Coraline en de geheime deur

Surrealistisch mooi

Coraline en de geheime deur

Coraline is een feest voor het oog, een wondermooi vormgegeven kinderboekverfilming die zeker niet alleen voor kinderen is.

Net wanneer je het gevoel krijgt dat al die grote animatiefilms op elkaar beginnen te lijken, komt Henry Selick (The Nightmare Before Christmas, 1993; James and the Giant Peach, 1996) met Coraline: virtuoze poppenanimatie in een unieke sprookjeswereld die het resultaat is van ouderwets handwerk en creatieve verbeelding – maar wel gefilmd in digitaal 3D.

Coraline vertelt het avontuur van een meisje dat, vrij naar Alice in Wonderland, een parallelle wereld ontdekt waar alles beter is, tot ze de huiveringwekkende kant van dit paradijsje leert kennen. Een film die een gevoel oproept uit de kindertijd, het gevoel dat het fijn en griezelig kan zijn om te fantaseren over enge geheimen die overal verstopt kunnen zitten.

Selick baseerde Coraline op het gelijknamige kinderboek van Neil Gaiman, die zich op zijn beurt weer liet inspireren door verhaaltjes die zijn vijfjarig dochtertje verzon over heksen die de gedaante van moeders aan konden nemen.

In Coraline is iets dergelijks aan de hand. Na een verhuizing vindt de elfjarige Coraline alles somber en vervelend, zeker wanneer haar ouders even geen tijd voor haar hebben. Maar als ze die geheime deur ontdekt die alleen ’s nachts open blijkt te zijn vindt ze daarachter een mooiere kopie van haar eigen huis, met kopieën van haar vader en moeder die veel aardiger zijn.

Naald
In die parallelle wereld is het altijd feest. Het enige vreemde is dat iedereen knopen in plaats van ogen heeft. Dat moet, om er te kunnen blijven. Coraline mag zelf de kleur uitkiezen. “En de naald is zo scherp, je voelt er niets van”, zegt Andere Vader bemoedigend. Dat is het moment waarop de verleidelijke wonderwereld verandert in een nachtmerrie.

Wat volgt is een spannend en gelukkig ook vaak humoristisch avontuur waarin het onderscheid tussen die twee werelden (en tussen fantasie en werkelijkheid) steeds onduidelijker wordt. Bovendien, en dat is misschien wel het belangrijkste, is de film van begin tot eind een feest om te zien. Coraline is bijna surrealistisch mooi. Soms lijkt het wel of de omgeving mee verandert met de stemmingen van Coraline. De ene keer is het landschap grauw en naargeestig, de andere keer een tovertuin.

Er zijn allerlei excentrieke en grappige bijfiguren die complete circusacts opvoeren, terwijl Selick tegelijkertijd de karakters en emoties van de hoofdpersonen volstrekt levensecht weet neer te zetten. Heerlijk hoe de zich stierlijk vervelende Coraline haar ouders het bloed onder de nagels vandaan haalt. Aandoenlijk, die onhandige verlegenheid van haar nieuwe vriendje. De uit allerhande materialen geknutselde poppen doen niet onder voor echte acteurs. Voor de fijnproevers zijn er terloopse verwijzingen naar onder andere Psycho (1960) en Japanse horrorfilms.

Nog twee kanttekeningen tot slot. Coraline wordt ook in een Nederlands gesproken versie uitgebracht, maar de engste scènes lijken voor de jongste kinderen minder geschikt. Daarbij komt dat volwassenen misschien nog wel het meest van deze prachtige fantasie zullen genieten.

Verder is het spijtig dat de 3D-versie niet van te voren aan de pers is vertoond, zodat die kant van de zaak onbesproken moet blijven. Jammer, want met Selick aan het roer maakt dat nieuwsgierig.