Kostuumontwerpers over hun vak

'Het personage is van nek tot schoen van ons'

Illlustraties: Lae Schäfer

Yan Tax met Zwartboek (2006), Bernadette Corstens met Ramses (2014) en Linda Bogers met Publieke werken (2015) hadden een Gouden Kalf voor kostuumontwerp verdiend, vinden veel van hun collega’s. Alleen bestond dat Kalf nog niet. Vanaf de aankomende editie van het Nederlands Film Festival wordt er wél jaarlijks een Gouden Kalf in de categorie Beste Costume Design uitgereikt. Helemaal terecht, vinden de kostuumontwerpers van eigen bodem. “We verdienen een serieuze plek binnen de Nederlandse filmwereld.”

Kostuumontwerper Margriet Procee herinnert zich nog goed dat ze voor het eerst haar vinger opstak tijdens een ledenvergadering van brancheorganisatie Dutch Academy For Film. De reacties die ze toen kreeg waren in de trant van: “Zijn er niet al te veel Kalfjes voor het avondprogramma?” en “Dat valt toch gewoon onder production design?” Vooral die laatste stelling viel niet in goede aarde. Een production designer ontwerpt weliswaar het vormgevingsconcept van de hele film, maar het kostuumontwerp is een ander vakgebied, een ander departement. Daarbij is kostuumontwerp verre van een hobby: veel van de ruim dertig in Nederland actieve kostuumontwerpers hebben een relevante opleiding gevolgd aan mode-, film- en/of kunstacademies.

Volgens Yan Tax, nestor van het vakgebied, is kostuumontwerp in Nederland heel lang een ondergeschoven kindje geweest. “Het hoorde bij decorontwerp, of het was iets wat de vrouw van de regisseur ook wel kon. Dat zag je aan het kostuumbudget. Salarissen van de kostuumcrew waren navenant. Daar is inmiddels wel verandering in gekomen.”

Dat wordt door Jany Temime onderschreven: “Kostuumontwerpers zijn in Nederland lang de Assepoester van de film geweest. Een gebrek aan waardering en een bepaalde traditie, vermoed ik.” Wat niet wil zeggen dat ze vindt dat Nederlandse kostuumontwerpers in de marge werken. “Ze zijn briljant, zeker als je bedenkt wat ze binnen de beperkte mogelijkheden voor elkaar krijgen.” In 1995 kreeg de internationaal opererende Jany Temime tijdens het Nederlands Film Festival een Speciale Juryprijs voor haar hele oeuvre als kostuumontwerper. Maar verder bleven kostuumontwerpers jaar in jaar uit onderbelicht als er prijzen werden uitgereikt. “We zijn lange tijd eigenlijk nauwelijks erkend en verdienen een serieuze plek binnen de Nederlandse filmwereld”, zegt Elske van Buuren.

Tot in de puntjes
Veel Nederlandse kostuumontwerpers hebben in de loop van hun carrière ervaren dat er in het buitenland heel anders naar het vakgebied gekeken wordt. Zowel wat betreft de budgetten en het soort werk als wat betreft de erkenning. Fleur Enderberg: “In andere landen zijn de kostuumdepartementen vele malen groter. Er is vaak een mooie taakverdeling, waardoor iedereen zijn werk tot in de puntjes kan uitvoeren. Daardoor heeft een kostuumontwerper echt ruimte en tijd om het beeld te bedenken en de kostuums te ontwerpen. In Nederland heeft de kostuumontwerper naast de eigen opdracht ook vele andere bezigheden.”

Bho Roosterman denkt dat Nederlandse kostuumontwerpers net zo goed, zo niet beter zijn dan die in het buitenland: “Wij werken met extreem lage budgetten, in verhouding tot andere landen.” Het voordeel daarvan is volgens Margriet Procee dat “wij weten hoe we creatief om moeten gaan met ontwerp, huur en materiaal om het beoogde beeld voor elkaar te krijgen”. Dit sluit volgens Jany Temime nauw aan bij de Nederlandse stijl: “Hollanders zijn heel realistisch en doen niet aan bullshit. Dat hoort bij het nuchtere karakter. Daarom zijn Nederlanders heel goed in realisme.”

Zoektocht
Jany Temime benadert elk project vanuit een vast uitgangspunt: “Voor mij is de uitdaging altijd hetzelfde: wij moeten helpen het idee van de scenarist en regisseur tot leven te brengen. Daarbij is de kleding ons gereedschap, zoals de camerapersoon de camera heeft. Het personage is van nek tot schoen van ons. De acteur moet de droom (of nachtmerrie) van de regisseur worden en dat vergt ook van ons ongelofelijk veel kennis van dramaturgie, esthetiek en instinct. En een goede band met de regisseur – dat is essentieel.”

Er ligt, met andere woorden, een grote verantwoordelijkheid bij de kostuumontwerper en zijn of haar team. Fleur Enderberg: “Mensen staan er nauwelijks bij stil dat kostuums zorgvuldig zijn gekozen voor de personages. Ik krijg regelmatig te horen: ‘Doe je alleen de kleding? Ze hebben zelf toch wel kleren?’” Maar er komt, zo legt ze uit, zoveel meer bij kijken: “In samenwerking met de regisseur maak je een beeld van een personage. Het samenstellen van een garderobe kost tijd. Ik zoek vaak eerst in mijn eigen atelier, waar een ruime collectie hangt. Vanuit daar gaat mijn zoektocht verder, bijvoorbeeld langs kledingverhuurbedrijven of kledingwinkels. Wat ik niet kan vinden maak ik zelf of besteed ik uit. Dat is voor iedere filmproductie weer anders.”

Ook Margriet Procee duikt voor ieder project diep in de achtergrond van de personages: “Het leukste van dit vak vind ik dat elk script, elke periode of soort film een enorme uitdaging is. Bijvoorbeeld voor de film Rundskop, waar ik eerst die specifieke cultuur rondom Luik ging onderzoeken: realistisch, ongepolijst, bijna ruw.”

Beroemdheidscultus
Vooral een kostuumdrama kan extra veel vergen van de ontwerper. Fleur Enderberg: “Bij een kostuumdrama heb je met een tijdsbeeld te maken. Je verdiept je in een periode en je hebt dus een mooi ‘kader’ om in te werken. De kostuums uit het verleden zijn ook zo veel interessanter en mooier dan wat we nu dragen. De stoffen, patronen, het vakmanschap: het was allemaal zo veel rijker.” Yan Tax beaamt dat, al is ook hier het verschil in binnen- en buitenland opvallend. Tax: “Als het om een kostuumdrama gaat waar veel voor gemaakt moet worden, is de kwaliteit van ontwerp en infrastructuur voor het maken van kostuums heel veel hoger in het buitenland.”

Maar er lijkt verandering in te komen, ook in ons land. De tijd is ernaar. Elske van Buuren: “Je ziet aan mooi geproduceerde kostuumdrama’s op bijvoorbeeld Netflix dat er een verandering gaande is. Alles is compleet doorgestyled, tot in de kleinste details. Prachtig om naar te kijken.”

Er is nog iets wat Nederlands kostuumontwerp net even anders maakt, weet Jany Temime uit ervaring: “Nederlandse acteurs zijn verschrikkelijk goed in wat ze doen, maar echte beroemdheidscultus is ons vreemd. In landen als India, Amerika en Frankrijk zijn acteurs haast halfgoden. Wat zo’n godin dan draagt, dus ook buiten de set, is belangrijk. Geen wonder dat couturiers sterren willen kleden. De stijl waarin een ster zich kleedt, kan de hele wereld over gaan, en dat heeft weerslag op de status van kostuumontwerp.”

Maar als het goed is staat de kijker nauwelijks stil bij al dat monnikenwerk. Margriet Procee: “Kleding moet in dienst staan van het verhaal en de acteur helpen acteren. Het is een compliment als de kijker zich daar niet van bewust is, dan hebben we het goed gedaan.” Volgens Jany Temime wordt dit mooi geïllustreerd in sociaal-realistische films: “Kleding in films van Ken Loach zal niet opvallen – en dat is goed. Personages in zijn films moeten geloofwaardig zijn. Het publiek voelt het direct als je fout zit.”


Doreen Boonekamp, Algemeen Directeur-Bestuurder a.i. NFF:

“Tot medio jaren negentig werden de NFF-vakprijzen voor camera, production design, montage, muziek en geluid eens in de vijf jaar uitgereikt. In de beginjaren waren er slechts in enkele categorieën Kalveren te winnen. Kostuumontwerp viel onder Beste Production Design en binnen de overkoepelende prijs van Beste Film: de productie die in alle facetten excelleert. Film is bij uitstek een gesamtkunstwerk natuurlijk. Met de komst van video en digitale dragers als vervanger van 35mm-film is filmproductie in Nederland en dus ook het festivalaanbod veel omvangrijker geworden. Vanwege die bloei is er plek voor meerdere categorieën ontstaan. In samenspraak met de Dutch Academy for Film is besloten kostuumontwerp nu jaarlijks te honoreren. Nederland heeft fantastische kostuumontwerpers die ook regelmatig gevraagd worden voor internationale filmproducties.”


In het oog springend kostuumontwerp van eigen bodem

De look van Ciske de Rat (Ciske de Rat, 1984)
Het gele hemd van Renée Soutendijk in Spetters (1980)
Het leren jasje van Carmen in Penoza (2010-2017)
De trenchcoat van De Cock in Baantjer (1995-2006)
De trainingspakken van Maaskantje in New Kids Turbo (2010)
De pakken van Jeroen van Koningsbrugge in Riphagen (2016)
De gebreide trui van Abel (1986)
De gestalte van Dreverhaven in Karakter (1997)
‘Het schaakspel’ van Lang leve de koningin (1995)
De rode jurk van Carice van Houten in Zwartboek (2006)
Het cadeautje Carice van Houten in Alles is liefde (2007)

Veelgevraagde Nederlandse kostuumontwerpers

Jany Temime (Karakter; Skyfall; Judy)
Yan Tax (Eline Vere; Spetters; Zwartboek)
Monica Petit (Alles is liefde; De troon; Hollands hoop)
Ellen Lens (De surprise; Kollektivet; Brimstone)
Margriet Procee (Rundskop; Michiel de Ruyter; De slag om de Schelde)
Bho Roosterman (Bankier van het verzet; Penoza; Judas)
Fleur Enderberg (De bende van Oss; De helleveeg)
Elske van Buuren (Sing Song; Bon Bini Holland)