The Sandman
Je wilt niet weg uit Neil Gaimans dromen
In de vorm van een tiendelige Netflix-serie arriveert nu eindelijk de langverwachte tv-bewerking van The Sandman, naar de gelijknamige strip van Neil Gaiman, schrijver achter onder meer Coraline en de serie American Gods.
De Eindelozen heten ze in The Sandman, de familie onsterfelijke wezens die onze levens van achter de schermen sturen. Met zachte hand meestal, zoals bij Maradona’s goal in 1986. Met harde hand als het nodig is, zoals wanneer Dood haar onderdanen komt halen omdat het tijd is. Ze doet het met respect, dat wel, maar er valt niet over te praten: als je tijd om is, dan ga je. Of kom je, afhankelijk van waar je staat.
Het blijken broers en zussen: Death, Desire, Delirium, Despair, Destruction en de naamgever van de serie, Dream. Alias The Sandman, alias Morpheus. Hij heerst vanuit de Droomwereld over onze dromen en nachtmerries. Zijn jas is lang en gotisch, zijn lichaam rank en benig, zijn gezicht bleek, zijn haar coupe ‘Robert Smith anno 1986’ en hij heeft, zoals gespeeld door acteur Tom Sturridge, een komisch zware stem. Die gotische bombast wordt door de serie soms gerelativeerd met humor (waaronder het sarcastische commentaar op Morpheus’ gedrag van een raaf die hem soms vergezelt) en op andere momenten door meer wereldse, eigentijdse personages in te zetten als contrapunt.
Omdat mensen met hun tengels graag overal aanzitten, vooral aan de koekjestrommel van het eeuwig leven, probeert een zelfverklaard magiër ergens aan het begin van de twintigste eeuw Dood in de val lokken. Deze Roderick Burgess, gespeeld door de altijd verrukkelijk kille Charles Dance (Tywin Lannister in Game of Thrones), haalt inderdaad een goddelijk wezen naar deze wereld. Niet door enig magisch talent, naar later blijkt. Hoe dan ook: hij vangt niet Dood, maar Droom. Als het Droom jaren later eindelijk lukt te ontsnappen, is de Droomwereld in verval en wordt de mensheid geteisterd door verschrikkelijke slaapziektes. De spanningsboog van de serie volgt Morpheus terwijl hij de Droomwereld weer in balans probeert te brengen.
Dit is het naakte skelet van de tiendelige Netflix-serie, die is gebaseerd op de DC Comics Sandman-strip die Neil Gaiman van 1989 tot 1996 publiceerde. Waarom dan nu pas een serie? Gaiman heeft in een interview wel eens gezegd dat zijn rol hierin zo’n beetje dertig jaar lang bestond uit het verhinderen van slechte adaptaties. Gaiman was het simpelweg niet eens met de artistieke visies (of het gebrek daaraan) van eerdere regisseurs. Het universum van de strip is groot en lastig te vangen in een serie van bescheiden lengte.
Het moet gezegd dat deze nieuwe serie een serieuze en respectabele poging doet, maar desondanks voor kijkers die onbekend zijn met de strips bij vlagen als los zand over kan komen – deels omdat Morpheus in sommige afleveringen nauwelijks een rol speelt. Maar de samenhang is er. Sterker nog, de afleveringen die niet direct met het herstel van de droomwereld te maken lijken te hebben, zijn misschien wel het meest verrassend.
Zo is er een aflevering met acteur David Thewlis in een typisch Amerikaanse diner, die zich – zonder verder iets te verklappen – laat bekijken als een hommage aan Thewlis’ personage Johnny in Mike Leighs Naked (1993). Ook hier heet hij Johnny en klaagt hij over de hypocrisie van de wereld. Ook hier wil hij in het diepst van zijn ziel alles vernietigd zien. De aflevering is een mooi eerbetoon aan een film die ongetwijfeld van invloed is geweest op Gaimans kijk op de wereld. Dat de makers dit bijna een standalone episode durven laten zijn, getuigt van vertrouwen in de kracht van de serie: vertrouwen dat de kijker uiteindelijk het hele plaatje overziet.
Die intelligentie blijkt bijvoorbeeld ook uit de bijna achteloos gebrachte observatie dat Morpheus niet voor iedereen die witte gotische verschijning is. Wanneer hij ergens in de serie de hel bezoekt en onderweg naar Lucifer een oude geliefde opgesloten ziet, kijken we heel even door haar ogen en zien we een Sandman van kleur, die zij Kai’ckul noemt. Hoe wij deze godheid waarnemen, zegt Gaiman, is cultureel bepaald. Dat culturele bewustzijn is sterk ontwikkeld in de serie. Queer relaties, androgyne verschijningen, onverwachte gender- en kleurkeuzes verrijken de wereld van The Sandman.
Het is een wereld die je na tien afleveringen eigenlijk niet wilt verlaten. Maar de tijd is om en we moeten gaan.