Kaweh Modiri over Mitra
Een belofte ingelost
Met Mitra verfilmde Kaweh Modiri het verhaal van zijn zus die na de Iraanse revolutie werd geëxecuteerd. Met dat feit als vertrekpunt vertelt hij een fictief verhaal over hoe de moeder een kans krijgt die moord te wreken, maar oog in oog met de verraadster van haar dochter toch wroeging krijgt. “Het was bijzonder om mijn zus op deze manier tot leven te wekken.”
Een familiegeschiedenis verpakt als een politieke thriller. Zo laat Mitra, de nieuwe film van Kaweh Modiri (1982) zich het best omschrijven. Voor zijn tweede speelfilm nam de Iraans-Nederlandse regisseur het verhaal van zijn zus Mitra als uitgangspunt. Zij werd begin jaren tachtig geëxecuteerd nadat ze door een vriendin verraden was als tegenstander van het regime van ayatollah Khomeini. Wat er in de film op volgt is fictief: Modiri speculeert over hoe zijn moeder die verraadster veertig jaar later in Nederland op het spoor komt. Ze zint op wraak, maar wanneer ze de vrouw leert kennen slaat de morele twijfel toe. Is vergelding de juiste oplossing?
Schaduw
Dat Modiri ooit een film over zijn zus zou maken, stond eigenlijk al voor zijn geboorte vast. “De film voelt als een belofte die ik moest inlossen”, vertelt de filmmaker via Zoom. “Mitra stierf toen ik nog in de buik van mijn moeder zat en daardoor ben ik in haar schaduw opgegroeid. Er was rouw om het verlies, maar er waren ook de verhalen die men over haar vertelde. Na haar dood trok mijn familie naar Europa, waar mijn moeder andere gevluchte partijgenoten opzocht. Ik ging als kleine jongen mee en hoorde ze dan over mijn zus praten. Hoe ze zich gedroeg, of wat over wat voor persoonlijkheid ze had. Zo kreeg ik beetje bij beetje een beeld van haar.”
In de film speelt Modiri met feit en fictie. Het verhaal over hoe Mitra in 1981 door een vriendin verraden wordt is echt, maar het tweede deel in Nederland is gefictionaliseerd. “De film is niet één op één, het hoofdpersonage Haleh [gespeeld door Jasmin Tabatabai, GS] is fictief. Ze heeft de herinneringen van mijn moeder, maar ze is mijn moeder niet. Haleh is een afstandelijke wetenschapper. Ze is gewend dingen rationeel te bekijken, maar dan wordt die wond uit het verleden opgereten. Het maakt een moreel dilemma in haar los: ze zag die verraadster altijd als een kwade genius, maar is dat wel zo? In hoeverre kan Haleh dat jonge meisje van toen verantwoordelijk houden voor de dood van haar dochter? Het stelt haar ideeën over goed en kwaad op de proef.”
Fictief spel
Het spel met werkelijkheden past goed binnen het oeuvre van Modiri, die in 2010 afstudeerde in de richting beeld en tekst aan de Gerrit Rietveld Academie. “Daar leerde ik werken met rauw materiaal, en fictie maken met de werkelijkheid.”
Zijn afstudeerfilm Mijn inbreker en ik speelt bijvoorbeeld een vrolijk spel met waarheid en verhaal. In 2016 volgt de quasi-fictiefilm Bodkin Ras waarin de inwoners van het Schotse dorpje Flores zich een fictief personage herinneren. Zelfs in Modiri’s meest scriptvaste project Chimère, een televisiefilm uit 2017, raakt de hoofdpersoon verstrikt in een web van waanideeën.
Toch ziet Modiri zijn nieuwste niet als een meta-film of een spel met de werkelijkheid. “Mijn inbreker en ik en Bodkin Ras gaan expliciet over de relatie feit en fictie, Mitra niet. Als je niet weet dat het over mijn leven gaat, geeft de film je geen aanleiding dat te denken. Voor mij persoonlijk was het natuurlijk wel bijzonder om mijn zus op deze manier tot leven te wekken. Ik heb zelfs ook wel overwogen om haar leven nog meer aandacht te geven, om bijvoorbeeld haar verzetspraktijken te filmen of haar dagelijks leven te tonen. Maar uiteindelijk gaat de film over Haleh, over hoe zij zich Mitra herinnert. Daarom blijft Mitra’s rol beperkt tot een paar scènes. Maar het was mooi om zo met haar bezig te zijn.”
Het perspectief van Haleh komt ook terug in de manier waarop de verschillende tijden zijn verbeeld. Door koele, afstandelijke kleuren oogt het moderne leven van Haleh soms als een modern spookverhaal, terwijl haar herinneringen aan de tumultueuze tijd na de Islamitische revolutie verbeeld zijn in stijl van een paranoiathriller: vurige kleuren, snelle montage en schokkerige cameravoering.
“Met cameraman Daan Nieuwenhuijs heb ik het wel over dat soort genres gehad. Maar belangrijker was dat we het verhaal vanuit het perspectief van Haleh wilden verbeelden. Dat koele, donkere sluit aan bij haar gemis, bij het wegstoppen van haar traumatische verleden. De eerste keer dat ze Leyla ziet, de mogelijke verraadster van Mitra, zien we haar als een schim – zo zag Haleh haar veertig jaar namelijk ook door haar sluier. Met zulke perspectiefeffecten hebben we gespeeld.”
Mentale littekens
Die samenwerking met cast en crew noemt Modiri, die eerder al een roman met dezelfde titel schreef over zijn zus, als een van de voordelen van het filmproces. “De film is daar niet direct een verfilming van. Ik zie schrijven en regisseren als twee kanten van mijn persoonlijkheid. Om te schrijven trek ik me terug en zoek ik de eenzaamheid op, maar filmen is veel meer naar buiten gericht. Het blijft een bijzonder proces om zo’n zoektocht met een groep mensen aan te gaan. Om de woorden en ideeën ineens tot leven gewekt te zien worden, wanneer een acteur een bepaalde manier van praten uitprobeert, of wanneer je in de montage ineens de flow van het verhaal te pakken hebt – dat is en blijft een euforisch gevoel.”
Mitra biedt ons ook een interessante blik op een generatie Iraniërs die terneergeslagen in Europa leven. “Met mijn moeder kwam ik al vroeg in mijn leven langs bij allerlei Iraanse vluchtelingen. Ik zag hoe deze mensen door strubbelingen en strijd voor het leven getekend waren. Ik heb de lusteloosheid, tics en mentale littekens als kind van dichtbij gezien. Veel indruk maakte destijds een oudere man met dikke brillenglazen die in Duitsland telkens weer aan een nieuwe studie begon. Ik was klein maar ik zag hoe de verslagenheid in zijn hele wezen was doorgedrongen. Dat soort indrukken hebben me al vroeg doen afvragen wat de mens drijft, wat een mens een mens maakt. Dat zijn de vragen die ik met mijn werk wil stellen.”
Wraak
Dat deze bannelingen op wraak zinnen is niet vreemd, maar tegelijker vraagt Modiri zich in zijn film af hoeverre dat een oplossing is. Haleh krijgt via een verzetsgroep ‘de organisatie’ de kans om wraak te nemen, maar zodra ze de vrouw leert kennen voelt ze wroeging. “De organisatie uit de film staat symbool voor verschillende soortgelijke groeperingen die vanuit het buitenland opereren en vergeldingsacties plegen. Laatst is in Almere nog een Iraniër vermoord bijvoorbeeld. Ergens staan ze aan de goede kant, maar tegelijk zijn ze even rigide geworden als het regime dat ze bestrijden. Als je een volwassen vrouw zonder pardon wilt vermoorden om de fouten die ze als tiener heeft gemaakt, ben je natuurlijk blijven steken in dezelfde dogmatiek die je wilt bestrijden. Zo’n rigide moraal past niet bij de grillige werkelijkheid.”