Ferien
Schaduwbos
Veel van de personages in de films van de Neue Berliner Schule zijn voortdurend onderweg. Naar hun werk, op vakantie, of zomaar on the road. Vaak in het achterland tussen Berlijn en de Poolse grens. Het nieuwe niemandsland als decor voor ontheemding.
"Gek hoe dat gaat", zegt Sophie tegen haar zus. "Eerst verheug je je erop iedereen terug te zien, en dan…" Ze maakt haar zin niet af. Dat hoeft ook niet, want wat er ‘dan’ gebeurt, staat nou juist centraal in Thomas Arslans film Ferien, over een familie die zich nog één keer in een buitenhuis verzamelt om de zomervakantie door te brengen.
Sophie is de laatste die arriveert. Het huis is van haar moeder Anna, die er woont met haar tweede man Robert en hun zoon Max. De alleenstaande Sophie en haar zus Laura, die met haar gezin is gekomen, zijn kinderen uit een vorig huwelijk. Tot slot zijn er ook nog de grootmoeder en het vriendinnetje van Max.
Naarmate de vier generaties omspannende familie zich beter laat kennen komt aan het licht dat praktisch iedereen er eigenlijk naar verlangt ergens anders te zijn. Arslan zet zijn personages bijna steevast in de schaduw, filmt een dicht bebladerd bos waar de zon maar niet tussen de takken doorkomt. Nooit zijn de familieleden echt samen; steeds ontbreekt er wel iets of iemand in de schilderachtige tableaus.
Doordat Arslan zijn personages van een afstand observeert, laat hij de kijker de verwijdering tussen de familieleden voelen. Allemaal zijn ze zich er op de een of andere manier van bewust hoe de tijd verstrijkt en alles verandert. Arslan geeft de vergankelijkheid een gezicht door de wind te filmen die door de bomen en het lange gras waait. Alleen Laura’s jonge kinderen spelen nog onbekommerd in de paradijselijke tuin. De rest is in gedachten al vertrokken.