Claude Barras over Red de jungle
'Het is gebaseerd op wat de Penan belangrijk vinden'

Claude Barras
Stop-motion animatie Red de jungle heeft schattige hoofdpersonen en een jungle die zo mooi is, dat je hem inderdaad direct wilt redden. Maar hij speelt zich wel af in onze echte, harde wereld, met geweld en verzet. “Het is geen Disney.”
Jeugdfilms waarin de natuur moet worden beschermd zijn op zich niks nieuws. Maar meestal zijn die niet heel erg realistisch. Ze spelen zich af in een fantasiewereld (zoals Wolfwalkers, 2020) of in een omgeving die zich hoogstens met één been in onze werkelijkheid bevindt (zoals Pluk van de Petteflet, 2004, waarin onze held een perkje redt van betegeling). Kinderen krijgen zo wat liefde voor de natuur ingeprent en een gezonde portie argwaan tegen autoriteiten, maar zonder dat ze al te hard worden geconfronteerd met de realiteit.
Nee, dan Red de jungle (Sauvages, 2024). De tweede lange film van Claude Barras, na zijn geweldige Ma vie de Courgette (2016), is ook weer stop-motion animatie, ook weer met schattige figuurtjes, ook weer een familiefilm. Maar wel met beide benen in onze wereld. Als hier de Borneose junglebewoners strijden tegen grootschalige ontbossing door multinationals, gaat dat op leven en dood.
“Ik denk dat de film geschikt is voor kinderen vanaf acht jaar”, zegt de Zwitser Barras op het filmfestival van Cannes, waar Sauvages in première ging. “Mijn distributeurs zeggen: vijf jaar kan ook wel. Maar daarvoor vind ik het toch net iets te realistisch.” Vanwege de milities, bijvoorbeeld? “Ja, en de moorden. Bovendien blijven we soms vaag; het wordt bijvoorbeeld wel duidelijk dat de moeder gedood is, maar zonder dat we in details treden. Maar jonge kinderen vinden juist dat vaak moeilijk: als het niet helemaal duidelijk is, blijven ze met allemaal vragen zitten.”
Grootste trekpleister voor kinderen is de lieve kleine orang-oetan, die vanuit de jungle belandt bij de stadse Kéria (een bokkig meisje dat het liefst op haar mobieltje zit) en haar verbroedert met haar neefje Selaï, die in de jungle is opgegroeid.
Doordat ze zich samen om het aapje bekommeren, raakt Kéria betrokken bij de strijd van de inheemse Penan tegen verdere aantasting van de Tana Pengurip of ‘het levende woud van de Penan’, hun leefgebied. “Mijn producent legde ook veel nadruk op het aapje toen hij naar geld zocht voor dit toch wat lastige project – het realistische aspect is niet echt Disney, zeg maar. Maar met zo’n schattig aapje en het eerdere succes van Courgette durfden financiers het wel aan. Kéria is daarbij onze toegang tot deze wereld, die we samen met haar leren kennen.”

Penan
Nu is de buitenstaander die een oorspronkelijke bevolking komt bestuderen een gevaarlijke trope: neerbuigend exotisme ligt op de loer. Barras was zich hiervan bewust. Een van zijn bijzondere beslissingen was daarom om de taal van de nomadische Penan die zich in de film – en in werkelijkheid – tegen de grootschalige kap verzetten, niet te ondertitelen (wat ook geldt voor de Nederlandstalige versie).
“Kéria begrijpt het niet, dus wij ook niet; waar het voor het verhaal nodig was, vertaalt iemand het voor haar. We hebben daarnaast erg ons best gedaan om de paar zinnen Penan die de Franstalige acteurs moesten uitspreken goed te krijgen, zodat Penan toehoorders het duidelijk zouden kunnen verstaan.” En dus oefende Benoît Poelvoorde (die voor de Franse versie Kéria’s vader insprak) fonetisch enkele zinnen Penan, net zolang totdat de native speakers het goedkeurden.
De samenwerking met de Penan ging nog veel verder. Alle miniaturen (kledingstukken, gereedschap, meubilair) van hun geanimeerde wereld zijn door henzelf gefabriceerd. Aangezien ze vaker kleine voorwerpen maken als kinderspeelgoed, waren ze daarin al geoefend. En in Europa werd Nelly Paysan, een Penan die vanwege de liefde in Frankrijk was beland, achtervang voor culturele vragen – en een van de stemmen in de film.
Toen Barras tijdens zijn research echter leerde dat volgens de Penan verhalen goede of slechte gebeurtenissen over hun onderwerp kunnen afroepen, sloeg hem de angst om het hart. Hij zou nooit in kunnen gaan tegen het geloof van een cultuur die hij met zijn portrettering juist wilde helpen verdedigen. Gelukkig kreeg hij van de Penan de verzekering dat zijn verhaal een goed effect zou hebben; met die zegen kon hij verder.
Schoonheid
En nu terug naar de animatie zelf. Want wellicht het belangrijkste emotionele argument om de jungle te willen redden, is de schoonheid van de jungle zelf. En dat is ook waar Sauvages het sterkst is: net als de fauna in de film (die nauwelijks antropomorf is en zeker niet spreekt) is Barras’ tropische regenwoud tegelijk geloofwaardig en lyrisch. Het is niet alleen gigantisch (Barras wijst in de ruimte waar het interview plaatsvindt een enorm oppervlak aan als referentie voor de omvang van slechts een van zijn junglesets), maar vooral prachtig – je wilt als kijker, op emotioneel niveau, direct dat dit niet verloren gaat.
“Het is gebaseerd op wat de Penan belangrijk vinden in de jungle. Maar ik heb mijn vormgevers ook werk van Henri Rousseau laten zien. En een Japanse illustrator die ik erg goed vind, Miroco Machiko.” En films? “Ja, The Jungle Book [1967] natuurlijk. En ik noem Sauvages een verborgen remake van Spirited Away [2001] – een film die me totaal door elkaar geschud heeft. En er zit ook wat in van Heidi [1974]. En Bambi [1942].”
Barras leerde niet alleen van de Penan en van kunstenaars, maar liet zich ook inspireren door filosofen en activisten. “Moderne filosofen, zoals Bruno Latour, Vinciane Despret en Baptiste Morisot, zoeken nieuwe manieren om met de hele levende natuur om te gaan. Dankzij hen begreep ik beter hoe de moderniteit ons allemaal ontworteld heeft, hoe universeel dit verhaal eigenlijk is en hoe wat er gebeurt met de Penan verbonden is met de geglobaliseerde wereld. En het personage Jane in de film is geïnspireerd door mensen als Jane Goodall en Bruno Manser, die de westerse beschaving achter zich lieten en in de natuur gingen leven. Het lijkt misschien soms wat raar, in onze ogen, maar ik vind dat heel interessante mensen.”
Red de jungle!
Met name de Zwitser Manser was belangrijk voor Sauvages. Hij leefde jarenlang bij de Penan en kon, dankzij zijn achtergrond, een rol spelen in de internationalisering van hun strijd tegen ontbossing – net zoals in Sauvages Kéria (evenals trouwens de Penan zelf) haar sociale media inzet. “Op een gegeven moment, nadat de overheid een prijs op zijn hoofd had gezet, is Manser van de aardbodem verdwenen. Niemand weet wat er van hem geworden is; er doen allerlei legendes de ronde. Maar in elk geval heeft hij ons het Bruno Manser Fonds nagelaten.”
Dat fonds behoort tot de activistische organisaties die zich aan de film verbonden hebben, net als Greenpeace, Foodwatch en Kalaweit. Want Barras is ook zelf een betrokken filmmaker. “Ik kreeg toch een beetje het gevoel dat het mijn rol was om Mansers strijd door te geven aan de volgende generatie. Maar we wilden de film niet te didactisch of militant maken en vooral bij de emoties blijven. Daarom heb ik de producenten voorgesteld een aparte impactcampagne te maken. Zodat mensen die meer willen weten of iets willen doen, weten waar ze terecht kunnen. En zich hopelijk minder machteloos voelen.”
Waar de Franse filmtitel een meer filosofische insteek heeft – want wie zijn hier nu eigenlijk de sauvages, de onbeschaafden – benadrukt de pragmatischer Nederlandse titel Red de jungle rechtstreeks deze activistische betrokkenheid. Wie dus meer wil leren, doneren of ageren, ga naar sauvages-lefilm.com/en.
Red de jungle (Sauvages) draait vanaf 12 februari 2025 in de bioscoop.