My Salinger Year

De schrijver wenst geen post te ontvangen

My Salinger Year

Vakkundig brengt deze Canadese productie het literaire New York van de jaren negentig tot leven, in een boekverfilming die zich gemoedelijk wentelt in overbekende vertelvormen.

“Ik wilde niet gewoontjes zijn, ik wilde uitzonderlijk zijn”, vertelt twintiger Joanna in voice-over aan het begin van My Salinger Year. Regisseur Philippe Falardeau (Monsieur Lazhar) lijkt die ambitie niet te delen, want zijn verfilming van de gelijknamige autobiografische roman van Joanna Rakoff wentelt zich juist in het comfort van (over)bekende vertelvormen.

Joanna (met wijdopen hertenogen gespeeld door Margaret Qualley) loopt behoorlijk vast in haar wens uitzonderlijk te zijn. De pas afgestudeerde jonge vrouw ambieert het schrijverschap, maar komt voorlopig niet verder dan een baantje als assistent bij een befaamd literair agentschap. Daar is een van haar klusjes het openen van de fanmail die binnenkomt voor de beroemdste cliënt: J.D. Salinger. De notoir teruggetrokken levende schrijver wenst geen post te ontvangen, dus Joanna’s taak is alle brieven te lezen, potentieel gevaarlijke mensen eruit te vissen (de moordenaar van John Lennon liet zich immers inspireren door Salingers Catcher in the Rye) en iedereen hetzelfde standaardantwoord terug te sturen: Salinger wenst geen post te ontvangen.

Omdat dit alles speelt in de herfst van 1995, en haar baas Margaret (Sigourney Weaver) een grondige afkeer heeft van de dan nog nieuwe computertechnologie, moet Joanna die briefjes telkens weer met de hand tikken. Dat gaat al snel vervelen, dus begint ze sommige brieven clandestien te beantwoorden uit Salingers naam. Daar komt natuurlijk gedonder van. Maar dan wel zeer kalm, vrijwel conflictloos gedonder. Want hoewel de centrale relatie tussen Joanna en Margaret teruggrijpt op de dynamiek van The Devil Wears Prada (David Frankel, 2006), is het venijn van die film hier ver te zoeken. My Salinger Year wil vooral vriendelijk blijven en schopte het daarmee in 2020 zowaar tot openingsfilm van het filmfestival van Berlijn.

In Engeland werd de film eerder dit jaar uitgebracht onder de titel My New York Year en die keuze om wat afstand te nemen van Salinger lijkt verstandig. Zowel de schrijver zelf als zijn befaamde werk spelen in de film slechts een beperkte rol. In haar voice-over (uitnodigend, maar te prominent aanwezig) vertelt Joanna met enige schaamte dat ze, voordat ze bij het agentschap aan de slag ging, geen letter van Salingers werk had gelezen. In interviews liet Falardeau vallen dat voor hem hetzelfde geldt. Dat is een gemiste kans, want de vurigheid die Salingers fans tentoonspreiden wanneer ze aan het woord komen, ontbreekt helaas in de rest van de film.

Daarbij speelt ook mee dat juist die scènes een beetje flair inbrengen: de briefschrijvers spreken recht in de camera, of bevinden zich plotseling bij Joanna in de ruimte waar zij de brieven leest. Het brengt wat leven in een film die visueel vooral leunt op de minutieus tot leven gewekte literaire wereld van het New York van de jaren negentig, met mahoniehouten kantoren waar nog flink gerookt wordt en martini’s bij de lunch. Dankzij het innemende spel van Qualley en de wervelend bitsige rol van Weaver is het best gemoedelijk om daar voor de duur van de film in te vertoeven, maar meer dan dat wordt het niet.