Claudio Giovannesi over Piranhas

‘Dit is geen film over de maffia’

Claudio Giovannesi

Piranhas is gemakkelijk weg te zetten als de zoveelste maffiafilm. Regisseur Claudio Giovannesi was echter niet geïnteresseerd in de georganiseerde misdaad, maar juist in de gevoelens van jongeren die erin belanden. “Deze problemen spelen overal ter wereld waar de staat wegkijkt.”

De maffia is te zien als een van de oudste bedrijven ter wereld. En zoals elk ‘gezond’ bedrijf investeert het in de toekomst. Terwijl oudgedienden achter de tralies verdwijnen of in het heetst van de strijd om het leven komen, moet het stokje steeds jonger worden overgegeven. De oplossing is gevonden in zogeheten baby gangs, groepen jongens van soms niet ouder dan dertien die de Italiaanse straten bestormen in dienst van de oude garde. Door hun jeugdige uiterlijk worden ze nauwelijks verdacht van de grote misdaden die ze begaan.

Met zijn vierde speelfilm Piranhas duikt Claudio Giovannesi in het leven van deze jongeren. Hij baseert zich daarbij op de roman La paranza dei bambini (in Nederland uitgegeven als De kinderen in de sleepnetten) van de befaamde journalist Roberto Saviano, eerder verantwoordelijk voor de internationale bestseller Gomorra, succesvol verfilmd door Matteo Garrone.

Saviano nodigde Giovannesi persoonlijk uit voor dit gezamenlijke project, een losse bewerking van het boek. Een film over opgeschoten jongeren in Napels die terechtkomen in een veel te volwassen leven. Ze worden gespeeld door jonge niet-professionele acteurs uit de streek, die stuk voor stuk het leven van de straat kennen. “De acteurs in mijn film hebben zelf niks te maken met criminaliteit. Maar ze komen wel uit probleemwijken, en weten dus uit eerste hand hoe de situatie en dynamiek van de baby gangs is.”

Het nieuws uit Italië dat Nederland bereikt, gaat tegenwoordig voornamelijk over de migratiestroom. Staat het probleem van de baby gangs wel op de Italiaanse politieke agenda? “Het punt is dat Italië helemaal geen probleem heeft met migranten. Dat probleem is door de politici bedacht om mensen angst in te boezemen, om stemmen te winnen. Alles wat onze politici zeggen over migranten die hardwerkende Italianen het werk zullen ontnemen en onze vrouwen zullen verkrachten, zijn leugens. Het daadwerkelijke probleem van Italië is de georganiseerde misdaad. Dat zie je overigens niet alleen in Napels, maar in alle steden in West-Europa: daar waar de staat niet aanwezig is, waar schooluitval hoog is, waar geen geld en geen werk is, is de stap naar de criminaliteit en de misdaad klein. Alleen daar heb je de zekerheid om snel geld te krijgen voor wat je doet.
“Eigenlijk is het een vanzelfsprekend proces. Als de staat geen werkgarantie kan geven, dan biedt de misdaad die wel. De jongens die de misdaad in gaan, hebben eigenlijk geen alternatief. Ze hebben niet de opleiding of de achtergrond om te kunnen begrijpen dat het een verkeerde stap is, een stap die alleen maar kan leiden tot de gevangenis of het kerkhof. Ze willen hetzelfde als al hun leeftijdsgenoten: mooie kleding van een goed merk, een scooter, een auto, geld in hun zak.”

Het is eigenlijk een paradox, de misdaad als sociaal vangnet. “Dat had je niet beter kunnen verwoorden. Het is een slecht verzorgingssysteem. Stel: je werkt in een bar en je verdient 60 euro per week en iemand stelt je voor om drugs te verkopen voor 200 euro per dag. Die keuze is voor iemand met een wankele achtergrond snel gemaakt.”

Wat interesseerde u vooral in dit onderwerp? Was dat juist de criminaliteit of die jongeren die dat vangnet missen? “Het laatste. We wilden geen film over criminaliteit of maffia maken, we wilden een film maken over jongeren. Wat gebeurt er met een jongen van zestien, die mijn zoon zou kunnen zijn, als hij in aanraking komt met criminaliteit? Dat traject wilde ik volgen. Verder is het nooit mijn bedoeling geweest om het publiek een boodschap mee te geven. Ik geloof niet in een filmindustrie met een morele taak, maar in één met een neutrale houding. Wat film kan doen, is empathie opwekken, een band creëren tussen de kijker en het personage. Als je leest over dit soort jongeren in sociologische artikelen of nieuwsberichten is dat afstandelijk. Wij wilden juist die empathie opzoeken, een gevoel meegeven.”

Klopt het dat u de niet-professionele acteur die u castte verbood om het boek van Roberto Saviano te lezen? “Ja, ik heb ze zelfs geen script gegeven. Ik wilde dat ze iedere dag fris in de schoenen van de personages konden stappen, dat ze niet wisten wat er die dag zou gebeuren. Van tevoren hadden we ze natuurlijk wel verteld tegen welke achtergrond het zich afspeelt, dat het over de maffia en de baby gangs gaat, maar daar konden zij ons meer over vertellen dan wij hen. Zij leven daar per slot van rekening, voor hen is het dagelijkse kost. Wij vertelden ze dus alleen wat ons idee was. Ik leerde ze hoe ze moesten acteren voor een camera, puur voor het beeld dat ik interessant vond, en voor de rest kregen ze iedere ochtend dat deel van het script dat ze die dag moesten doen. Zo zijn we te werk gegaan.”

Als zij zelf de situatie beter kenden dan jullie als filmmakers, corrigeerden ze u dan ook weleens? “Jazeker. Dit zijn eerlijke jongeren, die op eerlijke wijze hun geld verdienen, en die de kracht en de moed hebben gehad om in deze film te acteren. Maar waarschijnlijk kennen ze allemaal wel leeftijdgenoten die andere keuzes hebben gemaakt. Wat je bijvoorbeeld in de film ziet over de sociale en economische systemen binnen de misdaad, wie het geld aan wie geeft en dergelijke, dat zijn dingen die zij heel goed wisten. Dat konden ze ons dus vertellen.”

Piranhas is weliswaar gebaseerd op een boek, maar u vangt het leven van deze jongeren bijna op documentaire wijze. “Als je een boek verfilmt moet je het boek eigenlijk op een andere manier herschrijven. Wat we gedaan hebben is het leven van de jongeren tonen. Het boek was gebaseerd op ware gebeurtenissen, voorvallen in Napels. Die waren ons uitgangspunt. Vervolgens hebben wij daar weer ons verhaal op gebaseerd. We hadden dus eigenlijk het verhaal uit het boek, we hadden de werkelijkheid die zich in Napels afspeelt én we hadden de jonge acteurs, jongeren uit Napels die de werkelijkheid goed kennen. Die drie dingen hebben we samengebracht.”

Het boek was dus meer een blauwdruk waarbinnen de verhalen van de jongeren werden gevolgd? “Wat we uit het boek hebben gebruikt zijn bepaalde beelden die het schetst. Het boek vertelt over mensen die elkaar wantrouwen, die met elkaar bevriend zijn, die elkaar vermoorden. In de film wilden we de breekbaarheid van de gevoelens die daarachter zitten laten zien.”

Hoe werd uw film in Italië onthaald? Was er geen scepsis dat er opnieuw een film over de maffia werd gemaakt, zoals men die in het buitenland graag ziet? “We kregen inderdaad de kritiek dat het de zoveelste film over de maffia is, al waren er gelukkig ook andere geluiden. Mensen vroegen ons bijvoorbeeld waarom we niet de schoonheid van Napels lieten zien maar alleen de Camorra. Terwijl we het eigenlijk helemaal niet over de maffia of de Camorra hebben. Zoals gezegd, ik ben absoluut niet geïnteresseerd in het maken van een film over maffia. Ik ben geïnteresseerd in het maken van een film over gevoelens, over jongeren van zestien en wat er gebeurt als zij de verkeerde keuzes maken. Wat doet dat met je gevoelens? Wat dat betreft had dit verhaal zich overal ter wereld kunnen afspelen. De kern zit hem in het verliezen van je onschuld.”