Lech Majewski over Valley of the Gods

'Wij zien miljardairs als halfgoden die de mensheid kunnen redden'

In Valley of the Gods staat de spirituele Navajo-mythologie tegen­over de dominante mythologie van hedendaags Amerika: de multi­miljardair als ultieme vorm van de self-made man. De Pools-Amerikaanse regisseur Lech Majewski maakte een caleidoscopische film­ over die tweestrijd, waarin de hardheid van de wereld maar met vlagen schoonheid toelaat.

Lech Majewski’s operaregistratie The Roe’s Room uit 1997 biedt troost in dit coronatijdperk. De film speelt zich volledig af in een appartement en is een magische transformatie van het geïsoleerde leven van een eenzame jongen naar een sublieme ervaring vol schoonheid en verwondering. Ook vóór corona sprak deze film al tot de verbeelding. Majewski liet er immers mee zien dat zelfs het meest doorsnee leven aangeraakt kan worden door het sublieme. De toegang vinden tot zulke belevingen is waar bijna alle andere films van de Pools-Amerikaanse regisseur over gaan. Of het nou Pieter Bruegel de Oude is in The Mill and the Cross (2011), een dichter in het communistische Polen van de jaren zeventig in Wojaczek (1999) of een middeleeuwse ridder die in debuutfilm Rycerz (1980) op zoek gaat naar een gouden harp, de haast mythologische hoofdpersonages van Majewski hebben de monumentale taak om schoonheid naar de wereld om hen heen te brengen.

Volgens Majewski is die schoonheid schaars aan het worden. In de twintigste eeuw hebben de totalitaire ideologieën van het kapitalisme in het westen en het communisme in het oosten onze toegang ertoe steeds moeilijker gemaakt. In het internettijdperk is onze beleving ervan ook nog gefragmenteerd en geïndividualiseerd geraakt. Ondertussen stimuleren de meest generieke culturele massaproducten wellicht de staat of de markt, maar zelden het individu. Zo wordt Majewski een soort hoofdpersonage in zijn eigen filmmythologie: een Quixotisch figuur die in een door popcultuur gedomineerde wereld een traditioneel doorgeefluik wil zijn van een schoonheid. The Mill and the Cross, een prachtige reconstructie en deconstructie van Bruegels De kruisdraging, is daar een goed voorbeeld van.

Majewski’s Valley of the Gods is de volgende stap: een ambitieus werk dat een puurdere kijk op het leven, het mythologische wereldbeeld van de Navajo-gemeenschap, contrasteert met Amerika’s kapitalistische mythologie van de miljardair als halfgod. Het levert een verwonderlijke mozaïekfilm op die zich lastig in woorden laat vangen. Al is het punt dat Majewski maakt duidelijk: wat het leven ons waard is, laat zich niet in geld uitdrukken. Een schrijver, de rijkste man op aarde en een veerkrachtige Navajo-gemeenschap zijn de elementen waarmee Majewski het volgende hoofdstuk inluidt van zijn eeuwige zoektocht naar de schoonheid van het leven.

Je kunt Valley of the Gods zien als een gecompliceerd filmwerk dat uit allerlei verhalen bestaat. Toch is de essentie eenvoudig: het gaat over hoe verschillende mensen denken over wat het leven hen waard is. Hoe ziet u uw film het liefst? “Ik denk dat ik het liever als een simpel verhaal wil zien, maar er zijn natuurlijk meerdere manieren om tot die essentie te komen. Ik zie het uiteindelijk als een film over liefde en een gebrek daaraan. We hebben meerdere personages die liefde hebben verloren en er weer naar opzoek zijn. Dat de film op meerdere manieren te interpreteren is komt denk ik omdat ik twee visies op de wereld met elkaar wilde laten botsen. Aan de ene kant is er de Navajo-mythologie van oorspronkelijke Amerikaanse bewoners, die zowel in contact staan met hun voorouders als het nageslacht dat nog geboren moet worden, bijvoorbeeld in hoe ze met hun natuurlijke omgeving omgaan. Aan de andere kant is er de wereld die hun reservaat, de Navajo Nation, als het ware omsingelt en opsluit: de techgiganten van Silicon Valley, de villa’s van Palm Springs en Las Vegas, de wereldhoofdstad van kitsch. Ik zocht een contrast tussen die werelden.”

Veel van uw films lijken een brug te willen slaan tussen het alledaagse en het transcendentale. Is het daarvoor nodig in verbinding te blijven met het verleden? “Ik ervaar dat wel zo. Ik sta in continu contact met het verleden. Ik sprak met Pieter Bruegel, Jheronimus Bosch en Dante Alighieri, mijn films zijn daar het bewijs van. We staan allemaal nog in verbinding met het verleden. Het probleem is alleen dat men het geduld verloren heeft ervan te leren. We zijn een schizofrene samenleving geworden die vastzit in het heden. Eentje die van het ene naar het andere onderwerp springt en complexe onderwerpen reduceert tot fragmenten van vijf seconden of drie zinnen. We hebben onszelf gereduceerd tot ontvangers: we zitten in onze luie stoel, gekluisterd aan een scherm. We bestellen onze producten online, eten onze snacks, vermoorden virtuele vijanden in games en gaan levels omhoog.”

Heeft u dat met de kapitalistische kritiek van Valley of the Gods willen adresseren? “Toen ik de research deed voor Basquiat, die Julian Schnabel in 1996 regisseerde en waar ik het scenario van schreef, sprak ik talloze mensen, waaronder kunstenaars als Schnabel en Keith Haring. Maar ik was vooral gefascineerd door de allerrijkste mensen onder ons, de multimiljardairs.”

De kunstverzamelaars? “Die waren veel interessanter. Ze hadden weinig te vertellen over Basquiat, behalve hoeveel zijn werk opleverde. Ze konden me wel veel leren over hoe het is om zo ontzettend veel geld te hebben. Dat bleek alleen maar zorgen op te leveren. Ze hebben een benauwde blik op het leven, want zelfs de meest alledaagse situaties vormen een gevaar voor ze. Ze zijn bang voor ontvoering, beroving en afpersing. Ze kunnen de straat niet op, naar het museum, de cinema of de kroeg. Geld heeft ze gestraft. Het heeft ze de diepte ontnomen die je in het leven kunt ervaren.”

Dat brengt me bij het personage van John Malkovich die in Valley of the Gods de rijkste man op aarde speelt. Net als de molenaar uit The Mill and the Cross staat hij op afstand van het alledaagse leven. Ik zag zijn rol als een kritiek op de films van Batman en Iron Man waarin multimiljardairs zich in het alledaagse begeven als heldhaftige halfgoden. “De rijkste man op aarde wordt in onze westerse wereldbeschouwing gezien als een soort mythologisch figuur. De mythologie van de Navajo staat daar lijnrecht tegenover. Wij zien miljardairs als halfgoden die de wereld overvliegen met hun privévliegtuig en de mensheid redden: Elon Musk in een satelliet die zichzelf naar de aarde straalt om iedereen te injecteren met het vaccin tegen COVID-19. Terwijl miljardairs een totaal afgeschermd leven leiden waarin ze niet in contact willen komen met ons stervelingen.”

Hoe verhoudt u zich tot de wereld om u heen? Want net als uw hoofdpersonages lijkt u op zoek naar een zeldzame vorm van schoonheid. “Ik sprak hier vaak over met mijn voormalige buurman en goede vriend, de in 2010 overleden Poolse componist Henryk Górecki. Hij vroeg me vaak: ‘Lech, waar is de schoonheid in de wereld gebleven? Waarom hebben we de toegang ertoe vernietigd?’ Hij verwees onder andere naar de totalitaire regimes die een antwoord leken te geven op de ontregelde wereld om ons heen. Ze probeerden een orde in schoonheid te herstellen, maar creëerden juist iets huiveringwekkends. Ik snap hun missie wel: schoonheid is een van de weinige gunsten die ons geschonken is. Ik kwam vroeger vaak in Venetië, omdat mijn oom me daar lesgaf op het conservatorium. Je kunt veel over die stad zeggen, maar je moet toegeven dat het een beeldschone plek is. Al waren de straten vroeger leeg en zijn ze nu vol met toeristen die naarstig op zoek zijn naar een glimp van die schoonheid.”

Identificeert u zich met uw hoofdpersonages, in het willen brengen van schoonheid naar de wereld? “Zeker, maar dat is een haast verboden missie aan het worden.”

Waarom? “Omdat de kunst van nu vooral walging lijkt te willen oproepen.”

Mogen die dingen niet naast elkaar bestaan? “Vast wel, maar ik kies ervoor om te leven met schoonheid. Wat ik hedendaagse kunstenaars zie doen, is geen kunst maken, maar trucs verzinnen om geld te verdienen.”

Uw gebruik van digitale technologie als CGI staat tegenover de meer commerciële toepassing in Hollywoodfilms. Hoe kijkt u naar zulke technologische ontwikkelingen? “Ze openen nieuwe werelden voor me die veel groter en rijker zijn dan de doorsnee stripboekverfilmingen. Die beschouw ik als pornografie van special effects. Die overweldigen met nieuwe beelden, maar komen niet met nieuwe verhalen. Ik zie technologie juist als een kans om de onbegrensde vrijheid van literatuur in film te kunnen evenaren.”

Uw volgende film gaat over Brigitte Bardot. De grappen over schoonheid schrijven zichzelf. “Ik zie haar als een eigentijdse mythologisch figuur. Tegelijkertijd bestaan zulke universeel aanbeden vrouwen bijna niet meer. De Kardashians misschien, maar die zijn eerder comic relief. Bardot is het equivalent van The Beatles: zal een band ooit nog zo universeel geliefd worden?”

Ik moet het vragen: realiseert u zich dat een jongere generatie uw visie op schoonheid, kunst en cultuur ook kan opvatten als conservatief en nostalgisch? En vindt u dat erg? “Misschien hebben ze wel gelijk! Ik ben niet de enige grote denker, maar ik denk wel over deze dingen op mijn eigen manier. Ik voel nou eenmaal deze verbintenis met het verleden die mij enorm prikkelt. Wat ik uiteindelijk zoek in het leven is wat Horatius sapere aude noemt: durf wijs te zijn. Wijsheid is voor mij het belangrijkste om te verwerven. Daarbij hoort dat je moet weten dat je niets weet.”

Socrates zou het met u eens zijn. “Of Plato, want Socrates was ook maar een doorgeefluik van Plato’s wijsheid.”

Net als Socrates bent u misschien ook zo’n doorgeefluik. “Beter kan ik het niet verwoorden.”