Peter van Houten over Miel-Emile

'Soms wilde ik het realisme kapotmaken'

Jarenlang werkte onafhankelijk cineast Peter van Houten in eenzaamheid aan Miel-Emile, een mysterieus maar hartverscheurend eerbetoon aan de tachtigjarige Miel Raaijmakers.

“Toch een beetje de thuisbasis.” Filmmaker Peter van Houten kijkt in het persgedeelte van het Filmfestival Rotterdam om zich heen. Net als zijn vier eerdere films beleeft zijn nieuwste creatie Miel-Emile er haar première. Een spannende gebeurtenis, zeker nadat zijn vorige film La vie de Jean-Marie in 2015 een verrassend publiekssucces bleek. Het opgewekte portret van de praatgrage priester Jean-Marie schopte het zelfs bijna tot de publiekslieveling van het festival, maar werd op het allerlaatste moment in de publiekspoll voorbijgestreefd. “Dat was een bijzondere ervaring, maar Miel-Emile is echt een andere film. Duisterder, meer mysterieus. Ik ben benieuwd hoe men hem zal ontvangen.”

Van Houten (1951) is een opvallende verschijning binnen het Nederlandse filmlandschap. De cineast uit Breda studeerde schilderkunst en fotografie, maar legde zich vervolgens toe op film. In eerste instantie met enkele korte werken, maar in 2001 was er zijn lange speelfilmdebuut The Exposition of Anna Zharkov, een schilderachtig portret van de zwangere Anna, gefilmd over enkele jaren en doordrenkt met eigengereide symboliek. Het bleek het startschot voor een reeks eigenzinnige creaties. Opvallende films die Van Houten met minuscule budgetten, maar in totale vrijheid in elkaar zet. Hij is regisseur, cameraman, editor en deed tot nu toe zelfs de distributie in zijn eentje.

Cabrils
Miel-Emile is de eerste van die films met een officieel bioscooproulement, en wederom een echte Van Houten. Een intrigerende vertelling die je geleidelijk de belevingswereld van de tachtigjarige Miel Raaijmakers binnenzuigt. Een moeilijk te karakteriseren film ook, want de documentaire beelden van Miel zijn soms tot epische proporties uitgerekt of helemaal van kleur ontdaan. Van Houten voegde zelfs fictieve elementen toe aan de verhaallijn, in de vorm van symbolisch te interpreteren dierfiguren. Van Houten: “Ondanks dat het over een echt persoon gaat, heb ik het realisme soms kapot willen maken. Het gaat mij om de zoektocht naar filmbeelden die het dubbele karakter van Miels existentie weten te vangen: broos en zeer krachtig. Zulk soort vrijheid heb ik me altijd gepermitteerd, nu dus ook.”

Zijn hoofdpersoon ontmoette Van Houten vijfentwintig jaar geleden, toen hij voor een werkopdracht in Cabrils kwam, een dorpje in de Franse Pyreneeën. “Daar bleek een berg te liggen die in 1949 door de Nederlandse beeldhouwer Pierre Raaijmakers gekocht was. Pierre wilde er een zelfvoorzienend paradijs stichten. Het werd een tumultueuze tijd, van hard werken en veel armoede – maar ook van veel geduld en doorzettingskracht.” Veel van Raaijmakers kinderen wonen nog steeds in de buurt en hebben allemaal een eigen kijk op die periode. Van Houten had meteen door dat de verhalen er voor het oprapen lagen.

Krachtenspel
Dat leverde eerder al La vie de Jean-Marie op, over het priesterschap van oudste zoon Jean-Marie. Vader Pierre was daarin slechts een bijfiguur. Voor de jongere Miel lag dat anders: die ging gebukt onder de tucht van z’n vader, die zijn paradijs met strikte hand bestierde. Het botste dikwijls, ook omdat ze allebei een wat halsstarrig karakter hadden. Op latere leeftijd heeft Miel na een ongeluk een bijna-doodervaring gehad. Na die ervaring heeft hij al het materiële afgezworen – zijn boerderij, werk, gezin. Alles heeft hij opzijgezet om in verbondenheid met de natuur zijn eigen persoonlijke weg te zoeken. In de film toont Van Houten niet Miels levensverhaal met een chronologie en concrete voorvallen, maar probeert hij het krachtenveld waarbinnen Miels leven vorm kreeg in beelden te vangen.

Van Houten: “Enkele van de krachten die in de film spelen zijn: de vader (schoonheid, autoriteit, dreiging, macht), de moeder (stroming, afwezigheid van ego, verdriet), Miel, adem, rook, vuur, eindigheid, bloemen, kou, grond, graan, spel, wind, winter. Deze begrippen deinen, niet als woorden, maar als beelden in de onder- of bovenstroom van de film. Al deze begrippen worden in het spel gebracht. Er is geen conclusie of einde in de zin dat één van de begrippen de boventoon gaat voeren – als een waarheid of oplossing die uiteindelijk boven tafel komt, zodat je de film zou kunnen samenvatten met: ‘Miel heeft een rijk leven gehad en komt uiteindelijk tot het inzicht dat…’ Nee, alles komt in het spel. Waar de film naartoe beweegt is het besef dat Miel onderdeel, spiegel is van alle opgeroepen krachten en beelden. Het krachtenspel heeft de ruimte gekregen te spelen en Miel speelt erin mee.”

Eerbetoon
Net als Van Houtens eerdere films is Miel-Emile het resultaat van een lange adem. “Het filmen van Miel begon in 2004 als cameradagboekaantekeningen. Zonder scenario, doel of belang. Eén keer per jaar bezocht ik hem gedurende vier weken, maar na enkele jaren pakte hij mij bij mijn strot en was zijn geduld op. Hij wilde dat zijn verhaal voor zijn dood naar buiten zou komen. Ik merkte de afgelopen jaren ook dat hij brozer werd. Hij had het vaak over de dood, schreef me later dat hij eruit wilde stappen. Toen ben ik met het materiaal aan de slag gegaan.”

Een jaar lang monteerde Van Houten vervolgens elke dag, maar het project kwam in een stroomversnelling toen Miel brieven van zijn moeder bleek te bezitten. “Juist de inhoud van de brieven bleek de sleutel te zijn waar ik al lang op had gehoopt. Vanwege de rijkdom van de verschillende perspectieven die daardoor ontstonden werd de film complex, compleet en helder.” In de brieven die Miels moeder aan een vriendin in België schreef, wordt duidelijk hoeveel het gezin onder de plannen van Pierre te lijden had. Er was armoede en honger en de geldzorgen liet hij vooral aan zijn vrouw over. Daarbij was Pierre streng gelovig en een aanhanger van Augustinus, die vaak over de erfzonde schreef waarmee de mens geboren is. Volgens de kerkvader kon dat er alleen met harde hand uit geslagen worden – iets wat Pierre uit religieuze overtuiging ook deed.

In de film leest Miels dochter Rilke de brieven voor en verbinden ze Miels huidige levensgevoel met het verleden. De filosofisch ingestelde Miel praat over het uittrekken van je lichaam als een jas, of over het zien van een veld klaprozen als het moment dat ‘alles betekenis krijgt’. Maar hij lijkt ook in een constante strijd verwikkeld met krachten uit het verleden. Miel vond zijn vader een verschrikking en spreekt met gebalde vuist over hem. Tegelijkertijd bewaart hij alle religieuze beeldhouwwerken die z’n vader gedurende zijn leven maakte en gaat daar met veel respect mee om. Het zegt iets over de eerbied waarmee Miel het leven tegemoet treedt, ondanks de tegenslagen die hij gekend heeft.

Dat levensgevoel past ook bij de intenties van Van Houten. “Ik heb Miel verteld dat ik de film maakte om het bijzondere dat hij doet aan de wereld te tonen. In een familie van harde werkers wordt hij vaak als het buitenbeentje gezien, een klaploper. Maar Miel heeft oog voor de dingen die wij dagelijks missen.”

De film is daarom ook vooral een eerbetoon geworden aan die aandacht voor de wereld, of dat ‘kijken met je hart’ zoals Miel het noemt. “Het is zoals Miel zelf zegt: ‘Op sommige momenten krijgt alles in het universum een persoonlijke lading of, kan, omgekeerd gezegd, alles zich in een persoon samenballen en voelt diegene een wolk die hij ziet bewegen in de wind, bewegen in zijn hart.’”