Westerlingen in den vreemde

Verzwolgen door de tropen

Professione: reporter

In Claire Denis’ broeierige Stars at Noon raakt een Amerikaanse journalist verstrikt in een door onlusten geteisterd Nicaragua. Films over westerlingen die op exotische plekken stuiten op complotten, zijn bijna een genre op zich.

Het regenseizoen is begonnen in Nicaragua. De straten van de hoofdstad Managua zijn in Stars at Noon doorweekt en uitgestorven. Dat laatste komt misschien ook omdat de film zich afspeelt tijdens de piek van de covid-pandemie. Een jonge vrouw dwaalt door de Midden-Amerikaanse metropool, terwijl onder de beelden jazzy muziek klinkt die niet zou misstaan in een film noir. Wanneer ze een lunchroom binnenwandelt, krijgt ze te horen dat er vandaag geen vlees bij de gerechten wordt geserveerd. Ook de cola is op, ze moet het doen met Sprite. De Amerikaanse journalist Thrish Johnson (Margaret Qualley) neemt er noodgedwongen genoegen mee.

Johnson zit door een ongelukkige samenkomst van omstandigheden vast in het land, waar een bloederige bestuurscrisis is uitgebroken. Ze schreef voor een Amerikaans tijdschrift een stuk over clandestiene executies en werd daarvoor direct gestraft: haar paspoort werd ingenomen. Ze houdt zichzelf in leven door op haar motelkamer tegen betaling en in ruil voor bescherming seks te hebben met invloedrijke ambtenaren. Totdat ze op een dag in een bar de Brit Daniel DeHaven (Joe Alwyn) ontmoet. Hij zegt voor een oliebedrijf te werken, maar Johnson vermoedt dat het anders zit. Gaandeweg ontpopt de journalist zich tot een eigentijdse femme fatale, die DeHaven om haar vinger weet te winden.

Gladde sociopaten
Stars at Noon is gebaseerd op de roman The Stars at Noon van Denis Johnson uit 1984. Dat boek speelt zich af in het Nicaragua van 1984, waar de socialistische sandinisten net enkele jaren de macht in handen hebben. Claire Denis trekt dat verhaal in haar nieuwste film naar het heden. De premisse van boek en film doet onmiskenbaar denken aan The Quiet American, de roemruchte roman van Graham Greene over een Britse journalist die aan de vooravond van de Vietnam-oorlog verslag probeert te doen van de wijze waarop de Amerikanen tijdens de Franse bezetting in Vietnam de macht naar zich toe proberen te trekken.

The Quiet American

Greene’s boek werd twee keer verfilmd en de versie uit 2002, geregisseerd door Phillip Noyce, bevat een paar eigenaardige overeenkomsten met Stars at Noon. Zo ontstaat er in The Quiet American een liefdesdriehoek tussen bovengenoemde journalist (Michael Caine), een mysterieuze CIA-agent (Brendan Fraser) en een Vietnamese vrouw (Đỗ Thị Hải Yến). In de derde akte van Denis’ nieuwste film dient zich eveneens een gladde CIA’er aan (gespeeld door Benny Safdie), die praat in acroniemen en als twee druppels water lijkt op Frasers personage. Beide acteurs spelen sociopaten die nog liever hebben dat het land waarin ze werkzaam zijn implodeert, dan dat hun ideologische concurrenten winnen.

Wit tropenpak
Het is dan ook niet zonder reden dat Johnson aan het begin van de film al tegen DeHaven zegt: “Eens zien hoe snel je wordt verzwolgen door de tropen.” En terwijl haar eigen overlevingskansen slinken, moet ze tegen het einde van de film haar lover uitleggen dat zijn keuze om een wit kostuum te dragen tijdens een nachtelijke vluchtpoging naar Costa Rica geen goed idee is. Mogelijke vijanden zullen hem in de boot waarop ze afvaren direct herkennen. Hij kan beter een zwarte doek om zich heen wikkelen, maant ze hem.

Fitzcarraldo

Het witte tropenpak van DeHaven roept herinneringen op aan de outfit van Klaus Kinski in Fitzcarraldo (1982). In Werner Herzogs klassieker is het in het wit uitgedoste titelpersonage juist het lichtpuntje in de duisternis. In de pikdonkere openingsscène komt hij in het Peruaanse Amazonegebied met zijn minnaar Molly (Claudia Cardinale) het beeld ingevaren in een pietluttig vaartuigje. Fitzcarraldo heeft grootste plannen, hij wil als het moet “bergen verplaatsen” om zijn ambitie te realiseren: een operatheater bouwen in het afgelegen Peruaanse Iquitos. Maar hij bevindt zich wel, zoals de openingstitels vermelden, ‘in een land waar god zijn creatie nooit vervolmaakte’. In deze strijd van cultuur versus natuur stuit Fitzcarraldo voortdurend op obstakels. Zijn kapitein Orinoco Paul (Paul Hittscher) waarschuwt hier al voor: “De jungle speelt trucjes met je zintuigen.”

Fitzcarraldo’s onderneming oogt vanaf het prille begin als onbegonnen werk. Hij is als een virus in een lichaam dat hem probeert af te stoten. Net zoals Johnson in Stars at Noon, een jonge vrouw met oeverloze aspiraties die in het Nicaragua van nu niets heeft aan haar wilskracht. Een interessant verschil tussen de twee avonturiers is dat Fitzcarraldo duidelijk voor ogen heeft waar hij naartoe wil, terwijl Johnsons motivaties door Denis nooit helemaal worden uiteengezet. Ja, de journalist wil uiteindelijk het land ontvluchten, maar ze maakt er aanvankelijk weinig haast mee.

Stars at Noon

Zwetend op hotelkamer
Soms lijkt het alsof Johnson de misère en spanning prettig vindt. Zo is te zien hoe ze met criminelen probeert haar cordoba’s (de lokale munt in Nicaragua) te ruilen voor dollars. Op een markt schudden zij en DeHaven tijdens een zoektocht naar shampoo een politieagent af. En tijdens een machinale vrijpartij met een legerofficier merkt ze cynisch en uitdagend op dat de rebellen “vroeger een stuk sexier” waren. Qualley geeft met verve gestalte aan een vrouw die steevast precies het tegenovergestelde doet van wat normale stervelingen zouden doen. Dat is gedrag dat we kennen van femmes fatales, hoewel de Amerikaanse journalist ook doet denken aan haar beroemde gefictionaliseerde vakgenoot: David Locke (Jack Nicholson) uit Professione: reporter (1975).

Stars at Noon is met z’n broeierige sfeer, lijzige verteltempo en enigmatische hoofdpersoon misschien wel het meest schatplichtig aan die spionnenthriller van Michelangelo Antonioni. In Professione: reporter reist oorlogsjournalist Locke voor zijn werk naar het door een burgeroorlog getroffen Tsjaad. Daar neemt hij, zonder duidelijke drijfveer, de identiteit aan van een onverwachts gestorven wapenhandelaar. Misschien is Locke het zat om altijd maar de passant te zijn, de witte man die in den vreemde overduidelijk uit de toon valt. Misschien wil hij een spannende draai geven aan zijn leven. Antonioni filmt een zwetende Nicholson terwijl hij op zijn hotelkamer dingen doet die het daglicht niet verdragen.

Godvergeten gat
Net zoals Locke is Johnson in Stars at Noon voortdurend stiekem bezig. Tot overmaat van ramp ontbreekt het beiden in hun hotelkamers ook nog eens aan airconditioning. Locke noemt zijn verblijfplaats op een gegeven moment “een godvergeten gat”; Johnson bekent dat ze Nicaragua zat is en hoopt dat Amerikaanse tanks de boel snel zullen komen platbombarderen. Het gebrek aan verkoeling doet iets met deze personages en dat kan niet goed aflopen. Antonioni laat het verhaal eindigen met twee legendarische tracking shots in en om het hotel in Andalusië waar Locke aan het einde van de film is neergestreken.

Zelfs op een plek waar je je veilig waant is je leven niet zeker, zoveel is duidelijk. Johnson heeft in Stars at Noon toestemming om in een motel te verblijven omdat een minister haar de hand boven het hoofd houdt. Als kijker vraag je je geleidelijk aan af: is ze nu een echte journalist of een labiele durfal? Een naïeve koloniaal of een onvervalste idealist? Misschien was ze vanaf de eerste minuut al verzwolgen door de tropen. Johnson zit vast in een moeras van gekonkel. Ze is verblind door haar eigen onvermogen. Een mooi citaat van Graham Greene uit The Quiet American spreekt boekdelen: “Als je naar een woestijn vlucht, dan schreeuwt de stilte je in het oor.”