Lennert Hillege over Santosh

'Daar op het platteland poseerde niemand'

Lennert Hillege op de set van Santosh

Lennert Hillege is net terug van drie maanden Hongarije. Daarvóór werkte hij maandenlang aan Santosh in India. “Soms was het 48 graden.”

Santosh is het speelfilmdebuut van de Brits-Indiase Sandhya Suri en gaat over misogynie, machtsmisbruik en corruptie bij de Indiase politie. Middelpunt is Santosh Saini, die een baan als agent erft van haar omgekomen echtgenoot. In de jacht op een verkrachter en moordenaar die een jonge vrouw in een put heeft achtergelaten, begeeft ze zich op steeds troebeler moreel terrein en raakt daardoor steeds meer in de knel.

Lennert Hillege (1978) is de Nederlandse director of photography van de film. Hillege heeft een grote staat van dienst. Hij werkte mee aan de films van Guido van Driel, De bezette stad (2023) van Steve McQueen, maar filmde ook het spektakel van De slag om de Schelde (2020).

Hoe kom je als Nederlandse cinematograaf bij een film in India terecht? Voelde jij een persoonlijke betrokkenheid bij Santosh? “Ik heb een buitenlandse agent en ik had gezegd dat ik geen enkel avontuur uit de weg zou gaan. Dit is een van de projecten die bovenkwamen. Ik had al eerder een film gemaakt in India en ik was nieuwsgierig naar hoe het daar nu was. Maar ik voelde geen persoonlijke betrokkenheid bij het verhaal.”

Want het gaat over de positie van vrouwen in India. “Ja, die gaat me natuurlijk aan het hart. Maar om dan speciaal een project te zoeken in India ligt niet het meest voor de hand.”

Santosh

Hoewel het daar nogal ellendig gesteld is met de positie van vrouwen. “Jawel. Maar je bent dan dus wel maandenlang van huis.”

Gevraagd naar de grootste uitdaging noemde regisseur Sandhya Suri in een interview de hitte, “met name voor mijn arme DoP die met de camera moest sjouwen”. Was het zo erg? “Het was echt heel warm. Bij het scouten van locaties voorafgaand aan het filmen was het 45 graden overdag. Soms 48. En supervochtig. Dan wordt het gewoon gevaarlijk. Zeker als je in een dorpje komt waar geen beschutting is. Dan moet je echt gaan oppassen. Als je uit je hotel kwam, was je meteen zeiknat. 38 graden is zo’n beetje de standaard. Als het 35 graden was, was het een relaxt dagje. De mensen daar weten hoe ze hun lichaam rustig moeten houden, maar ik als buitenlander wist dat nog niet.”

Hoe was het om op het Indiase platteland te filmen? “Nou, we filmden ook in Lucknow, dat is een stad met drie miljoen inwoners. Het is het agrarische hart van India. Daaromheen hebben we wel in dorpen gefilmd. Ik denk niet dat toeschouwers zich makkelijk kunnen voorstellen wat voor soort film we aan het maken waren. Film staat in India ook echt nog op een voetstuk. Mensen hebben er veel meer respect voor dan dat ze er kritisch op zijn. Opnamen zijn vaak ook saai om naar te kijken, natuurlijk. Om net een stukje acteren te treffen moet je geluk hebben. Wat me wel opviel is dat niemand een fotogezicht heeft. Als je hier mensen op straat tegenkomt, zijn mensen zich meteen bewust wat het gevolg van een foto of een clip kan zijn. Je krijgt meteen een happy face te zien, of iemand zegt ‘flikker op’. Daar op het platteland poseerde niemand. Alsof men voor het eerst een camera zag. En het kastenstelsel zal ook niet helpen. Mensen houden zich gedeisd. Het was soms wel echt raar. Ik denk niet dat alle mensen die we filmden precies snappen wat de gevolgen kunnen zijn van zo’n film.”

Of de film reuring zou kunnen veroorzaken? “Nou, in India moet je je hele script door de censuur laten goedkeuren. Dus met die reuring zal het wel meevallen.”

Maar naar wie de waarschijnlijke dader is, wordt alleen gehint. Was dat een creatieve keuze of zou het script niet door de keuring zijn gekomen als deze dader hardop was benoemd? “Goeie vraag, dat weet ik eerlijk gezegd niet. Het draait ook niet per se om de dader. De film gaat meer over politiecorruptie die in India overal is.”

Santosh is na documentaires en een korte film het fictiedebuut van de Britse-Indiase Sandhya Suri. Wordt jouw vak anders als je met een beginnende regisseur werkt? “Qua werkervaring is de verhouding met een regisseur vaker wel dan niet uit balans. Als cameraman doe ik het ene project na het andere en een regisseur zit doorgaans op een zolderkamer te ploeteren om het project gerealiseerd te krijgen. Bij een beginnend regisseur is dat nog meer zo. Je bent dan ook een soort kanarie in de mijn voor ze. Zo van ‘als we dit pad opgaan dan zal dat het resultaat zijn’, of je adviseert om iets minder letterlijk in beeld te brengen. Het kan van alles zijn. Die gesprekken zijn er veelvuldig geweest.”

Kwam de keuze om dicht bij Santosh te blijven van jou? Dit is niet zomaar een misdaadfilm. “Toen ik het script voor het eerst las, deed het me een beetje aan Taxi Driver denken. Daarin blijf je ook dicht bij het personage, terwijl de situaties moreel gezien steeds troebeler worden en je in een soort tunnel terechtkomt. Misschien dat het daar een beetje vandaan komt.”

Was dit heel anders werken dan bijvoorbeeld met Steve McQueen? Ik kan me voorstellen dat hij juist weer heel uitgesproken is in de stilistische keuzes die gemaakt moeten worden? “Helemaal niet. Hij kan wel heel uitgesproken zijn, maar hij kan je ook heel vrij laten. Steve is uitgesproken over de grenzen van het eiland waar je op werkt, maar daarbinnen moet je ’m continu juist verbazen of mag je wel echt zoeken.”

De bezette stad bestond uit statische shots. Hoe verras je iemand dan? “Ja jezus, dat was inderdaad moeilijk bij dat project. Bij die film ging het er bijna meer om hoe je je presenteerde op een plek, zodat je iets op beeld kon vangen. Die film is ook nog eens op een hele zware camera gedraaid waarmee je steeds opnamen van vier minuten kon maken. Op het juiste moment die camera te starten was een kunst op zich. Daar was Steve heel meegaand in.”

Dus ook voor het camerawerk was dat een interessant project? “Héél interessant. Het was voor mij een soort meditatieve reset van wat camerawerk is. Een reset van mijn hele denken. Inmiddels doe ik dit al twintig jaar en dan rol je vanzelf in patronen. Maar al die ervaring bepaalde bij De bezette stad niet of een shot lukte. Daar hing het veel meer af van of het lukte om je ergens naar binnen te praten en binnen te mogen filmen. We konden alleen maar kijken en vertrouwen winnen. We hebben veel moeite gedaan om al die simpele plaatjes iets speciaals mee te geven. Je moet je voorstellen dat je twaalf adressen per dag moet doen. Of twintig soms zelfs. En je hebt niks voorbereid, geen controle over het licht. Dat vroeg om een hele andere manier van denken. Ik vond het juist verfrissend om zo te werken.”

Kun je een patroon noemen waar je wel eens inrolt? “Ik hou ervan om ruimte te laten voor verrassingen. Maar zeker op momenten dat je beperkt wordt door tijdsdruk en een klein budget neig je er wel eens naar om dezelfde soort shots te maken. De bezette stad was zó anders werken. Er waren zoveel angsten niet. Normaal ben je bezig met: hoe lang wordt de film, wie is de doelgroep, hoeveel geld is er, hoeveel seconden is een scène et cetera? Nu totaal niet. Dat was een verademing.”