Adaptation.

De homo ironicus

Adaptation.

In de nadagen van het ironietijdperk komen Spike Jonze en Charlie Kaufman met het vindingrijke Adaptation., waarin ze zich afvragen wat eigenlijk ‘echt’ is.

Adaptation. is een film zo vindingrijk dat op colleges scenarioschrijven spontaan orgieën zullen uitbreken. In het begin irriteert dat. Met name de dubbelrol van Nicolas Cage als de tweeling Charlie en Donald Kaufman (van wie de laatste al te nadrukkelijk als een fictief personage wordt gevlagd) is zo’n bravourestukje dat je het idee krijgt op een feestje verzeild te zijn geraakt waar een energieke nerd je in een hoek heeft gedrukt, vastbesloten om je de rest van de avond met zijn anekdotes te verbluffen.

Maar dan gebeurt er iets wonderlijks: in plaats van verder vermoeid te raken geef je je met plezier gewonnen. Want al snel blijkt de film meer dan een reeks scherpzinnige hersenspinsels — het is ook een (in een knap verteld verhaal verpakte) verzameling intrigerende ideeën die een grote mate van waarachtigheid herbergen.

Soms maken ze inzichtelijk hoe zaken in elkaar steken. Een writer’s block bijvoorbeeld: Adaptation. gaat in eerste instantie over hoe een creatief proces piepend tot stilstand kan komen. Charlie Kaufman, schrijver van Being John Malkovich (1999), heeft zich een opdracht tot het bewerken van het boek The Orchid Thief in de maag laten splitsen. Het boek gaat pagina’s lang over orchideeën en over de fascinatie van schrijfster Susan Orlean (ze bestaat echt, al wantrouw je dat als je de film ziet) voor een intelligente provinciaal die is geobsedeerd door het vinden van die planten. Hoe doe je zo’n boek recht? Zit er in die informatiedichte bestseller wel een film? Of, op kleinere schaal: zal ik niet eerst even koffie zetten voordat ik aan een nieuwe pagina begin?

Jaloezie
Kaufmans neuroses worden nog levendiger doordat zijn tweelingbroer Donald bij hem intrekt met de mededeling ook een script te willen schrijven, een serial killer-thriller, om daar rijk mee te worden. Niet gehinderd door goede smaak slaagt Donald er wel in normale werkdagen te maken. En het levert nog een commercieel valide script op ook. Waar sta je dan, als je weet dat een script over seriemoordenaars écht niet meer kan? Terwijl je zelf nog geen pagina op papier hebt? En je broer even oprecht is in zijn intenties? Creatieve jaloezie in een notendop, even schrijnend als in Martin Amis’ The Information.

En nog een aardige kwestie in de nadagen van het ironietijdperk: waar komt toch dat gedweep vandaan van high met low culture, van de grachtengordel met de provincie? In een fraaie scène zitten de New-Yorkse vrienden van Susan Orlean om de dinertafel, geestige grapjes uitwisselend over haar orchideeënzoeker, dat “fascinerende personage”. Maar zij zoekt in hem daadwerkelijk iets wat ze mist in haar leven vol intellectuele distantie, een soort echte overtuiging of passie voor iets. Dit is wat Kaufman ook weer in haar boek aantrekt — al zou híj eigenlijk de ambitie moeten hebben om een film louter over de orchideeën te maken. Maar daar heeft hij als ‘homo ironicus’ totaal het talent niet voor. En daarbij: wat is ‘echt’? Is die oprechtheid van orchideeënman (fantastische rol van Chris Cooper) niet gewoon een geïdealiseerd beeld? Kaufman (de echte), regisseur Spike Jonze en de acteurs brengen deze cultuurkritische vragen knap tot leven door de personages steeds weer van een nieuwe karakterlaag te voorzien.

En zo leert u ook nog wat over orchideeën, over die momenten dat je iets wilt maar het niet durft, over de rechten van indianen, et cetera. Het verhaal verspringt van autobiografie via fictie naar faction en alles daartussenin, zonder een moment verwarrend te zijn. Het wekt misschien meer bewondering dan affectie, maar wat geeft het — Adaptation. is uitmuntend verzorgd. Tot in de punt.