Ladygazing #3

De vrouwenbende

The Kitchen

In wat voor soort rollen worden vrouwen zoal opgevoerd? Is ze een stereotype of een rolmodel? In de reeks Ladygazing plaatst Basje Boer recente vrouwenrollen in perspectief. Dit keer: de vrouwenbende uit The Kitchen. 

Waarom kiest een man voor een leven in de misdaad? Wat zijn de gevolgen? Gaat hij aan wroeging ten onder? Of verliest hij zich in de criminaliteit? Wat zeggen zijn misdaden over hem als mens? Als man? De voorbeelden van films over bendes, en de mannen die er deel van uitmaken, zijn talloos. Vrouwelijke misdadigers zien we minder vaak, laat staan hele bendes die uit vrouwen bestaan, of zelfs maar een groepje vrouwen dat een misdaad pleegt. Maar áls ze te zien zijn, worden vrouwelijke criminelen dan anders verbeeld dan hun mannelijke collega’s? 

The Kitchen, het regiedebuut van scenarioschrijver Andrea Berloff, voert drie vrouwelijke gangsters op in het New York van de late jaren zeventig. In de wijk Hell’s Kitchen draaien drie kopstukken van de Ierse maffia onverwacht de bak in. Tegen de zin van de bende in nemen hun echtgenotes de zaken over. Kathy (Melissa McCarthy), Ruby (Tiffany Haddish) en Claire (Elisabeth Moss) blijken geschikter voor het vak dan hun mannelijke collega’s. Dat ze hun leven lang door mannen zijn geschoffeerd, onderschat, onderdrukt en mishandeld maakt ze feller en gepassioneerder dan wie dan ook. En dan zien ze er ook nog eens leuk uit.

Romantiek
Weinig filmmakers hebben het genre van de gangsterfilm zo slim naar hun hand gezet als Martin Scorsese. In films als Mean Streets (1973), Goodfellas (1990) en The Departed (2006) gebruikte Scorsese de georganiseerde misdaad om het thema aan te snijden dat als een rode draad door heel zijn oeuvre loopt: toxic masculinity. Scorseses gangsters bieden tegen elkaar op als haantjes. Ze bluffen, proberen mee te doen met de big boys en gaan onherroepelijk op hun smoel. Het door de Ierse maffia gedomineerde Boston in The Departed, het gecorrumpeerde Las Vegas in Casino (1995), de Italiaans-Amerikaanse maffia in het New York en New Jersey van weleer in Goodfellas: de werelden die Scorsese schetst zijn ontegenzeggelijk aantrekkelijk. Samen met de hoofdpersonen word je verleid door de macht, het geld en de glamour. Maar juist door misdaad enerzijds te verheerlijken en anderzijds in al zijn wreedheid te laten zien komt Scorsese dicht bij de waarheid. 

Hadden Scorseses gangsters ook vrouwen kunnen zijn? In theorie misschien. Natuurlijk, ook vrouwen zijn gevoelig voor de romantiek en opwinding van a life of crime. Maar was Henry Hill, de gangster uit Goodfellas, een vrouw geweest, dan was hij een veel oppervlakkiger personage geweest, in een veel oppervlakkigere film. Het personage Hill is nauw vervlochten met Scorseses ideeën over wat het betekent om een man te zijn onder macho’s, om onder druk te staan om stoer te zijn, om een tough guy te zijn, een wiseguy. Maak je van Hill een vrouw, dan verliest Goodfellas aan betekenis.

Boksbal
Hoe zit dat met The Kitchen? Hadden de vrouwelijke hoofdpersonages ook mannen kunnen zijn? Kathy is de zachtaardigste van het drietal. Ze is de enige die kinderen heeft, en tevens de enige die oprecht van haar echtgenoot houdt. Claire is de zwakste, de naïeveling. Doodsbang is ze voor haar agressieve man. En Ruby, die in eerste instantie geen uitgesproken persoonlijkheid lijkt te hebben, blijkt de meest geharde van het stel. Als zwarte vrouw tussen de Ieren heeft ze zich al die jaren niet alleen tegen seksisme moeten verdedigen, maar ook tegen racisme. Voor alle drie geldt dat hun persoonlijkheid zich vooral aftekent tegen hun omgeving. Waar Scorseses gangsters altijd handelen vanuit interne motieven, daar reageren de vrouwen uit The Kitchen vooral op wat hen overkomt. Hoe bad ass ze ook zijn, ze zijn in die zin passiever dan Scorseses antihelden. 

Op verschillende momenten wordt duidelijk gemaakt waarom deze drie vrouwen voor de misdaad kiezen: Kathy kan geen werk vinden omdat ze kinderen heeft; Ruby werd mishandeld door haar moeder; Claire weigert om nog langer een boksbal te zijn, over zich heen te laten lopen, of op straat in één adem te worden nagefloten en voor kutwijf te worden uitgemaakt. Alle drie zijn ze in de val van het huwelijk gelopen, wat betekent dat ze, nu het erop aankomt, niet in staat zijn om op eigen benen te staan. Kortom, ze hebben zo hun redenen om de gangster uit te hangen, en die redenen zijn niet alleen valide, ze zijn ronduit schrijnend. Maar hoezeer regisseur Berloff ook haar best doet om het gedrag van de vrouwen uit te leggen, daarmee maakt ze het nog niet invoelbaar. Daarmee kun je je nog niet in ze inleven.

Plezier
Ook Quentin Tarantino laat zijn films graag afspelen in de wereld van de georganiseerde misdaad, waar hij zijn gangsters oeverloos laat ouwehoeren over popcultuur. In tegenstelling tot Scorsese geeft Tarantino de hoofdrol daarbij nog wel eens aan een vrouwelijke misdadiger, met als bekendste voorbeelden ‘The Bride’ uit het tweeluik Kill Bill (2003/2004) en de titelfiguur uit Jackie Brown (1997). Beide vrouwen zijn in wezen sterk, slim en taai, maar Tarantino toont ze precies op het moment dat ze op hun kwetsbaarst zijn. Juist daardoor is het zo eenvoudig om met ze mee te leven, en om te begrijpen waarom ze hun keuzes maken.

In Death Proof (2007) gunt Tarantino zijn vrouwelijke hoofdpersonen zelfs een complete posse. Deze vrouwen zijn geen misdadigers, en al helemaal geen gangsters, maar hij laat ze wel een misdaad plegen. Ook hun geweldsdaad is een reactie op wat hen is aangedaan, maar waarin deze film verschilt van The Kitchen, en wat hem ook zo goed maakt, is het onvervalste plezier dat de vrouwen aan hun wraak beleven. Het plezier slaat niet alleen over op de kijker, het maakt het verhaal complex. Het roept vragen op. Vind je hun misdaad rechtvaardig? Mag je het recht in eigen handen nemen? En zo ja, betekent dat dat de wet tekortschiet? Net als Scorsese laat Tarantino zien hoe rommelig en complex misdaad kan zijn; hij toont zowel de lekkere als de gitzwarte kant ervan. En zijn vrouwen? Hij laat zien hoe vrouwen geconfronteerd worden met geweld en misogynie, maar hij zet er ook iets tegenover: vriendschap, lol, levensvreugde. Deze vrouwen worden in geen enkel opzicht gedefinieerd door mannen, of door de daden van mannen.

Persoonlijkheid
Het meest prikkelende thema dat The Kitchen aanstipt, is de tegenstelling tussen kwetsbaarheid en kracht. Wat betekent het om zacht te zijn? Of hard? Na een incident belooft Claire zichzelf dat ze nooit meer zwak zal zijn. Van Ruby komen we te weten dat haar moeder haar heel bewust hard heeft gemaakt, dat alle kwetsbaarheid eruit is geslagen. En Kathy, de meest empathische van de drie, zal uiteindelijk leren dat die eigenschap zowel een kracht is als een zwakte. 

In haar film over vrouwen in een mannenwereld roept Berloff de vraag op wat harde en wat zachte eigenschappen precies zijn, om vervolgens niets interessants met die kwestie te doen, zoals ook de ontwikkelingen die de vrouwen doormaken eenduidig en clichématig zijn. Dat macht corrumpeert, wisten we al. En dat een geslagen hond uiteindelijk zal bijten, ligt ook voor de hand. Het zijn algemeenheden die niets zeggen over wie deze vrouwen zijn, of over wat hun daden voor hen betekenen. Vrouwelijke personages die zich ophouden in een gangstermilieu zullen zich op de een of andere manier tot mannen moeten verhouden, dat begrijp ik. Maar dat ze daarnaast ook een persoonlijkheid hebben, die helemaal los staat van de mannen om hen heen, dat is iets wat Tarantino wel begrijpt, en Berloff helaas niet.