Sehnsucht

Onbehagen

Sehnsucht

Veel van de personages in de films van de Neue Berliner Schule zijn voortdurend onderweg. Naar hun werk, op vakantie, of zomaar on the road. Vaak in het achterland tussen Berlijn en de Poolse grens. Het nieuwe niemandsland als decor voor ontheemding.

Waar verlangen ze naar? Waar hunkeren ze naar? De man en de vrouw die zo, oh zo gelukkig met elkaar zijn, dat ze wel voor elkaar willen sterven. Dat ze gewoonweg met elkaar kunnen zingen: "Ich möchte ein Eisbär sein, im kalten Polar, dann müsste ich nicht mehr schreien, alles wär so klar."

Maar zo simpel is het niet in de tweede bioscoopfilm van Valeska Grisebach (Bremen, 1968). Haar Mein Stern draaide in 2002 op het IFFR, maar Sehnsucht is nu pas voor het eerst in Nederland te zien. Hoe diepgevroren de meeste mensen hun emotionele leven ook beleven, er komt dat moment dat iets je voorgeprogrammeerde patronen in de war schopt. Dat Markus zich niet meer in de armen van Ella bevindt maar in die van Rose.

Zo bijna onverschillig dat het pijn doet tekent Grisebach in Sehnsucht een landkaart van verlangen en onbehagen. Met amateuracteurs en locaties en situaties die zo zorgvuldig geresearched zijn dat het wel een documentaire lijkt, trekt Sehnsucht een flinterdun vliesje over de werkelijkheid. De briljante slotscène zet alles in het juiste perspectief. Of beter gezegd: in het verkeerde. Een ding is duidelijk: het leven is niet tot een verhaal te reduceren.

Sehnsucht was in Duitsland inzet van een debat over de vraag of critici dit soort films wel mogen steunen als er maar weinig mensen naar gaan kijken. Ga maar gewoon kijken. Dat wordt beloond.