Geographies of Solitude
Een vrouw alleen
De documentaire Geographies of Solitude volgt een vrouw die al veertig jaar alleen op een eiland woont. Hoe kijken films naar vrouwen die een solitair leven leiden? En wat betekent het om solitair te zijn?
Dertig kilometer lang en twee kilometer breed. Dat zijn de afmetingen van Sable Island, een eiland nabij Nova Scotia in de Atlantische Oceaan, waar ecoloog Zoe Lucas al ruim vier decennia woont. Alleen. Maar wat betekent dat eigenlijk? Zoals de titel al suggereert is Jacquelyn Mills’ Geographies of Solitude een documentaire die dat alleenzijn in kaart brengt. De grenzen ervan aftast, de geluiden, texturen, afmetingen. En bovenal de verbindingen.
Het woord ‘isolatie’ is terug te voeren op insula, het Latijnse woord voor eiland. Het onbewoonde eiland is een fantasiebeeld, een ingebeelde ontsnapping aan de ongemakken van het menselijk bestaan. Nooit meer punaises in je voet of van je fiets vallen. De waarheid is natuurlijk dat je op een onbewoond eiland ook gewoon kunt struikelen. En dat het zelfs niet onwaarschijnlijk is dat je struikelt over iets wat elders op de wereld door een mens is weggegooid. Daarover later meer.
De realiteit van een mens die solitair leeft, zoals Lucas op haar eiland, een enkeling in een zee van niets, beschouwen we vooral als iets onnatuurlijks. ‘No man is an island’, schreef John Donne. Maar misschien wel het grootste misverstand over solitair leven is dat het een leven zonder connecties is. Voor sommige mensen (ik spreek uit ervaring) is afzondering juist een voorwaarde om die verbindingen te kunnen leggen.
‘Het lijdt geen twijfel dat afzondering een uitdaging is en dat het een precaire opgave is om daarbinnen in balans te blijven’, schreef de Belgisch-Amerikaanse dichter May Sarton in Journal of a Solitude (1973). ‘Maar ik moet niet vergeten dat het voor mij nog erger is om gedurende langere tijd met mensen of zelfs maar met één geliefde persoon samen te zijn zonder afzondering. Ik verlies mijn centrum. Ik voel me versnipperd, verstrooid, in stukjes.’
In haar dagboeken beschrijft Sarton, die een groot deel van haar leven solitair doorbracht, op prachtige wijze haar noodzaak aan afzondering, de ongemakken en geneugten ervan. Ze zijn een soort heilige graal voor wie die noodzaak deelt, zeker vrouwen. Want in de perceptie van de solitaire mens is gender een bepalende factor. Zoals Alice Gregory in haar profiel van filmmaker Kelly Reichardt in The New York Times opmerkt: ‘Waar ‘een man alleen’ een held kan zijn […], is ‘een vrouw alleen’ reden tot zorg.’
Gregory schreef dat in relatie tot Reichardts Wendy and Lucy (2008), een film die de ambivalentie van dat beeld van een vrouw opzoekt vanaf de opening, waarin een onschuldig tafereel van een vrouw en haar hond is gefilmd vanachter bomen, alsof ze bespied wordt. En het komt terug in films als Agnès Varda’s Sans toit ni loi (1985) of Wild (Jean-Marc Vallée, 2014) – vrijwel elke scène waarin Cheryl Strayed, die in haar eentje de Pacific Crest Trail wandelt, een man op haar pad treft is geladen met dreiging.
Alleenzijn is iets wat we meisjes van jongs af aan afleren. Niet alleen door het donker fietsen. Niet alleen op reis. Niet alleen. Nooit alleen. Waardoor voor een vrouw een solitair leven ook als het tarten van dat vrouw-zijn voelt.
De 82-jarige Firouzeh in de documentaire Beloved (Yaser Talebi, 2018) brengt sinds de dood van haar man tien jaar daarvoor de zomermaanden met haar koeien door in de Iraanse bergen. Ze vertelt in de film hoe ze als jong meisje “was vergeten dat ik een moeder moest worden”. Ze werd uitgehuwelijkt en kreeg elf kinderen, die haar nooit komen opzoeken. Firouzehs leven is een constant spanningsveld tussen de weg die ze als vrouw wordt geacht te bewandelen en het pad dat haar hart ingeeft. Het pad dat de bergen in leidt, met haar koeien.
Dieren zijn opvallend vaak de metgezellen van solitaire vrouwen. ‘Afzondering die je deelt met dieren heeft een specifieke kwaliteit en verwordt zelden tot eenzaamheid’, schreef Sarton. Voor Lucas waren de paarden op Sable Island de reden dat ze in 1971 voor het eerst het eiland bezocht. In schriften houdt ze haar observaties van de kudde bij, maakt schetsen om ze te identificeren. Ze schat dat ze al zo’n 2700 kilo paardenmest heeft onderzocht in haar veertig jaar op Sable Island. Dat ze op het eiland bleef, was geen weloverwogen keuze. Het gebeurde. Sable Island slokte haar aandacht op en “al het andere ben ik uit het oog verloren”.
Altijd in beweging
In Chloe Zhao’s Nomadland (2020) besluit Fern na het overlijden van haar man als nomade te gaan leven vanuit een omgebouwd bestelbusje. De Amerikaanse nomaden in de film vormen een gemeenschap van loners. Dat lijkt misschien een paradox, maar is het niet. Juist die gemeenschap maakt het mogelijk voor deze mensen om de afzondering te zoeken. Wetend dat als het nodig is, iemand je komt vinden. Nomadland eindigt met Fern alleen en het slotbeeld onderstreept dat we niet kijken naar een vrouw die wegrijdt van iets, maar naar een vrouw die haar weg heeft gevonden.
Een solitair bestaan is geen vlucht van iets. Of, dat kan het wel zijn, maar dan is het een val die zich onverbiddelijk sluit. Want in afzondering bestaat er geen ontsnapping aan jezelf. Het is waarmee de vrouw in Marlen Haushofers meesterlijke roman Die Wand worstelt en uiteindelijk vrede vindt, nadat een mysterieuze, doorzichtige wand haar afsluit van de rest van de (waarschijnlijk volledig uitgestorven) mensheid. Meer nog dan de verfilming van Julian Pölsler (2012) is het boek een diepgravende confrontatie met wat het betekent om werkelijk alleen te zijn.
Het alleenzijn stelt haar voor de vraag wat het betekent om een individu te zijn als er geen anderen zijn om je toe te verhouden. De vrouw schrijft, omdat ze vreest anders op te houden mens te zijn. ‘Niet dat ik bang ben om een dier te worden, dat zou niet zo erg zijn, maar een mens kan nooit een dier worden, hij stort voorbij het dier in de afgrond.’
De vrouw beschrijft hoe ze het besef van haar vrouw-zijn kwijtraakt. En elders: ‘Ik kon mijn gezicht rustig afleggen, er was geen behoefte meer aan.’ Zeker voor vrouwen is identiteit vervlochten met wat we zijn in de blik van anderen. Of misschien is het vooral zo dat vrouwen geacht worden vooral te bestaan in de blik van anderen. Zie ook de hype die postuum ontstond rond fotograaf Vivian Maier, niet in de laatste plaats omdat ze zich haar leven lang had onttrokken aan blikken van buitenaf. Kijkend naar de vele zelfportretten die Maier maakte, concludeerde Rose Lichter-Marck in The New Yorker dat Maier helemaal niet onzichtbaar was, ‘behalve voor ons. Ze keek al die tijd naar zichzelf.’
Nabij een gletsjer in Kazachstan woont en werkt al decennialang de Litouwse wetenschapper Ausra Revutaite, een laatste buitenpost delend met een hond en een kat (daar zijn ze weer, de dieren). In de documentaire The Woman and the Glacier (Moteris ir ledynas, 2016) verdwijnt ze soms bijna in het witte, mistige landschap. Vrijwel constant klinkt op de geluidsband het omineuze gedrup van de door klimaatopwarming smeltende gletsjer. Dat smelten heeft invloed op de zeespiegel, en dus op de stromingen en wat aanspoelt op het strand bij Lucas.
“Je ziet dat er feestelijkheden zijn geweest op het vasteland”, zegt Lucas, terwijl ze de linten uit elkaar pluist van ballonnen die ze in groten getale op het strand vindt. Ballonnen die een geboorte verkondigen, of een sterfgeval. Ballonnen als een vervuilende vorm van communicatie. 72 procent van de vogelkadavers die Lucas vindt hebben een maag vol plastic. ‘De vloedlijn is een open boek in een wirwar van talen’, schrijft Jean Sprackland in haar boek Strands: A Year of Discoveries on the Beach, ‘een verslaglegging van wat de wereld wil hebben en waar ze vervolgens vanaf wil.’
Is het toeval dat zoveel van deze vrouwen zich zo verbonden voelen met de natuur? Sarton en haar tuin, Revutaite en haar gletsjer, Lucas en haar eiland. ‘In de natuur bestaat niets alleen’, schrijft Rachel Carson (die heel haar volwassen leven alleen bleef) in haar boek Silent Spring (1962), over de verwoestende effecten van pesticidegebruik. In Geographies of Solitude legt Jacquelyn Mills met een ultragevoelige contactmicrofoon het geluid vast van een kruipende slak, van het samentrekken en weer uitzetten van een plank hout. Alles is in beweging. Altijd. Ook het karkas van een paard. En alles zet elkaar in beweging. Een hoopje aangespoeld plastic kan voldoende zijn om in de loop van jaren een zandduin te vormen.
Juist wie solitair leeft is zich in hoge mate bewust onderdeel te zijn van een groter geheel. Omdat je continu zoekend bent naar het balanceren van je afzondering daarbinnen. Een balans die fragiel is, en altijd in beweging, want een solitair leven kan alleen bestaan in samenspel met de omgeving, dat netwerk van op elkaar inwerkende elementen. Zoals May Sarton schrijft in een van haar gedichten:
And how much more delicate even than a single fern is the life Of a community where you are holding individuals balanced Against each other and where not one but all must move in His secret discretion as swiftly as deeply as possible without Interruption, and still, as we are all moving inwardly each In his own direction, the community too must be bounded.