Cannes 2025: Gaza
Het verboden woord

Put Your Soul on Your Hand and Walk
Twee films over Gaza dwingen Cannes het onderwerp eindelijk onder ogen te zien. Vooral omdat fotojournalist Fatma Hassona, de hoofdpersoon in een door ACID geselecteerde documentaire, in de tussentijd door een Israëlische bom is vermoord. Maar het woord ‘Israël’ gaat het festival nog altijd uit de weg.
Op de openingsavond van het festival sprak juryvoorzitter Juliette Binoche, gekleed in een witte zijden jurk die met zijn losjes gedrapeerde kap naar een hoofddoek leek te verwijzen, over de Palestijnse fotojournalist Fatma Hassona, het onderwerp van Sepideh Farsi’s Put Your Soul on Your Hand and Walk, die nadat hun documentaire voor Cannes was geselecteerd werd vermoord door een gerichte aanval van het Israëlische leger.
“Op de ochtend van 16 april”, vertelde Binoche, “werden de 25-jarige fotojournalist Fatma Hassona en tien van haar naasten in Gaza gedood toen een bom hun huis trof. Ze had eerder geschreven: ‘De dood ging door me heen. De kogel van de schutter doorboorde me en ik werd een engel.’ De dag voor haar dood had ze gehoord dat de film waarin ze figureerde was geselecteerd om hier vertoond te worden, op het filmfestival van Cannes. Fatma had vanavond bij ons moeten zijn.”
Waar het festival eerder nog (na de controverses rond het onderwerp op IDFA en de festivals van Toronto en vooral Berlijn) Gaza van de eigen agenda had weten te houden – en men zijn toevlucht moest nemen tot gewiekste trucs om de Palestijnen toch vanaf het festival een hart onder de riem te steken – had het nu een ereplaats gekregen op de openingsavond.
Maar let op die woordkeuze: ‘een bom’ die haar huis had ‘getroffen’ (“un missile qui a frappé leur maison”).
Doelwit
Een dag eerder was een open brief verschenen in Variety, ondertekend door bijna vierhonderd filmmakers en acteurs onder wie Joaquin Phoenix, Guillermo del Toro, Ralph Fiennes, Alice Rohrwacher, Yorgos Lanthimos, Javier Bardem en ook Carice van Houten en Hany Abu-Assad. Die brief stelt: “[Fatma Hassona] was het doelwit van (‘was targeted by’) het Israëlische leger op 16 april 2025. […] Sinds de gruwelijke massamoord van 7 oktober 2023 kreeg geen enkele buitenlandse journalist nog toestemming Gaza binnen te gaan. Het Israëlische leger valt gericht burgers aan. Meer dan tweehonderd journalisten zijn opzettelijk gedood. Schrijvers, filmmakers en kunstenaars worden op brute wijze vermoord. […] Als kunstenaars met culturele invloed kunnen we niet zwijgen terwijl er een genocide plaatsvindt in Gaza.”
Juliette Binoche had haar handtekening eerst niet onder de open brief gezet en op vragen daarover op de jurypersconferentie in Cannes cryptisch gereageerd met: “Ik kan daarop niet antwoorden. Maar binnenkort begrijp je het misschien.”
Na de openingsavond tekende Binoche alsnog. De meest voor de hand liggende verklaring lijkt dat het festival haar had verzocht ermee te wachten. Zodat hun jurypresident op de openingsavond niet in verband kon worden gebracht met een rechtstreeks verwijt aan Israël. Zoals eerder ‘Gaza’ een verboden woord was op de openingsavond, is dat nu ‘Israël’.
Ook het eerbetoon dat Cannes eerder had gepubliceerd over Fatma Hassona stelde dat ze was “gedood door een raket die hun huis geraakt had” (“killed by a missile that hit their home”). En dat terwijl regisseur Sepideh Farsi in haar tekst voor de website van het programmaonderdeel ACID onverbloemd schreef over “de moordaanslag op Fatma op 16 april 2025, door een Israëlische aanval op haar huis” en ook de programmeurs van ACID zelf – die kennelijk niet bij de festivalleiding aan het lijntje lopen – schreven dat “een Israëlische raket gericht op haar huis was afgevuurd” vanwege “een genocidale politiek die moet worden gestopt en waarvoor de extreemrechtse Israëlische regering verantwoordelijk moet worden gehouden.”
In die context bezien is wat een mooi eerbetoon leek op de openingsavond uiteindelijk toch een vrij laffe verklaring, die weliswaar het leed van de inwoners van Gaza eindelijk erkende – nu het dan echt niet anders meer kon – maar tegelijk Israël zo min mogelijk voor het hoofd wilde stoten. Een ‘gerichte Israëlische moordaanslag op een journalist’ klinkt toch anders dan een journalist die de pech had in een huis te zitten dat door ‘een bom werd geraakt’ – alsof het een enorme hagelsteen was die nu eenmaal uit de lucht viel.
De zwakte een kracht
Maar Put Your Soul on Your Hand and Walk is niet alleen een internationaal fenomeen, het is ook een film. En als cinema kan Farsi’s documentaire het gewicht van alle aandacht dragen. De Iraanse Farsi heeft gekozen voor een eenvoudige, maar niet voor de hand liggende benadering: naast enkele fragmenten uit nieuwsprogramma’s en collages van Fatma Hassona’s krachtige foto’s (waarvan het Majestic Hotel in Cannes een selectie tentoonstelt) bestaat zo’n tachtig procent van haar documentaire uit het filmen, met haar mobieltje, van het scherm van een ander, vastgezet mobieltje, waarmee ze Hassona videobelt. Op deze manier blijft Farsi altijd even aanwezig als Hassona zelf – doordat ze in het beeldscherm verschijnt, weerspiegeld of in een kadertje, en door de beweeglijkheid van haar camera. Die ze soms opeens opzij richt, als haar kat weer eens miauwend vraagt om binnengelaten te worden.
De haperende internetverbinding, waardoor woorden wegvallen uit Hassona’s zinnen en het beeld vaak bevriest of helemaal verdwijnt, lijkt een zwakte van de documentaire, maar blijkt gaandeweg een kracht. De frustratie over dat falende contact, dat onvermogen om Hassona te bereiken, is precies waar het om gaat. En is ook precies de reden dat Hassona, elke keer als het wel lukt, zo stralend lacht.
Het is die brede glimlach die de kijker na afloop van de film waarschijnlijk het sterkst zal bijblijven. Niet de vernietiging als Hassona uit het raam filmt, niet de gesprekken over politiek, hoop en wanhoop, zelfs niet Hassona’s groeiende moedeloosheid als honger en uitputting haar steeds meer verzwakken. Maar haar lach, die zelfs dan telkens terugkeert. Breeduit, van oor tot oor, elke keer weer oprecht blij om Farsi te zien. Je zou kunnen denken dat het pijnlijk voor haar is dat de veel reizende Farsi haar videobelt vanuit Cairo, Parijs, Montreal, Annecy, Zagreb en Athene. Maar Hassona lacht alleen maar en roept enthousiast: “Dit leven! Ik wil dit leven! Jij vliegt overal naartoe!” In de kennelijke overtuiging dat dit ooit ook haar deel zal zijn.
Maar hoewel Fatma Hassona Gaza nooit heeft kunnen verlaten, heeft haar werk dat wel gedaan – de moord op haar heeft het omgekeerde effect gehad: het heeft haar niet tot zwijgen gebracht, maar haar boodschap wereldwijd doen klinken.
Dit gaat voorbij
Er draait in Cannes ook nog een speelfilm over Gaza, gemaakt door twee in Gaza geboren regisseurs, tweelingbroers, maar opgenomen in Jordanië – dat in het verhaal voor Gaza doorgaat. Nadat ze met Gaza mon amour (2020) al eens leentjebuur hadden gespeeld bij een beroemde filmtitel, komen Arab en Tarzan Nasser (of de ‘Nasser Brothers’, zoals ze op de aftiteling staan) nu met Once Upon a Time in Gaza.

Geselecteerd voor Un Certain Regard (de Tweede Divisie van de hoofdcompetitie van Cannes) toont Once Upon a Time in Gaza een vrijmoedige, maar ook wat uitgesponnen blik op het dagelijks leven in Gaza van 2007 tot 2009 (al begint de film met Trumps recente vastgoedplannen voor Gaza als “de Rivièra van het Midden-Oosten”), waarbij ik vermoed dat meer scènes als zwarte humor bedoeld waren dan bij mij binnenkwamen. Het verhaal draait om een sullige student die een lift krijgt van een grofgebekte, kleinschalige drugsdealer met een hart van goud en gaandeweg de film verandert van een bescheten jongeman in een bittere wraakengel.
Maar de Nassers geven er een originele draai aan: de verharding van de student begint bij toeval – hij lijkt sterk op een beroemde Palestijnse martelaar en wordt daarom voor een film gecast, ondanks een totaal gebrek aan acteerervaring. En de vijand waartegen hij uiteindelijk in verzet komt is niet Israël – al zijn de bezetting en de bijbehorende problemen voortdurend aanwezig – maar een corrupte politieagent van Hamas. Als onze held ’s nachts in bed ligt en zijn gezicht oplicht door het zoveelste Israëlische bombardement, knippert hij niet eens met zijn ogen. Zo is het leven nu eenmaal. Maar dat die corrupte agent zijn vriend ertussen heeft genomen, dat laat hem niet meer los.
Die kritiek op Hamas, ook onder voortdurende Israëlische bombardementen, verbindt Once Upon a Time in Gaza met Put Your Soul on Your Hand and Walk (waarin Fatma Hassona zich kritisch uitlaat over de nieuwe Hamas-leider Yahya Sinwar) en mag zeker in tijden van genocide opmerkelijk genoemd worden. En wanneer Once Upon a Time in Gaza in plaats van met ‘The End’ eindigt met ‘It will end’, roept dat ook de woorden van Fatma Hassona in herinnering: “We zeiden vroeger altijd tegen onszelf: fatra o beta’addi. Wat betekent: deze tijd gaat voorbij. Daar geloof ik in, dus ik geloof dat ook dit voorbij zal gaan.”