Eskil Vogt over Blind

'Het kan me niet schelen wat echt is, zolang ik het me maar kan voorstellen'

Eskil Vogt (midden) op de set van Blind

“We zijn allemaal een beetje blind”, zegt regisseur Eskil Vogt. Hij maakte een film over hoe onze ogen ons bedriegen.

“Weg met de formats en de conventies. Ik wilde een film maken waar ik zelf door verrast zou worden.” Aan het woord is regisseur en scenarioschrijver Eskil Vogt eerder dit jaar op het Filmfestival Berlijn. Nou mag je hopen dat dat het doel is van de meeste filmmakers, maar Vogt, vooral bekend als vaste scenarist van de Noorse filmmaker Joachim Trier (Oslo, 31. august, 2011), is daar met Blind behoorlijk goed in geslaagd.

Zijn film over een boek in een film en nog wat meer dubbele bodems doet denken aan de puzzelcinema van Spike Jonze, Charlie Kaufman en Michel Gondry, met als extra complicatie dat we ook onze ogen niet kunnen vertrouwen om te zien of de stukjes passen. Zijn hoofdpersoon Ingrid is namelijk een schrijfster die recentelijk haar zicht verloren heeft. Als reactie op het trauma neemt ze afstand van haar man en haar vrienden om te ontdekken dat ze zelfs haar eigen gedachten niet meer helder kan zien.

Blind

Waarom blindheid? “Een vriend van mij had een verhaal geschreven dat geheel en al bestond uit de monologue intérieur van een blinde vrouw. Dat leek me een ideaal uitgangspunt voor een film die op geen andere film mocht lijken. Blindheid en film lijken strijdig. Maar zowel filmmakers als blinden verbeelden een innerlijke wereld door zich af te vragen wat de zichtbare wereld is. Er is wel een verschil of je blind geboren bent of blind geworden, zoals Ingrid in deze film. Zij heeft nog steeds een visueel geheugen, al merkt ze dat het afneemt en vervangen wordt door iets anders. Haar wereld is niet donker, omdat ze steeds van alles projecteert op de wereld om zich heen. Als iemand zegt: ‘pas op die stoel’, dan ‘ziet’ ze een stoel; als ze er alsnog tegenaan loopt, verandert een gewone keukenstoel in een brede fauteuil. ‘Het kan me niet schelen wat echt is, zo lang ik het me maar kan voorstellen’, zegt Ingrid. Die vorm van projectie heeft veel te maken met wat er in de duisternis van de bioscoopzaal gebeurt.”

Ziet u zichzelf als iemand die de ‘blinde toeschouwer’ ogen geeft? “Op een bepaalde manier, ja. Al kwamen dat soort kwesties pas relatief laat in het schrijfproces naar voren. Ik ben eerst heel dicht bij mezelf begonnen. Hoe ik me zou voelen als ik blind zou worden. Daarna ben ik als een bezetene gaan researchen en ontdekte ik dat mijn fantasie gelukkig behoorlijk goed overeenkwam met de werkelijkheid.”

Dat was mijn volgende vraag. Want de hele film gaat eigenlijk over dat samenspel van fantasie en werkelijkheid en de vraag in hoeverre wij in onze verbeelding de dingen invullen. “Ik ben altijd aangenaam verrast hoe dicht fantasie en werkelijkheid eigenlijk bij elkaar liggen. De meeste dingen die we kunnen verzinnen kunnen ook voorkomen. Dat betekent dat we als mensen een gemeenschappelijk reservoir hebben van emoties en beelden die we delen en waar we over kunnen communiceren.”

Adaptation.

De overeenkomsten met het werk van Spike Jonze en Charlie Kaufman zijn niet te negeren. Bent u een fan? “Ik ben een enorme cinefiel. Zodra ik ga schrijven duizelt mijn hoofd van de referenties. Maar nu had ik tijdens het werken geen enkel aanknopingspunt. De eerste persoon aan wie ik het script liet lezen wees me op de overeenkomsten met Adaptation (2002). Natuurlijk. Ik schrok me rot. Maar toen ben ik de film opnieuw gaan kijken en eigenlijk zijn er vooral verschillen. Adaptation speelt met een ‘documentairelaag’, terwijl het bij mij over een ‘fictieve laag’ gaat. Oké, dat is misschien een detail, en het is allebei film, dus sowieso fictief. Charlie Kaufman en ik stellen dezelfde vragen over feit en fictie. Maar die zijn dan ook onuitputtelijk en stellen nooit teleur.”

Ook stilistisch speelt u ermee. De film bevat zowel heel surrealistische beelden als abstracte en bijna documentaire scènes. “Dat komt ook omdat ik van zo veel soorten cinema hou. Van het formalisme van Godard en Antonioni, tot het mystieke van Tarkovski. Ik hou van de psychologie van de Scandinavische film en van het sociale engagement van heel veel Europese films. Iets anders waar ik ook niet zo over had nagedacht totdat de film af was, was dat de film best veel reflecties bevat over hedendaagse communicatiemedia als computers en mobiele telefoons. Onze communicatie is enorm geformaliseerd. Tegelijkertijd zeggen we steeds minder. We gaan er wel heel makkelijk vanuit dat mensen ons zomaar zullen begrijpen. Daarom heb ik bijvoorbeeld de seksscènes zo openhartig gemaakt. Seks is een en al communicatie, terwijl seksuele partners ook vaak hun fantasieën voor elkaar verborgen houden.”

Dus is uw film een pleidooi om meer open te zijn of meer fantasie toe te laten? “Meer fantasie toch. Eigenlijk zijn we allemaal blind op een bepaalde manier. Verbeeldingskracht opent onze ogen.”


Blind is te zien vanaf 23 oktober 2014.