Neil Gaiman over How to Talk to Girls at Parties

'Dat al die rare dingen nu juist in Croydon gebeuren'

How to Talk to Girls at Parties

Schrijvende superster Neil Gaiman was in Cannes nog populairder dan Elle Fanning, die een hoofdrol speelt in de verfilming van zijn korte verhaal How to Talk to Girls at Parties. Op het Imagine Film Festival krijgt de film zijn Nederlandse première.

Het was op het filmfestival van Cannes. How to Talk to Girls at Parties zag er op papier interessant uit: een paar jongens belanden op een raar punkfeestje in het doodsaaie Croydon en dan iets met aliens en Nicole Kidman als een Souxsie-wannabe op leeftijd. Ik overwoog een interview aan te vragen, maar ik zou regisseur John Cameron Mitchell (die van Hedwig and the Angry Inch, 2001, en van mainstream seksfilm Shortbus, 2006) toch niet te spreken krijgen. En hoofdrolspeelster Elle Fanning al helemáál niet. How to Talk to Girls at Parties heeft namelijk geen Nederlandse distributeur – en dan sta je bij het toekennen van interview-slots achteraan. Maar misschien was dit een kans om Neil Gaiman te spreken. Geen filmster, in dit geval niet eens de scenarist – ze hadden alleen zijn gelijknamige korte verhaal gebruikt.

Beowulf

“Dat gaat lastig worden”, zei de rijzige publicist toen ik hiernaar informeerde, starend naar het vel papier in zijn hand met alle interviewschema’s en verschuivingen. “Ik heb meer aanvragen voor hem dan voor Elle Fanning.”

Ik had de boel onderschat. Ook op een festival van glamour en sterren is Neil Gaiman een grootheid. Een bestsellerauteur van strips (The Sandman-serie) en romans (Anansi Boys), maar ook een scenarist (Beowulf, 2007) en meermalen verfilmd schrijver (Stardust, 2007; Coraline, 2009; American Gods tv-serie, 2017). Maar ik had geluk: ik kon aanschuiven bij een groepsinterview.

Om te beginnen: waarom Croydon? “Haha, ja, waarom Croydon? Ik zat er op school. Dus van mijn dertiende tot mijn zeventiende was dat waar ik rondhing. Waar ik strips, boeken en lp’s verzamelde en met m’n vriendjes een fanzine in elkaar zette. Maar het voelde altijd als de saaiste plek op aarde, waar nooit iets zou gebeuren. Ik wist dat ik die sfeer met een paar woorden kon treffen. Wat altijd handig is, zeker als je een kort verhaal schrijft. En het leek me leuk om die wereld een klein beetje magischer te maken. Dat al die rare dingen met aliens nu juist in Croydon zouden gebeuren.”

Is het ironisch bedoeld? “Nee, het is een teken van affectie. Normaal gesproken zou je een verhaal over punks en aliens op King’s Road plaatsen, waar de échte punks zijn. Maar dit zijn juist niet de echte punks. Dit zijn gewoon wat kids in Croydon die wel eens een punkband hebben gezien en dat wel cool vinden. Bovendien, punk is dan toch al bijna voorbij. Het speelt in 1977, drie maanden later kappen The Sex Pistols ermee en kijkt iedereen verdwaasd om zich heen van, eh, hè?, wat is er gebeurd? Maar deze kids zitten vol plannen. Die jongen zegt: ‘We willen misschien een band beginnen, omdat niemand van ons kan spelen.’ Yes! Dat is die pure lol van gewoon iets gaan maken. Dat was hoe het voor mij was, toen, daar, als zestienjarige punker, die stiekem naar binnen glipte bij de soundcheck van The Jam in The Greyhound Pub en die met z’n vriendjes het fanzine Metro maakte, omdat we het raar vonden dat er nog geen magazine was dat Metro heette… en nu zijn er overal ter wereld Metro’s, haha! Dan belde ik voor een interview met iemand en dan vroegen ze, ok, waar ben je van? En dan zei ik Metro Magazine. En dan was het goed. Omdat het zo aannemelijk klonk.”

Kun je tegenwoordig nog punk zijn? “Punk is de combinatie van verzet tegen de status quo en het besef dat het eigenlijk vrij makkelijk is zelf iets te maken. Als ik tien jaar ouder was geweest, had het verhaal zich afgespeeld tijdens de Summer of Love. Tien jaar jonger, in Manchester. Twintig jaar jonger, in Seattle. Maar dan niet in die plekken, maar aan de randen ervan. Waar je mensen hebt die zeggen: ‘Oh, die grunge, dat is fantastisch!… en wij zitten in New Jersey maar we doen ook mee.’ Ik weet niet wie nu de punks zijn, maar waarschijnlijk communiceren ze online met elkaar op manieren die ik, als tiener, volstrekt alien zou hebben gevonden. Deze film is voor hen. Ik hoop dat vijftienjarige meisjes de film gaan kijken vanwege Elle Fanning en eruit komen met het gevoel: oh mijn god, ik kan de wereld veranderen!”

Coraline en de geheime deur

Had u het korte verhaal ook voor hen geschreven? “Nou, om iets te parafraseren wat ik ooit over Coraline zei: ik heb het geschreven voor vijftienjarige meisjes en jongens van alle leeftijden en van elk gender. Het gaat om dat gevoel dat je vlak daarvoor nog samen in bomen aan het klimmen was, en nu dragen zij opeens make-up en van die andere kleren en ik heb geen idee waar die borsten opeens vandaan komen en ik heb allemaal vreemde neigingen en het is allemaal heel erg weird. Terwijl het voor die meisjes nog vreemder geweest moet zijn. Zo van, ze waren zo leuk, die jongens, en ze klommen in bomen, en nu zitten ze onder de puisten en ze struikelen over alles en ze zijn groot en harig en ongelooflijk irritant.”

In How to Talk to Girls zegt de ene jongen tegen de andere: ‘Kom op nou, ze komt echt niet van een andere planeet. Het is gewoon een meisje.’ Is dat waarom u erover schrijft? Om vrouwen te begrijpen? “Ja, voor een heel groot deel. Die jongen, dat ben ik, als zestienjarige. Die zó graag dicht bij meisjes wil zijn en tegelijk totaal niet snapt hoe je met ze moet praten. En dan andere jongens ziet die dat wel kunnen en die met ze meegaan. Dat gebeurde bij mij nooit. Mijn vrouw zegt nog steeds wel eens tegen me: ‘Schat, ik houd van je — but you don’t speak Girl’.”

Er zit een scène in waarin iemand erg op u lijkt. Was dat uw idee? “Nee, ik was er juist heel erg tegen! Ik vroeg of die scène er niet uit kon, maar John zei: ‘Hij blijft erin.’ Ik zal eerlijk zijn: het is het enige moment in de film waarvan ik kromme tenen en rode wangen krijg. Ik vroeg: ‘Maar waarom moet ie op mij lijken?’ Ze zeiden: ‘Dat is de enige pruik die we hadden. En toen deden we ’m een leren jack aan, en toen was jij het’.”

U bent ook uitvoerend producent van de film. Hoeveel bent u betrokken geweest? “Veel, tot ongeveer een maand voordat de opnames begonnen. Toen besloot mijn vrouw, heel onhandig, een kind te krijgen. Dus toen zat ik op het platteland van Tennessee.”

The Sandman (gemaakt in 2022)

Wat is volgens u de beste manier om The Sandman-serie te verfilmen? In de bioscoop of als serie, zoals American Gods? “Dat laatste. Mensen proberen al dertig jaar The Sandman te verfilmen. Het eerste script zag ik geloof ik in 1995, van  Ted en Terry… Elliott en Russio. Die Pirates of the Caribbean [2003] hadden geschreven. Maar het probleem bleef altijd: hoe bepaal je wat je weglaat uit die 2500 pagina’s? Warner Bros beseft dat dit een van hun kroonjuwelen is, naast Batman, Superman en Wonder Woman, maar niemand weet hoe je van The Sandman een film moet maken. Dus ik hoop heel erg dat mensen nu American Gods zien en zeggen: laten we van The Sandman ook een serie maken. Zodat die tachtig verhalen die erin zitten, geen probleem meer zijn maar juist een pré.”

Als de nieuwe Game of Thrones? “Mensen zeiden ook dat American Gods de nieuwe Game of Thrones was. Meteen daarna begonnen ze andere series ‘de nieuwe American Gods’ te noemen. Dus ik hoop dat het gewoon de nieuwe Sandman wordt.”

Wat vindt u van de buitenaardse mode in How to Talk to Girls at Parties? “Ik ben er volkomen van overtuigd dat als we ooit contact krijgen met aliens, dat ze kleren van [kostuumontwerper] Sandy Powell zullen dragen. Met een heleboel monochrome latex. Wat trouwens wel betekende dat er heel veel talkpoeder nodig was om de acteurs erin te hijsen. En een hele crew om ze weer uit te kleden, als ze naar de wc moesten haha!”

Er lijken de laatste tijd veel films met aliens te zijn. Hebben we aliens nu nodig? “Het komt volgens mij omdat deze generatie filmmakers is opgegroeid in een wereld waar sciencefiction, fantasy en rare kleine genrefilms naar de marge werden geduwd, terwijl respectabele films zulke elementen nooit hadden. Terwijl wij dachten, waarom niet? Ik was een 23-jarige filmrecensent in 1984 en ik weet nog hoe mainstream critici neerkeken op films waar ik juist van hield.”

Zoals? “Eh… Liquid Sky [1982]. Een goedkope film, maar geweldig! Iedereen liep het af te zeiken, want genrefilms konden geen kunst zijn. Wat raar was, want film noir mocht wel. Film noir mocht wapens en moorden hebben. Maar fantasy en sciencefiction, dat kon niet. En horror eigenlijk ook niet, totdat Kubrick The Shining [1980] maakte. Toen dachten ze, oké, misschien dan… Een film als Pan’s Labyrinth [2006] zou in 1984 ondenkbaar geweest zijn. Een echte film over de Spaanse Burgeroorlog, die ook een fantasy is over een klein meisje. En de reden dat die films er nu wel zijn, is dat er nu filmmakers zijn die opgegroeid zijn met het idee dat ze dat wilden gaan maken. Niet omdat we aliens nodig hebben. Niet omdat we fantasy nodig hebben. Maar omdat het kan en heel erg leuk is.”


How to Talk to Girls at Parties wordt vertoond op het Imagine Film Festival 2018 (en is eerder vertoond op het Leiden International Film Festival 2017).