Downton Abbey

Innemend sprookje voor fans én newbees

Downtown Abbey

Voor de filmversie van Downton Abbey trekken de makers alles uit de kast: royalty, grote parades, extra tafelzilver, droneshots en een enorm hoog feelgood-gehalte dat de paar zwakke plekken doet verbleken.

Het eigenzinnige upstairs/downstairs kostuumdrama Downton Abbey (2010-15) betoverde zes seizoenen lang wereldwijd miljoenen kijkers en sleepte 3 Golden Globes, 15 Emmy’s en 69 Emmy-nominaties in de wacht. Niet verwonderlijk dat bedenker en schrijver Julian Fellowes zich even achter z’n oren krabde toen hij vernam dat de producenten en castleden droomden over een filmversie. Want een succesvolle serie naar het witte doek vertalen, is een riskant project (Sex and the City, kuch… Entourage, kuch kuch…). Zie die enorme groep drukbezette acteurs, onder wie Maggie Smith, Hugh Bonneville en Michelle Dockery, maar eens opnieuw bij elkaar te krijgen. En belangrijker nog: een boeiend scenario te schrijven dat boven het niveau van een gezellige extra aflevering uitstijgt én een bioscooppubliek weet te vermaken.

Fellowes wist blijkbaar nog wat konijnen uit z’n top hat te voorschijn te toveren. Het vermakelijke filmsprookje Downton Abbey gaat verder waar de serie ophield en draait om een bezoek van de Engelse koning en koningin aan het landgoed van de Crawleys. Een groots gebeuren, dat zowel het adellijke gezin als hun personeel in rep en roer brengt en meteen logisch verklaart waarom alle oude personages terugkeren. Zelfs de gepensioneerde butler der butlers Carson (Jim Carter) maakt zijn opwachting. All hands on deck! Fellowes en regisseur Michael Engler ontkomen niet aan het verplichte introductienummer hier en daar, want nieuwe kijkers mogen natuurlijk niet verdwalen. Maar ze beperken die gelukkig tot een minimum.

Dat geldt niet voor het grote aantal subplots en nieuwe gezichten. Met als bijkomend effect dat de – niet altijd even geloofwaardige – gebeurtenissen in sneltreinvaart langsrazen en niet alle personages de tijd krijgen die ze verdienen. Maar juist daar schuilt dan weer Fellowes’ kracht – aangevuld door de ijzersterke performances van de cast, of course: ieder personage imponeert en schittert. Of ze nu de ene na de andere scherpe oneliner opdienen (“I never argue, I explain.”) of slechts een warme glimlach serveren. En personages die aanvankelijk overbodig lijken, blijken verderop in het verhaal toch van nut. Laat het maar aan Fellowes over om ieder eindje bevredigend aan elkaar te knopen.

Downton Abbey 2.0 bevat veel van de ingrediënten die ook de serie tot de verbeelding deden spreken. Fraaie shots, rijke decors, schitterende kostuums en hetzelfde hoge poëtische-soap-gehalte vol weemoed en nostalgie. Wie misselijk denkt te worden van al die zoetigheid, wees gerust: alles wat er aan intriges, schandalen, klein en groot leed en romances voorbijkomt, wordt gebracht met een typische Britse ingetogenheid en nuchterheid. Die zorgen er samen met een flinke dosis humor en het vermakelijke venijn (Maggie Smith!) voor dat de film nergens sentimenteel of pathetisch uit de bocht vliegt. De romantiek die in elke vezel van Downton Abbey schuilt, zal voor sommige kijkers misschien ongemakkelijk voelen. Waarschijnlijk omdat we op dat vlak gewoon te weinig gewend zijn. Of te cynisch zijn. Of een beetje van allebei.

In de slotscène vragen de personages zich af hoe relevant hun wereld met al die verouderde tradities nog is. Het voelt bijna alsof ook de film zichzelf die vraag stelt. Downton Abbey is een geslaagd filmisch slotstuk voor alle fans die de serie nog niet los konden laten en een mooi begin voor alle nieuwkomers die hierna een prequel van zes seizoenen kunnen bingen.

En hier mogen de makers het bij laten.