaardige korte film Kitchen Sink te zien. Een bizar verhaal over een vrouw die haar perfecte minnaar vindt in het afvoergaatje van haar afwasbak. Hij heeft geen verleden, is van niemand, gaat nergens heen en houdt van haar. Ze heeft hem het leven gegeven tenslotte. Maar het beangstigt de vrouw en bovendien wil zo’n perfecte minnaar ook maar één ding… Deze Nieuwzeelandse film van Alison Maclean is spannend, grappig, mooi gefilmd in heldere zwartwitbeelden en heel origineel van idee. De veertien minuten dat de film duurt, bekijk je ademloos.