Special: Neue Berliner Schule

Auf der anderen Seite... van de Duitse film

YELLA

Het Goethe Instituut, filmtheater Rialto, het Duitsland Instituut Amsterdam en de Filmkrant presenteren gezamenlijk een programma rond de Neue Berliner Schule, met films die Nederland nog zelden bereikten maar in onze ogen behoren tot het meest toonaangevende wat er de afgelopen jaren in Duitsland is gemaakt.

De Duitse film is hot. Publieksfilms als Good Bye, Lenin!, Sophie Scholl – Die letzten Tage, Der Untergang en Das Leben der Anderen staan wekenlang bovenaan de bioscoop Top 10, winnen Golden Globes en Oscars (of op z’n minst nominaties), kortom: de filmische verwerking van het Duitse verleden (Tweede Wereldoorlog, DDR- en Stasi-tijd) maakt een zegetocht over de wereld. Ook een veel ruigere en hedendaagsere film als Gegen die Wand van Fatih Akin kon nadat hij in Berlijn met een Gouden Beer was bekroond niet meer stuk.

Maar er is ook nog een andere Duitse film, en die wordt nog veel te weinig vertoond, enkele uitzonderingen op het festival Film | Spiegel en het Filmfestival Rotterdam daargelaten. Reden voor het Goethe Instituut, filmtheater Rialto, het Duitsland Instituut Amsterdam en de Filmkrant om gezamenlijk een programma samen te stellen met films die in onze ogen behoren tot het meest toonaangevende wat er de afgelopen jaren in Duitsland is gemaakt.

We staan daarin niet alleen. De films die we hebben uitgekozen behoren tot de zogenaamde Berliner Schule, die een jaar of vijf geleden internationaal doorbrak toen Franse kranten en tijdschriften naar aanleiding van de film Milchwald van Christoph Hochhäusler plotseling schreven over een ‘Nouvelle Vague Allemande’. En opeens bleek er een nieuwe generatie filmmakers opgestaan, waarvan de meeste al een tijdje aan het werk waren en waarvan de harde kern werd gevormd door de Berlijners Thomas Arslan, Christian Petzold en Angela Schanelec, alledrie gelijktijdig opgeleid aan de Deutsche Film und Fernsehakademie Berlin.

Hun films zijn net als hun Franse voorlopers van de echte Nouvelle Vague een reactie op een ‘cinéma de papa’ , al zijn niet Jean-Luc Godard en François Truffaut hun grote voorbeelden, maar eerder Robert Bresson, om zijn werk met amateuracteurs, en Philippe Garrel, om zijn filmische worsteling met de opkomst van de nieuwe bohémien-burgerij in Frankrijk. De films van de Berliner Schule zijn streng en sober, ze richten zich op de tragische kaalheid van het alledaagse, op mensen die vervreemd dreigen te raken van hun eigen emoties en hun eigen omgeving. Het zijn films die ons adembenemend secuur laten zien hoe het leven voorbijgaat, langzaam soms en saai. Maar oh wat is dat spannend om te zien, want die ogenschijnlijke realiteit wordt ondermijnd door een dreiging die groter is dan de personages. Het is de anonieme welvaartsmaatschappij die zichzelf ondergraaft, het failliet van taal, het einde van de communicatie.

Net zoals de (toneel)schrijvers van existentialisme en absurdisme na de Tweede Wereldoorlog deden, belicht de Berliner Schule de stand van zaken in een posthistorische wereld waar de kilte van de Koude Oorlog nog niet is opgetrokken. En we zouden deze filmische ervaring natuurlijk niet van harte bij u aanbevelen als die beelden niet ook in hoge mate zouden bijdragen aan filmische bevrijding.


Artikelen in deze special:

The Dutch Connection: Nouvelle Vague Allemande Neerlandaise, Dana Linssen
On the road: Vakantie als schrikbeeld, Karin Wolfs
Interview: Thomas Arslan over Ferien, Dana Linssen
Interview: Christian Petzold over Yella, Karin Wolfs

Films in het programma: Ferien, Yella, Nachmittag, Sehnsucht, Gespenster, Schläfer