Sorry to Bother You
Kapitalisme onder vuur
Hoe klinkt white privilege? In het vlijmscherpe Sorry to Bother You laat cultmuzikant Boots Riley zijn stem als protestregisseur horen.
Wit is ook een kleur, betoogt Sunny Bergman in haar kritische documentaire over rassenongelijkheid. Dat wit ook een klank is laat Boots Riley horen in zijn woeste satire Sorry to Bother You. Daarin leert telemarketeer Cash Green (Lakeith Stanfield) zijn “witte stem” te gebruiken voor kwaadaardig megabedrijf RegalView. “Niet Will Smith-wit”, legt een meer ervaren zwarte collega uit. De witte stem is een perfect uitgevoerde performance die genoeg vertrouwen uitstraalt om meer te verkopen. Dit is het geluid van white privilege.
De witte stemmen van Danny Glover en Lakeith Stanfield zijn ingesproken door David Cross en Patton Oswalt. Riley zet zo de racistische logica van blackface in om alledaags racisme aan de kaak te stellen. Witte acteurs in zwarte schmink is een hardnekkige Amerikaanse (en Nederlandse) traditie. Het suggereert dat je zwart-zijn kunt opvoeren en dat de zwarte ervaring te reduceren valt tot toneelstukje. Een zwarte acteur in de gedaante van een wit persoon toont het tegenovergestelde: hoeveel toegang je krijgt in een wereld waarin je wit bent, of lijkt.
Om die toegang is het Riley te doen. Cash’ witte stem zal voor hem de sleutel blijken tot de elite van RegalView. Deze ‘power sellers’ handelen op de bovenste verdieping van het sterk gesegregeerde kantoorgebouw in wapens en werkkracht die gevaarlijk dicht in de buurt van slavernij komt. Sorry to Bother You (eerder besproken als VoD-release en nu uitgebracht door Eye als onderdeel van Previously Unreleased) laat zien dat RegalView floreert bij het tegen elkaar uitspelen van groepen mensen, dat het categoriseren op kleur, gender, seksualiteit en klasse altijd in het voordeel werkt van het kapitalistische systeem.
In veel opzichten lijkt Sorry to Bother You op Spike Lee’s BlacKkKlansman, waarin politieagent Ron Stallworth zich in de jaren zeventig als wit voordoet om in de Ku Klux Klan te infiltreren. Maar waar Lee vooral vecht tegen oprukkend fascisme, en niet zozeer pleit voor het bevechten van de racistische status quo, strijdt Riley tegen het hele verrotte systeem: geprivilegieerde witten, haatzaaiende racisten, profiterende bedrijven, het gehele Amerikaanse kapitalisme. Alles moet omver.
Wie Riley kent van de geëngageerde cultrapgroep The Coup weet dat hij in muziek gelaagde verhalen kan verwerken die maatschappijkritiek combineren met surrealistische wendingen – luister naar mijn persoonlijke favoriet ‘Me and Jesus the Pimp in a ’79 Granada Last Night’ uit 1998 om te horen hoe effectief Riley een corrupte wereld tot leven kan laten komen om die vervolgens met een pistoolschot weg te blazen. In Sorry to Bother You, waarvoor hij met punkband Tune-Yards ook de soundtrack verzorgde, brengt hij dat talent naar nieuwe hoogtes. Dit is het filmische equivalent van een verzameling protestborden, overvol kritische ideeën, beeldspraak, grapjes en uitroeptekens. Door alle psychedelische wendingen lijkt het filmdebuut van Riley all over the place, en toch zie je zelden een film die zo precies zijn vizier op de structurele problemen van deze wereld richt. Het leuke is zien wat er gebeurt als Riley ook echt de trekker overhaalt.