Club Imagine: Athina Rachel Tsangari over Harvest

'Ik wilde een western maken die onder de grond begint'

Harvest. Still: Jaclyn Martinez/Mubi

Met Harvest maakt de Griekse cineast Athina Rachel Tsangari een “zintuiglijke western” op het Schotse platteland. Geschoten in lange takes op korrelig 16mm, vangt haar onconventionele genrefilm het unieke aura van die omgeving. “Het voelde als een soort heilige onderneming, om elke keer met elkaar de juiste magie op te wekken.”

Een decennium na haar ironische film over hypermasculiniteit Chevalier (2015) graaft Athina Rachel Tsangari in het Schotse landschap voor haar historische genrefilm Harvest. De veelzijdige Griekse regisseur die in 2010 doorbrak met het absurdistische Attenberg vindt zichzelf opnieuw uit met Harvest, komend weekend te zien op Club Imagine en in augustus op streamingdienst Mubi.

Zelf ziet Tsangari deze bewerking van Jim Crace’s gelijknamige roman uit 2013 als een onconventionele, “zintuiglijke” western, waarin traditionalisme met geweld terzijde wordt geschoven door de moderniteit.

Harvest werd door cinematograaf Sean Price Williams gedraaid op korrelig 16mm en verbeeldt hoe de idyllische levensstijl in een rurale gemeenschap onder druk komt te staan door de komst van kapitalisten die de exploitatie van land en arbeid willen optimaliseren. Vanuit het naïeve perspectief van dorpeling Walter (Caleb Landry Jones) zien we hoe de zachtaardige landheer Kent (Harry Melling) zijn macht over zijn oogstrelende domein kwijtraakt. Harvest suggereert dat met dat proces ook de magie uit de natuur dreigt te verdwijnen. Zodra je een omgeving in kaart brengt en onderwerpt aan kadasterlijnen, verliest een plek immers zijn onbeschrijfelijke en magische aura.

Harvest draaide tijdens de afgelopen editie van het filmfestival van Venetië in de competitie. Daar spraken we met Tsangari over haar unieke western, haar specifieke werkwijze, en de beperkingen van films maken in Griekenland.

Er zit bijna tien jaar tussen Harvest en uw vorige film Chevalier. Waarom duurde het zo lang? “Daarin spelen meerdere factoren een rol, waaronder mijn nationaliteit, mijn gender en mijn specifieke interesse in cinema. Tegenwoordig wil iedereen alsmaar sneller en sneller werken, maar in Griekenland is het moeilijk om echte cinema van de grond te krijgen. Het voelt meer als een ambachtelijke hobby. Mijn land heeft een lage dunk van film, er is van alle Europese landen het minste geld voor film beschikbaar. Daarnaast is het moeilijk voor een vrouw om in genrecinema te werken. Ik wilde mijn versie van een western maken. Zo duurde het vijf jaar om Harvest van de grond te krijgen.”

Amerikaanse westerns staren meestal richting de horizon. Deze film graaft juist in de grond en wroet op bijna microscopisch niveau in het landschap. Wat was uw visie op de western? “Ik wilde een western maken die onder de grond begint. Ik wil dat mensen zowat kunnen voelen, horen, ruiken en proeven wat er in de aarde leeft. Het begint daar en kijkt dan omhoog en transformeert in een tableau vivant van het Schotse landschap. Ik noem het een tastbare western, of een zintuiglijke western. Het is ook een meer vrouwelijke interpretatie van de natuur en de mensen die in deze omgeving wonen.”

Waarom koos u voor het Schotse landschap? “Het boek van Jim Crace speelt zich af op het Britse platteland. Ik wist dat ik geen historisch drama wilde maken en dat die Britse natuur te veel associaties oproept met kostuumfilms. Ik had een ruiger landschap nodig. Mijn producent Rebecca O’Brien is Schots, dus ik zei: we springen in de auto. We reden rond totdat we de juiste plek vonden, een landschap met een zekere theatraliteit. Eenmaal daar herschreef ik het script, zodat het aan zou sluiten op deze omgeving.”

Speelde de Schotse omgeving ook een rol in de folkloristische elementen die u in de film verwerkte? De gemeenschap van Harvest heeft een heel eigen vorm van spreken, musiceren en dansen. “Het was belangrijk voor me om onze wereld niet vanuit het niets te creëren, als we al omgeven zijn door zo’n rijke geschiedenis. We gebruikten traditionele Gaelische liederen uit de omgeving. Er was een etnomusicoloog bij de film betrokken die honderden liederen bestudeerde om de juiste stukken voor de film te vinden. Met onze choreograaf hielden we constant dansrepetities, een gekkenhuis. Het was ook een manier voor de cast en crew om elkaar te leren kennen. De eerste week op de set bestond bijna alleen maar uit dansen. We spraken amper. Het draaide allemaal om het vinden van de juiste energie.”

Cinematograaf Sean Price Williams heeft een ontzettend veelzijdige loopbaan. Hoe vonden jullie samen de juiste filmische sensibiliteit voor dit project? “We hebben eerder samengewerkt aan de BBC-serie Trigonometry. We bewegen en dansen inmiddels op een soortgelijke manier. Hij is een ontzettend gevoelige man, die kan geven en kan ontvangen. Hij is intuïtief en oordeelt niet. Bovendien snapt hij hoe ik wil filmen, met onafgebroken takes. Voor mij is hij één met de camera, hij begrijpt cameravoering op een dieper niveau. Daardoor kunnen we ongelukjes en onverwachte gebeurtenissen in het shot toelaten. We wilden op film draaien, want je ziet het effect, de manier waarop het licht op het landschap valt. Met een digitale camera hadden we die omgeving geen recht kunnen doen. Met celluloid werken vereist bovendien discipline: je hebt hooguit drie takes en daarna moet je door. Daardoor voelt alles aan als een soort heilige onderneming, om elke keer met elkaar de juiste magie op te wekken.”

U zei eerder dat het moeilijk is om in Griekenland zulke ambitieuze cinema van de grond te krijgen. Is dat niet merkwaardig, gezien het succes van de Greek Weird Wave en een maker als Yorgos Lanthimos? Is Griekenland niet trots op haar moderne cinema? “Lanthimos plukte de vruchten van zijn Griekse succes in het buitenland. Als hij terug zou keren naar Griekenland, zou hij hooguit twee ton ontvangen van het Greek Film Center. Dat is een vijfde van wat je nodig hebt voor een goedkoop speelfilmdebuut. Het is een schande, en haast sadistisch, hoe weinig Griekenland om haar cinema geeft. Het GFC staat ook op de aftiteling van onze film, maar vanwege de Griekse bureaucratie hebben we nog geen enkele euro ontvangen voor de film, terwijl die op een van de grootste filmfestivals ter wereld draait. Is dat niet pervers?”


Harvest is te zien op Club Imagine (20-22 juni 2025, Lab111, Amsterdam) en vanaf 8 augustus 2025 op Mubi (VoD).