Pluk van de Petteflet

Rondtuffen in de Torteltuin

In Pluk van de Petteflet zijn geliefde personages als de Kluizelaar en de Heen- en weerwolf van de partij, maar een kloppend hart ontbreekt.

Na Abeltje, Ibbeltje, Otje, Minoes en Ja zuster, nee zuster heeft producent Burny Bos zich nu gewaagd aan Annie M.G. Schmidts kleuterklassieker Pluk van de Petteflet. Net als Minoes opent Pluk van de Petteflet met een kort tekenfilmpje. In de succesvolle familiekomedie over poes Minoes die een juffrouw werd deden hoofdrolspeelster Carice van Houten en regisseur Vincent Bal je al snel die fraai gestileerde animatie vergeten, door hun warmbloedige schets van het oer-Hollandse stadje Killendoorn. Het tekenfilmpje waarin we Pluk in zijn karakteristieke rode takelwagentje rond zien rijden op zoek naar een huis schiet je tijdens het kijken meerdere keren te binnen. Niet dat het zo’n opmerkelijke animatie is, maar toch: waarom hebben de mensen van productiebedrijf Bos Bros er geen tekenfilm van gemaakt?

Vooral wanneer de luidruchtige smeerpoetsfamilie Stamper zijn opwachting maakt als een knuffelbare variant op de Tokkies smacht je hevig naar getekende personages. Dat komt niet zozeer door Jack Wouterse, die de alleenstaande Vader Stamper neerzet als een goedgeluimde lobbes die dol is op frieten bakken, en ook niet door de abominabele pruiken waarmee de aso-familie is opgezadeld. Het is zelfs niet alleen de schuld van de kinderen Stamper, die zijn geregisseerd alsof ze een amateuristisch potje kluitjesvoetbal moesten spelen.

Aan respect en liefde voor Fiep Westendorps bonte verbeeldingswereld heeft het in de vormgeving zichtbaar niet ontbroken. De minirotonde voor de vrolijke Petteflet belichaamt de kneuterigheid van een burgerlijk Holland dat zich ooit onschuldig waande. De door nieuwbouwplannen bedreigde Torteltuin is een charmante plek, waar door pluizige poppen gespeelde dieren een appèl doen op de vindingrijkheid van de behulpzame Pluk. Daarnaast bewijst Tamara Bos als scenariste opnieuw dat de speelse eenvoud van Schmidts taal bij haar in de juiste handen is.

Regelzucht
Wat deze film mist is een warm kloppend hart. Eigenlijk zou dat Pluk zelf moeten zijn, die in Schmidts boek uit de verf kwam als een tamelijk onverschrokken kereltje, dat met dieren kan praten en met een open vizier de onzinnige regelzucht van volwassenen tart. Het regisseursduo Ben Sombogaart en Pieter van Rijn coachte de negenjarige Pluk-vertolker Janieck van de Polder heel wat beter dan de Stampertjes. Van den Polder beweegt zich spontaan en naturel voor de camera, maar het gevoel dat je zit te kijken naar een modern kind dat rond mag tuffen in een uit zijn kluiten gewassen speeldgoedkraanwagen verdwijnt geen moment.

Na het zien van deze Pluk moet je constateren dat een acterend kind niet in staat is om dit personage geloofwaardig gestalte te geven. Het gaat helaas ten koste van alles wat wel geslaagd is aan de film.

Fraai is het naar griezelfilms knipogende optreden van de Heen- en weerwolf, een onfortuinlijke pontbaas die niet snapt dat zijn naam potentiële klanten afschrikt. Typetjesfabriek Arjan Ederveen excelleert in de dubbelrol van de vriendelijke kruidenier Meneer Pen, en diens totaal uitgeflipte hippiebroer de Kluizelaar. Op dit soort momenten komt de magische wereld van Schmidts boek heel even tot leven voor de volwassen toeschouwer. Het valt voor de makers te hopen dat kinderen er in blijven geloven wanneer Pluk en de Stampertjes weer het beeld inschuiven.