Lorenzo Mattotti over De beroemde bereninvasie van Sicilië

'Het verraste me dat volwassenen het ook zo mooi vinden'

Je mag de fantasierijke fabel De beroemde bereninvasie van Sicilië, gepresenteerd als familiefilm, rustig een buitenbeentje noemen. En niet alleen vanwege de opvallende animatie-stijl. Lorenzo Mattotti, die naam maakte als illustrator en schrijver-tekenaar van comic books: “Ik wil kinderen iets geven dat anders is.”

De beroemde bereninvasie van Sicilië was in Nederland al te zien tijdens Cinekid, had daarvoor zijn première beleefd in Cannes in de sectie Un Certain Regard, en werd op het animatiefestival in Annecy, waar ik regisseur Lorenzo Mattotti sprak, door het voornamelijk volwassen publiek met groot applaus onthaald. Een kinderfilm?

Voor Mattotti (1954) is dit zijn eerste lange animatiefilm. Naam maakte hij vooral als illustrator, onder andere voor The New Yorker, en als schrijver-tekenaar van comic books. Na eerdere vingeroefeningen op animatiegebied is er nu zijn eerste lange animatiefilm De beroemde bereninvasie van Sicilië (La fameuse invasion des ours en Sicile), naar het gelijknamige, rijk geïllustreerde kinderboek van Dino Buzzati, gepubliceerd in 1945. Het sprookje verhaalt over beren die naar de mensenwereld trekken om de zoon van hun koning te bevrijden. Na de nodige strijd vestigen ze zich zelfs in de stad, waar ze de slechte eigenschappen van de mensen overnemen.

Hoelang droomde u er al van deze film te maken? “Toen ik jong was, heb ik eens met een vriend een voorstelling met beelden en muziek gemaakt. Later werkte ik mee aan Eros van Antonioni, Soderbergh en Wong Kar-wai. Zij vroegen me of ik de getekende verbindingen tussen drie episoden wilde maken. Mijn eerste echte animatieregie was een episode van de verzameling griezeldromen Peur(s) du noir. Daarna heb ik nog meegewerkt aan de lange animatiefilm Pinocchio, met achtergronden, het ontwerpen van figuren en dergelijke. Zo kreeg ik stukje bij beetje meer ervaring. Tien of twintig jaar geleden had ik het nog niet aangedurfd.
“Dino Buzzati is als schrijver, tekenaar en auteur van stripverhalen altijd al belangrijk voor me geweest. De bereninvasie las ik niet als kind, maar later pas, toen ik een jaar of zeventien was en ook zijn andere boeken leerde kennen. Zijn comics zijn vreemd en poëtisch, met een geheimzinnige toon die doet denken aan Kafka en Edgar Allan Poe. De bereninvasie is Buzzati’s meest vriendelijke boek. Een kinderboek vol vreemde gebeurtenissen en wonderlijke figuren. Dat maakt het heel geschikt voor animatie.”

Wat sprak u het meest aan? “Ik hou van de rijkdom die erin zit. Zoals de relatie van mens en natuur, de vader met de zoon, onze verhouding met tradities en legendes, de mogelijkheid om samen te leven. Het roept veel op zonder oplossingen te geven. Dat is ook belangrijk voor kinderen. Zelf nadenken wat een goede oplossing zou kunnen zijn.”

Maar het samenleven van mens en beer lukt niet. De beren gaan weer terug naar de bergen. Dat is niet erg optimistisch. “Nee, hij is geen optimist. In de verhalen van Buzzati zit altijd een gevoel van melancholie en verlies. De zuiverheid en kracht die de bergen vertegenwoordigen tegenover de wereld van de stadsmens. Buzzati was destijds ook journalist, en ik denk dat hij de werkelijkheid die hij om zich heen zag graag vertaalde naar fabels. De bereninvasie is een moderne fabel. Het verbaasde me dat het niet eerder was verfilmd.”

Bent u zelf een melancholiek persoon? “O, zeker. Ik heb een pessimistische inslag en veel van mijn eigen werk is heel donker. Zoals mijn illustraties voor Lou Reeds The Raven, naar Edgar Allan Poe. Maar deze keer probeerde ik zo kleurrijk en licht mogelijk te zijn. Niet dat het makkelijk was, maar ik vertrouwde op mijn team. Ik luisterde goed naar hun mening. Ik wilde niet dat het voor kinderen te droevig of te dreigend zou zijn.”

Was het een grote stap, van als solist werkende illustrator naar het samenwerken met een team? “Het hoefde niet per se een film in mijn eigen stijl te zijn. De grafische stijl van de beren bijvoorbeeld komt uit het boek. Maar de droom van de koning is van mij. Het is een mix van Buzzati met mijn eigen ideeën en die van het team.
“In het begin wilde ik dicht bij het origineel blijven, maar gaandeweg begreep ik dat er aanpassingen nodig waren. De raamconstructie, met de rondreizende verteller en zijn dochter en assistent Almerina, die komen niet in het boek voor. Ook het geheim aan het eind hebben we zelf toegevoegd. Maar de manier waarop Buzzati de mensenkinderen afscheid laat nemen van de beren hebben we juist weggelaten. Dat was veel te retorisch.”

Wat ik zag was heel anders dan de meeste animatiefilms. (lacht) “Heel goed.”

Expressionistisch zelfs. “Er zitten expressionistische elementen in, maar als ik een echte expressionistische film had willen maken had ik dat veel sterker aangezet. Ik hou wel van dat soort films, van Eisenstein bijvoorbeeld. Maar er zijn ook veel andere invloeden. Klassieke Italiaanse schilderkunst, De Chirico, ideeën van het primitivisme. Ik combineer veel, het is eerder metafysisch dan expressionistisch. Ik hou ook van de rijkdom en de energie van de kleuren. Ik ben nooit bang voor kleur geweest.”

Wat is voor u, kijkend naar het resultaat, het belangrijkste? “Dat veel kinderen de film gaan zien. Ik heb deze film speciaal voor kinderen gemaakt. Voor volwassenen was het anders geworden, harder, donkerder. Maar ik wilde er een rijk en spectaculair avontuur voor kinderen van maken, waarin heel veel is te zien.
“Ik heb ook kinderboeken geschreven en geïllustreerd. Ik vind het belangrijk dat kinderen allerlei soorten verhalen in heel verschillende stijlen aangeboden krijgen. Het moet niet allemaal hetzelfde zijn. Niet die vervlakking van tegenwoordig, met telkens dezelfde figuren met van die grote ogen en beelden die op elkaar lijken. Ik wil ze iets geven dat anders is. Kinderen die de film zagen waren heel geboeid. Het verraste me dat volwassenen het ook zo mooi vinden, daar ben ik heel blij mee.”

Het is een fabel die op veel manieren bekeken kan worden. Het originele verhaal werd in 1945 geschreven. Zegt het ook iets over die tijd? “Ik denk dat het beïnvloed is door Animal Farm van Orwell. Dat is ook rond die tijd geschreven. Misschien verwezen Buzzati’s beren toen naar de communisten. De Russische beer. Hij schreef het verhaal aanvankelijk als wekelijks feuilleton voor een kinderblad. De tekeningen van de aankomst van de beren in de stad moest hij veranderen: die stad leek te veel op Berlijn. Maar toen ik het verhaal op mijn zeventiende voor het eerst las dacht ik helemaal niet aan communisten. Tegenwoordig kunnen we er een verhaal in zien over vluchtelingen, over natuur en vervuiling. De onschuld van de beren wordt bedorven door de mensen. Na een vertoning zei een meisje tegen me: ‘Ik denk dat de beren engelen zijn die naar de mensen komen.’ De kracht van een universeel verhaal is dat het in iedere periode een eigen betekenis krijgt. Dat is de rijkdom van een klassieker.”